week 7 les 1 en 2

Pour commencer : quel mouton es-tu aujourd'hui ?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pour commencer : quel mouton es-tu aujourd'hui ?

Slide 1 - Tekstslide

  • le vlog - gelukt met inleveren?
  • werkwoord mettre
  • herhaling bijvoeglijk naamwoord en meervoudsvorme
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het werkwoord mettre toepassen
  • heb ik geoefend met het bijvoeglijk naamwoord en meervoudsvormen

Slide 2 - Tekstslide

a2a - Huiswerk voor na vakantie
wo 28/2: apprendres 5 en 10
vr 1/3: aprendre 3
wo 6/3: apprendres 1, 2, 4 - 2 en 4 FR/NL
vr 8/3: werkwoorden -er, être en avoir
wo 13/3: apprendre 6
vr15/3: apprendre 8, algemene cultuur
Toetsweek

Slide 3 - Tekstslide

a2b - Huiswerk voor na vakantie
wo 28/2: apprendres 5 en 10
do 29/2: aprendre 3
wo 6/3: apprendres 1, 2, 4 - 2 en 4 FR/NL
do 7/3: werkwoorden -er, être en avoir
wo 13/3: apprendre 6
do 14/3: apprendre 8, algemene cultuur
Toetsweek

Slide 4 - Tekstslide

Mettre - page 94
Mettre
NL
Je
Je mets
Ik leg
Tu
Tu mets 
Jij legt
Il / Elle / On
Il met
Hij legt
Nous
Nous mettons
We leggen
Vous
Vous mettez
Jullie leggen
Ils / Elles
Ils mettent
Zij leggen

Slide 5 - Tekstslide

Mettre
zetten / leggen / aantrekken 

Je mets la pizza dans le four
Ik zet/leg de pizza in de oven

Je mets la table
Ik dek de tafel

Ik doe mijn trui aan. (présent)
Je mets mon pull.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Tu _______ la table pour le diner? (présent - mettre)

Slide 9 - Open vraag

Nous _______ nos baskets. (présent - mettre)

Slide 10 - Open vraag

Qu'est-ce qu'elle ______ comme robe pour le gala? (p.c. - mettre)

Slide 11 - Open vraag

Vous ______vos livres sur la table déjà? (p.c.-mettre)

Slide 12 - Open vraag

vertaal: ik heb gelegd

Slide 13 - Open vraag

On va répéter
meervoudsvormen bijzondere vormen

apprendre 10 blz 118

Standaardregel?

Slide 14 - Tekstslide

des exceptions, page 118
enkelvoud
meervoud
-s,x
-u
-al
le travail
l'oeil

Slide 15 - Tekstslide

des exceptions
enkelvoud -s,x
-s
enkelvoud -u
-ux
enkelvoud -al
- aux
le travail
les travaux
l'oeil
les yeux

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Les réponses
1 Les ananas sont frais.
2 Les chevaux sont beaux.
3 Les animaux sont mignons.

Slide 18 - Tekstslide

Au travail

Maken: exercice 8b, 8c blz 94 en 95
Classroom: extra oefeningen bijvoeglijk naamwoord

Klaar? leer het werkwoord mettre uit je hoofd. Start met het leren van de woordjes.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

  • werkwoord mettre
  • herhaling bijvoeglijk naamwoord en meervoudsvorme
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het werkwoord mettre toepassen
  • heb ik geoefend met het bijvoeglijk naamwoord en meervoudsvormen

Slide 21 - Tekstslide

a2a - Huiswerk voor na vakantie
wo 28/2: apprendres 5 en 10
vr 1/3: aprendre 3
wo 6/3: apprendres 1, 2, 4 - 2 en 4 FR/NL
vr 8/3: werkwoorden -er, être en avoir
wo 13/3: apprendre 6
vr15/3: apprendre 8, algemene cultuur
Toetsweek

Slide 22 - Tekstslide

a2b - Huiswerk voor na vakantie
wo 28/2: apprendres 5 en 10
do 29/2: aprendre 3
wo 6/3: apprendres 1, 2, 4 - 2 en 4 FR/NL
do 7/3: werkwoorden -er, être en avoir
wo 13/3: apprendre 6
do 14/3: apprendre 8, algemene cultuur
Toetsweek

Slide 23 - Tekstslide

Le verbe mettre
Leer het 3 minuten uit je hoofd
ook het voltooid deelwoord

Daarna quizz
timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

mettre betekent NIET:
A
zetten
B
leggen
C
aantrekken
D
geven

Slide 25 - Quizvraag

Hoe spreek je 'je mets 'uit?
A
je mets
B
je met
C
je mè
D
je mé

Slide 26 - Quizvraag

Hoe spreek je - nous mettons - uit?
A
nous mettons
B
nou metto
C
nou mettoo
D
nou metton

Slide 27 - Quizvraag

mettre un teeshirt (ik, présent)

Slide 28 - Open vraag

mettre vos lunettes (jullie, présent)

Slide 29 - Open vraag

mettre la chaise (jij, passé composé)

Slide 30 - Open vraag

mijn vader zet ... les légumes dans le frigo

Slide 31 - Open vraag

Nakijken
Exercices 8b, 8c

Slide 32 - Tekstslide

Écouter - ensemble
Exercice 9
Exercice 12 et 13

Slide 33 - Tekstslide

Parler - apprendre 4
mesurer - je mesure 1.60 m
je mesure un mètre soixante

Quelle est ta taille?
Je mesure .....

Slide 34 - Tekstslide

Parler - qu'est-ce que tu as vu?
J'ai vu .....

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

J'ai vu
un(e) ....
deux, des ....

Slide 37 - Tekstslide

un lapin
deux lapins
un chat
deux chats
une vache
Des vaches
un chien
deux chiens

Slide 38 - Tekstslide

Au travail

Exercice 10 blz 97
Exercices 8f, 8g, 8h page 124 et 125

Klaar? Ga naar classroom en maak extra oefeningen bijvoeglijk naamwoord. Leer apprendre 4.

Slide 39 - Tekstslide