Ned_woe14april_Havo3_H2__Spelling

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Stillezen 
Tip betreft bouwplan (stelling/standpunt)
Samen oefenen 
Theorie lezen
Zelfstandig aan de slag
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze

Slide 2 - Tekstslide

Regels
  • Hou 1,5 meter afstand tussen leerlingen en docenten. Je mag alleen naast je buddy zitten binnen de 1,5 meter. Is jouw buddy afwezig, dan ga je niet naast een andere leerling zitten.
  • Je draagt een mondkapje zodra je buiten het lokaal bent.
  • Je ontsmet je handen bij binnenkomst en regelmatig gedurende de dag.
  • Hoest en nies in je elleboog. Bij verkoudheidsklachten blijf je thuis en adviseren we je om je te laten testen.
  • Je houdt pauze in het lokaal op je plek of buiten. Niet allebei. Je wisselt niet halverwege van buiten naar binnen of andersom. In de pauze ga je ook niet naar een ander lokaal of zomaar de gang op.
  • Bij 2 overtredingen van de regels word je naar huis gestuurd. De docent waar je dan nog les moet volgen kan jou verplichten om deze les in te halen op je korte of je vrije dag.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe was de les gegaan?


Wat heb je gedaan?











Slide 4 - Tekstslide


Week 12 april - 16 april
Lesdag 1 Schrijven hoofdstuk 2 Betoog oefenen
Lesdag 2 Spelling 
Lesdag 3 Toets bouwplan + Kahoot!

Week 19 april - 23 april 
Lesdag 1 Herhalen stof hoofdstuktoets + boekpromotie
Lesdag 2 Herhalen stof hoofdstuktoets + Kahoot!
Lesdag 3 Toets hoofdstuk 2 

Na de meivakantie:
Schrijftoets (betoog) (12 mei)
Boekopdracht (presentatie waarschijnlijk) (3 juni)
Hoofdstuktoets Hoofdstuk 3 (24 juni)










Slide 5 - Tekstslide


Week 12 april - 16 april
Lesdag 1 Schrijven hoofdstuk 2 Betoog oefenen
Lesdag 2 Spelling vanaf bladzijde 84 (vwo-boek), alle opdrachten 1 t/m 4, 6 en 7.
Lesdag 3 Toets bouwplan + Kahoot!

Week 19 april - 23 april 
Lesdag 1 Herhalen stof hoofdstuktoets
Havo-boek: blz 92 (alleen onderdeel lezen), blz 93 (woordenschat, 14), blz 94 (spelling, 18)
Lesdag 2 Herhalen stof hoofdstuktoets
Vwo-boek: Test blz 96 (alleen onderdeel lezen), 98 (alleen onderdeel spelling, 16 en 17)
Lesdag 3 Toets hoofdstuk 2











Slide 6 - Tekstslide

stillezen (15 min)
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Stelling en standpunt
In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan. Met een standpunt geef je je mening over die stelling.

 

Voorbeeld:
Stelling: De regering heeft geen goed milieubeleid.
Standpunt: Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert.

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel 
Onderdeel Spelling
-  Als telwoorden geen personen aanduiden of niet zelfstandig (maar bijvoeglijk) gebruikt worden, schrijf je zonder -n. 
- Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden en miljoenen hebben altijd een -n.
- Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en krijgen in het meervoud een -n.
- Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die zaken aanduidt, eindigen altijd op een -e.


Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Tientalle, duizenden
B
Tientallen, honderden

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord
Telwoorden als tientallen, miljoenen krijgen altijd een -n 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Sommigen vogels zijn rood
B
Sommige vogels zijn rood

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord
Telwoorden als enkele(n) die GEEN personen aanduiden, schrijf je zonder -n.

Sommige vogels zijn rood.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Sommigen mensen hebben
B
Sommige mensen hebben

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord
Zelfstandig gebruikte telwoorden als enkele(n) schrijf je met -n als ze personen aanduiden.

Sommigen mensen hebben

Slide 15 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Willen alle leerlingen naar het lokaal gaan?
B
Willen allen leerlingen naar het lokaal gaan?

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord
Telwoorden die GEEN personen aanduiden of NIET zelfstandig (maar bijvoeglijk) gebruikt worden, schrijf je zonder -n.

Willen alle leerlingen naar het lokaal gaan? (niet zelfstandig)

Je kunt zeggen grote leerlingen naar het lokaal gaan?

Slide 17 - Tekstslide

Theorie doornemen
Na het eerste blauwe blaadje
Vwo-boek
Vanaf bladzijde 84


Slide 18 - Tekstslide

Spelling
Ga naar de modules
Spelling 'vwo-boek'
Hoofdstuk 2
Bladzijde 84
Spelling theorie
Spelling  deel 1, deel 2 en deel 3


Wat ga je doen als je klaar bent?
Stillezen
Oefenen voor het bouwplan/betoog
Woorden leren 'woordenschat'




timer
40:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 20 - Tekstslide


Wat gaan we de volgende les doen?



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link