Financiële stromen in de Nederlandse leisure industrie
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het doel van de les aan de leerlingen.
Slide 3 - Tekstslide
Definieer de term 'leisure' voor de leerlingen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat toerisme is en hoe het bijdraagt aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf hoe evenementen financiële stromen genereren in de leisure industrie.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit hoe attracties bijdragen aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf hoe accommodaties bijdragen aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe de horeca bijdraagt aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf hoe recreatie bijdraagt aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit hoe transport bijdraagt aan de financiële stromen in de leisure industrie.
Slide 11 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen voor de leerlingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een moodboard?
A
Een muziekinstrument om humeur te verbeteren
B
Een technologie om emoties te meten
C
Een bordspel voor het bijhouden van emoties
D
Een collage van afbeeldingen en materialen om een stemming of gevoel uit te drukken
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is doelgroepbepaling belangrijk?
A
Om de marketinginspanningen effectiever te maken.
B
Om de kwaliteit van het product te verbeteren.
C
Om kosten te besparen op de productie.
D
Om de bedrijfsvoering te optimaliseren.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
meestal heeft een onderneming 2 tot 4 doelgroepen. De hoofddoelgroep is de groep waar het product het meest bij aansluit. Subdoelgroepen zijn doelgroepen waar het product ook voor geschikt is. Daarnaast kan je een doelgroep segmenteren op basis van 5 factoren (dr. Phillip Kotler).
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kan doelgroepbepaling worden uitgevoerd?
A
Door de prijs van het product te verlagen.
B
Door te kijken naar de concurrentie.
C
Door meer producten te ontwikkelen.
D
Door klantprofielen te maken en marktonderzoek te doen.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Om de doelgroep goed in kaart te brengen gaan we volgende les een persona maken op basis van onze doelgroep. Een persona is 1 persoon die je doelgroep vertegenwoordigd. Alles wil je van deze persoon in kaart brengen. Hoe oud is hij? Is hij getrouwd, single etc? Als je een persona van je doelgroep hebt gemaakt kan je beter de marketing kanalen en middelen afstemmen op je doelgroep en zo de doelgroep op een effectieve manier bereiken. Format persona staat in de tegel in de map persona
Slide 23 - Tekstslide
Volgende les: een moodboard en USP
