Lezen - woordentoets les 3

Lezen - woordentoets les 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Lezen - woordentoets les 3

Slide 1 - Tekstslide

hockey

Slide 2 - Woordweb

Synoniem van
1. beroemd
A
normaal
B
bekend
C
bijzonder
D
onzeker

Slide 3 - Quizvraag

Synoniem van
2. gewoon
A
normaal
B
plannen
C
bijzonder
D
regelen

Slide 4 - Quizvraag

Synoniem van
3. misschien
A
normaal
B
plannen
C
onzeker
D
regelen

Slide 5 - Quizvraag

Synoniem van
4. plannen
A
oefenen
B
bijzonder
C
bekend
D
regelen

Slide 6 - Quizvraag

Synoniem van
5. speciaal
A
oefenen
B
bijzonder
C
normaal
D
regelen

Slide 7 - Quizvraag

Synoniem van
6. trainen
A
oefenen
B
bijzonder
C
onzeker
D
bekend

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Sleepvraag

Op deze universiteit doen ze ... naar kinderziektes.

Slide 10 - Open vraag

2. ... heb ik geen tijd en ten tweede heb ik geen zin om te gaan.

Slide 11 - Open vraag

3. Yannick ... goed op school. Hij heeft al weer een 8 gehaald.

Slide 12 - Open vraag

4. Een jaar overdoen op school noem je ... .

Slide 13 - Open vraag

5. Epke Zonderland, de beroemde Nederlandse turnkampioen, is een ....

Slide 14 - Open vraag

6. Als je veel ... dan win je de volgende wedstrijd misschien.

Slide 15 - Open vraag

7.Later wil ik geneeskunde gaan ... en dokter worden.

Slide 16 - Open vraag

8. Alleen door hard te werken kun je ...

Slide 17 - Open vraag

9. De leerlingen in deze klas zijn ... 16 jaar.

Slide 18 - Open vraag

10. Ja lekker, ik wil ... een kop thee!

Slide 19 - Open vraag

1. Gisteren was ik ziek ... kon ik niet naar school.
A
bovendien
B
daardoor
C
daarnaast
D
maar

Slide 20 - Quizvraag

2. ... Rosa naar de televisie kijkt, drinkt ze een glas melk.
A
terwijl
B
daardoor
C
daarnaast
D
maar

Slide 21 - Quizvraag

3. Bakir wil graag met ons mee, .... hij heeft helaas geen tijd.
A
terwijl
B
daardoor
C
daarnaast
D
maar

Slide 22 - Quizvraag

4. Idris voetbalt drie keer per week en ... zwemt hij één keer per week.
A
bovendien
B
daardoor
C
terwijl
D
maar

Slide 23 - Quizvraag

5. Je moet binnen blijven: het is bijna donker en ... gaat het zo stormen.
A
terwijl
B
daardoor
C
daarnaast
D
maar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Sleepvraag