2KM Lezen H4 aantekeningen + opdrachten maken

Zelfstandig werken 

Ga naar LessonUp. 

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Maak de startopdracht en opdracht 1, 2 en 3 in LessonUp.

De tekst lees je in je boek vanaf bladzijde 90. 

De antwoorden lever je in via LessonUp. 

3. Oefen in Numo. 






1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig werken 

Ga naar LessonUp. 

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Maak de startopdracht en opdracht 1, 2 en 3 in LessonUp.

De tekst lees je in je boek vanaf bladzijde 90. 

De antwoorden lever je in via LessonUp. 

3. Oefen in Numo. 






Slide 1 - Tekstslide

Neem de volgende slides over in je schrift. 

Slide 2 - Tekstslide

Feiten en meningen
  • Een feit kun je controleren.
  • Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn. 
  • Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden argumenten
  • Want
  • Omdat
  • Daarom
  • Namelijk 

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht blz. 90
Zoek de startopdracht op blz. 90. Bekijk de afbeeldingen.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Slide 5 - Tekstslide

1. Je moet 10 punten geven aan de lelijkste hond. Welke hond krijgt van jou 10 punten? Hond A, B of C?

Slide 6 - Open vraag

2. In het juryrapport schrijf je waarom de door jou gekozen hond tien punten krijg. Maak de zin af: Hond...vind ik het lelijkst, omdat.......

Slide 7 - Open vraag

Opdracht 1 blz. 91
Zoek de opdracht 1 op blz. 91. 
Geef bij de volgende stellingen aan of het om een feit of een mening gaat. 

Veel succes!

Slide 8 - Tekstslide

1.a Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken.
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

1.b Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quizvraag

1.c Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

1.d In juli 2015 werd in Goes een muurkunstfestival gehouden.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

1.e Op negen buitenmuren werd graffiti gemaakt.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

1.h Volgens mij is de duif het mooiste kunstwerk ooit gemaakt.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 2 blz. 91
Zoek de opdracht 2 op blz. 91. Bekijk en lees tekst 2.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Slide 15 - Tekstslide

1.g Super A maakte een huizenhoge duif van 32 meter hoog.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag

1.f Dat was heel leuk om een keer te zien.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

2.1 Wat zijn 'buitenbeentjes'?

Slide 18 - Open vraag

2.2 Noteer twee voorbeelden van buitenbeentjes.

Slide 19 - Open vraag

2.3 Bij welke twee klanten is het onderstreepte gedeelte in de zin het argument?

Slide 20 - Open vraag

2.4 Noteer van elke klant het signaalwoord bij het argument.

Slide 21 - Open vraag

2.5 Welke twee klanten zijn het ongeveer met elkaar eens?

Slide 22 - Open vraag

Opdracht 3 blz. 92
Zoek de opdracht 2 op blz. 92. Bekijk en lees tekst 3.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Slide 23 - Tekstslide

3.1 Is de titel een feit of een mening
A
Feit
B
Mening

Slide 24 - Quizvraag

3.2 Wat is het onderwerp van tekst 3?
A
Illegale handel in Ivoor
B
Jacht op olifanten
C
Sieraden van mensentanden

Slide 25 - Quizvraag

3.3 Sleep de juiste betekenis naar de woorden uit de tekst.
Stroperij (al.1)
Illegale (al. 1)
Grondstoffen (al. 2)
Schaars (al. 2)
Formaat (al. 3)
Statement (al. 5)
Stoffen die uit de natuur komen en die nog bewerkt moeten worden
Iets waar weinig van is
Krachtige bewering
Afmeting, grootte
Wat niet mag volgens de wet
Het stiekem vangen of doden van dieren

Slide 26 - Sleepvraag

3.4 Is de eerste zin van alinea 1 een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 27 - Quizvraag

3.5 Waarom bedacht Lucie Majerus Human Ivory?

Slide 28 - Open vraag

3.6 Staan in alinea 2 vooral feiten of meningen?
A
Vooral feiten
B
Vooral meningen

Slide 29 - Quizvraag

3.7 In alinea 3 legt Lucie uit waarom ze haar verstandskies waardevol vond. Aan welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 30 - Open vraag

3.8 Waarom krijgen snijtanden een druppelvorm? (al. 4)

Slide 31 - Open vraag

3.9 Aan welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 32 - Open vraag

3.10 Waarom vindt Lucie dat haar sieraden een statement zijn tegen stroperij?
A
Bij sieraden van dierlijk ivoor is het ivoor gestolen, bij haar sieraden niet.
B
Ivoor van dieren is zeldzaam en duur, het ivoor van mensen is gratis.
C
Sieraden van menselijk ivoor zijn allemaal anders, die van dierlijk ivoor niet.

Slide 33 - Quizvraag

3.11 Wat vind jij van een sieraard van je eigen tanden of kiezen? Gebruik in je mening een of meer van deze beoordelingswoorden: 'mooi', 'waardevol', 'leuk', 'origineel', 'grappig', 'lelijk', 'vreemd', 'smakeloos', 'vies'. Leg je mening uit met een argument.

Slide 34 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 35 - Woordweb

Wat ging deze les goed?

Slide 36 - Open vraag

Heb je de les goed kunnen volgen?
A
Ja, het ging heel goed.
B
Ja, het ging wel.
C
Niet zo goed.
D
Het ging echt niet goed.

Slide 37 - Quizvraag

Welke vragen en/of tips heb je voor je docent?

Slide 38 - Open vraag

Klaar? Super!
Oefen in Numo met het onderdeel 'Lezen'. 

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
  • Ik kan meningen herkennen en begrijpen.

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk
Leren:
hulpkaart begrijpend lezen, theorie blz. 64 en blz. 90 + aant. 
Maken:
Je hebt de startopdracht en opdracht 1 t/m 3 via LessonUp gemaakt. 

Slide 41 - Tekstslide