Lezen
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is goed?
A
De titel staat boven
de tekst.
B
De titel staat onder
de tekst.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De inleiding is
schuingedrukt.
B
De inleiding is
dikgedrukt.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De inleiding is de eerste alinea van de tekst.
B
De inleiding is de tweede alinea van de tekst.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De tekst heeft twee kopjes.
B
De tekst heeft drie kopjes.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Het eerste kopje staat op regel 7.
B
Het eerste kopje staat op regel 15.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Het slot staat aan het begin van de tekst.
B
Het slot staat aan het eind van de tekst.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De bron staat boven de tekst.
B
De bron staat onder de tekst.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de titel van de tekst die je gekregen hebt?
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel regels heeft de inleiding?
A
5
B
13
C
23
Slide 11 - Quizvraag
Welk kopje staat boven de tweede alinea?
A
De spijkerbroek
B
Sterke stof
C
Spijkers
Slide 12 - Quizvraag
In de inleiding staan twee vragen.
Welke vragen?
Welke vragen?
Slide 13 - Open vraag
In welke alinea lees je wie
Levi Strauss was?
Levi Strauss was?
A
de inleiding
B
alinea 2
C
alinea 3
Slide 14 - Quizvraag
In welke alinea lees je hoeveel spijkerbroeken Nederlanders kopen?
A
de inleiding
B
alinea 2
C
alinea 3
Slide 15 - Quizvraag
Welke twee tegenstellingen
staan in regel 1 en 2?
staan in regel 1 en 2?
Slide 16 - Open vraag
In regel 16 lees je het woord 'probleem'.
In regel 17 staat de tegenstelling.
Schrijf de tegenstelling van 'probleem' op.
In regel 17 staat de tegenstelling.
Schrijf de tegenstelling van 'probleem' op.
