Schrijven 4G - Uitnodiging en zakelijke brief

Schrijven blok 2
Een reclame [35] (affiche boerderij)
Een uitnodiging [37]
Een zakelijke brief [39]
Een overtuigende tekst [38]
Een Curriculum Vitae [40]
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven blok 2
Een reclame [35] (affiche boerderij)
Een uitnodiging [37]
Een zakelijke brief [39]
Een overtuigende tekst [38]
Een Curriculum Vitae [40]

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
Een uitnodiging schrijven
(Blok 2, schrijven, 2.6 affiche/uitnodiging, opdr. 3.1)
Een zakelijke brief schrijven
(relschoppers-opdracht)

Slide 2 - Tekstslide

Uitnodiging

Slide 3 - Tekstslide

Welke informatie moet sowieso op een uitnodiging staan?

Slide 4 - Woordweb

5W + 1H - vragen
Op een uitnodiging mag geen belangrijke info ontbreken. 
Denk aan: 
- Voor wie is de uitnodiging?
- Wanneer is de datum/tijd?
- Waar is de locatie?
- Waarom/waarvoor nodig je iemand uit?
En..
Zijn er kosten aan verbonden? Moet je iets meenemen? Is er eten bij?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je je uitnodiging aanpassen aan je publiek?

Slide 6 - Open vraag

Rekening houden met je publiek:

Gebruik formele/informele taal.
Gebruik kleuren/lettertypes/plaatjes.
Gebruik begrijpelijke taal.

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke brief

Slide 8 - Tekstslide

Naar wie stuur je GEEN zakelijke brief?
A
Mensen die je niet kent.
B
Mensen die ouder zijn dan jij.
C
Mensen die een hogere functie hebben dan jij.
D
Mensen die je heel goed kent.

Slide 9 - Quizvraag

Naar wie zou jij wel een zakelijke brief willen sturen?

Slide 10 - Open vraag

Adressering 
  • Vermeld bovenaan de brief de naam en het adres van de afzender. (Dat ben je meestal zelf.) De plaatsnaam staat in HOOFDLETTERS. Hierna druk je drie keer op enter.
  •  
  • Schrijf de naam op van de plaats waar je de brief schrijft, zet er een komma achter en vermeld de dag, de maand (in letters) en het jaar. Druk drie keer op enter.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom moet je soms niet 1x, maar juist 2x of 3x op enter drukken?
A
1x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 3 witregels.
B
1x enter = volgende regel 2x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 2 witregels.
C
Je wil zo veel mogelijk witregels, om de pagina te vullen.

Slide 12 - Quizvraag

Adressering 
  • Schrijf de naam en het adres van de geadresseerde (degene aan wie je schrijft) op. 
  • Als je je brief stuurt aan een bedrijf of organisatie en je weet de naam van de persoon die jouw brief gaat lezen, dan zet je 't.a.v. voorletter + achternaam' onder de bedrijfsnaam.
  • De plaatsnaam schrijf je weer in HOOFDLETTERS. Druk drie keer op enter.

Slide 13 - Tekstslide

Een plaatsnaam moet helemaal in HOOFDLETTERS, omdat ...

Slide 14 - Open vraag

Onderwerp en aanhef
  • Schrijf op ‘Onderwerp:’. Schrijf in een paar woorden waar je brief over gaat. Begin met een kleine letter. Druk drie keer op enter.
  • Kies de goede aanhef. Als je de naam van de geadresseerde niet weet en of het een man of een vrouw is, schrijf je ‘Geachte mevrouw/heer,’. Druk twee keer op enter.

Slide 15 - Tekstslide

Inleiding
  • Begin de brief met een inleidende zin. Meestal noem je hierin de aanleiding voor de brief (je hebt iets gelezen of gekocht). 

  • Daarna vermeld je de reden voor het schrijven van de brief (je wilt informatie vragen, een klacht indienen). 
  • Begin de eerste zin niet met ‘Ik …’. Dat staat onbeleefd. 
  • Je begint met een hoofdletter. Druk twee keer op enter.

Slide 16 - Tekstslide

Middenstuk

  • Gebruik formele en nette taal en houd je aan alle Afspraken en regels Schrijven.
  • Verdeel het middenstuk in alinea’s. (één enter tussen elke alinea) 
  • Elke alinea gaat over een ander deelonderwerp. Druk na het middenstuk twee keer op enter.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
  • Eindig je brief met een afsluitende zin. Meestal spreek je hierin een wens uit. Vervolgens bedank je de geadresseerde alvast voor het lezen of de medewerking. Druk twee keer op enter.



Slide 18 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een goede wens in een zakelijke brief?
A
Ik moet zo snel mogelijk antwoord.
B
Ik wil mijn geld terug.
C
Hiermee hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
D
Ik wens een vliegtuig en 10kilo snoep.

Slide 19 - Quizvraag

Slotgroet
  • Gebruik als slotgroet: ‘Met vriendelijke groet’ of ‘Hoogachtend’. Na de slotgroet zet je een komma. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf je voor- en achternaam op en zet je handtekening daarboven. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf de bijlage onderaan je brief als je iets meestuurt, bijvoorbeeld: Bijlage: een kopie van een rekening.


Slide 20 - Tekstslide

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Na elke les schrijf je twee teksten.
(één grote, één kleine)

Vandaag: uitnodiging + zakelijke brief
Woensdag: overtuigende tekst + CV

Vrijdag
Groep B: SO lezen
Groep A: Leren voor de SE-week

Slide 23 - Tekstslide

Schrijfopdrachten
Ik ga niet controleren of je ze gemaakt hebt.

Je mag ze opsturen voor feedback. (via Teams-chat)

Slide 24 - Tekstslide

Ik kan prima aan de slag met
de uitnodiging.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan prima aan de slag met
de zakelijke brief.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik ga mijn schrijfopdrachten waarschijnlijk wel/niet inleveren voor feedback.
A
Waarschijnlijk wel.
B
Waarschijnlijk niet.
C
Alleen als ik twijfel of het goed is.
D
Ik ga ze waarschijnlijk niet eens maken.

Slide 27 - Quizvraag