Les 36 H4- Woordenschat Pleonasme en tautologie

Planning
Pecha Kucha's
Uitleg H4- Woordenschat: tautologie + pleonasme
Aan de slag!
Huiswerk
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Planning
Pecha Kucha's
Uitleg H4- Woordenschat: tautologie + pleonasme
Aan de slag!
Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Pleonasme en Tautologie
Woordenschat - Hoofdstuk 4 vanaf bl.z 120

Slide 2 - Tekstslide

Doelen:
Je weet wat een pleonasme is; 
Je weet wat een tautologie is ;
Je herkent een pleonasme of tautologie in een tekst.


Slide 3 - Tekstslide

Welke fout?
Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomsgeschenk.

Slide 4 - Tekstslide

Welke fout?
Eventueel kan Sep jou mogelijk helpen met die sommen.

Slide 5 - Tekstslide

Welke fout?
Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Lezen
H4- Woordenschat op blz. 120
Theorie over pleonasme en tautologie

Slide 8 - Tekstslide

In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Slide 9 - Tekstslide

Ronde cirkel
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

De mondelinge bespreking
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 11 - Quizvraag

Het is gratis en voor niets.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Nog even iets extra's:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Slide 14 - Tekstslide

De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 15 - Quizvraag

Wis en waarachtig is een
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quizvraag

Het is precies exact hetzelfde.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quizvraag

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quizvraag

Het koude ijs zat als een dikke laag op de autoruit.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 19 - Quizvraag

En?

Slide 20 - Tekstslide

Tautologie en pleonasme

Slide 21 - Tekstslide

Fijn weekend!
timer
25:00
Aan de slag!

H4- Woordenschat vanaf blz. 120
Maken: opdracht 1 t/m 3

Klaar? Maak opdracht 4 
= huiswerk

Slide 22 - Tekstslide

Fijn weekend!
Huiswerk

H4- Woordenschat vanaf blz. 120
(Af)maken: opdracht 1 t/m 4


Slide 23 - Tekstslide