Taalcompleet B1 Thema 10.5 Beroemd

Beroemd
In dit hoofdstuk..
  • Leer je over bekende Nederlanders
  • Leer je 12 nieuwe woorden
  • Oefen je de grammatica vraagwoord + voorzetsel
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beroemd
In dit hoofdstuk..
  • Leer je over bekende Nederlanders
  • Leer je 12 nieuwe woorden
  • Oefen je de grammatica vraagwoord + voorzetsel

Slide 1 - Tekstslide

Ik kijk vaak Nederlandse televisie
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Ik luister veel Nederlandse muziek
Nee
Ja

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Link

Ik ken ... het best
Martin Garrix
Nikkie de Jager
Memphis Depay
Virgil van Dijk
Tiësto
Frenkie de Jong
Romee Strijd
Negin Mirsalehi
Hardwell

Slide 5 - Poll

Lees de tekst op blz 238
  • Je mag samenwerken
  • Je mag internet gebruiken --> Wikipedia
  • Combineer de persoon met het juiste nummer

Slide 6 - Tekstslide

Bekende Nederlanders
1.
2.
3.
4.
6.
5.
8.
10.
7.
9.
12.
11.

Slide 7 - Sleepvraag

Begrijpwoorden 10.5

  • de auteur
  • beroemd
  • de bouwkundige
  • (zich) verbergen
Gebruikwoorden 10.5

  • de minister
  • de minister-president
  • de polder
  • de ruimte
  • stemmen
  • de stip
  • de verkiezingen
  • de wetenschap

Slide 8 - Tekstslide

Wat zien we op de foto?
A
de minister-president
B
de wetenschap
C
de bouwkundige
D
de ruimte

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf een zin met 'zich verbergen'
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Plaats een foto van een minister,
schrijf erbij welke minister het is.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin met ..

Slide 12 - Tekstslide

Grammatica --> vraagzin met voorzetsel
Zehra denkt aan haar oma --> Aan wie denkt Zehra?
Ahmed heeft zin in een ijsje --> In wat heeft Ahmed zin?



Slide 13 - Tekstslide

wie heb je het geld gegeven?
hoeveel radioprogramma's luister jij?
wie heeft hij hulp gekregen?
welke hobby besteed jij de meeste tijd?
hoeveel prijzen maak je deze week kans?
welk gerecht drink je deze wijn?
welke cursus is zij enthousiast?
Zet het woord op de goede plek
aan
aan
bij
op
naar
over
van

Slide 14 - Sleepvraag

Mijn schrijfopdracht is af en staat in Teams
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll