Toetsweek begrijpend lezen:oefenen met teksten


Nederlands
Begrijpend lezen

 oefenen met teksten

VWO 3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Begrijpend lezen

 oefenen met teksten

VWO 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Vandaag gaan we oefenen met teksten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 2, blz. 223-224
De volgende vragen gaan over tekst 2 (Ranking the stars) op blz. 223-224 van Op Niveau (Blok 5, Lezen).

Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende slide.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees tekst 2 grondig. Welke manier om haar tekst in te leiden gebruikt de schrijver van deze tekst?
A
de aanleiding voor het schrijven noemen
B
het onderwerp aankondigen
C
een of meerdere vragen stellen
D
een anekdote vertellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat de schrijver bedoelt met de zin "Wat uit ... van onderwijs'. (r. 11-12)

Slide 5 - Open vraag

Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Uit de PISA-resultaten kun je niet afleiden dat welvaart automatisch een hoge kwaliteit van onderwijs tot gevolg heeft.
Schrijf in maximaal 10 woorden de hoofdzaak van alinea 2 op.

Slide 6 - Open vraag



Nog meer geld garandeert geen hogere kwaliteit
In alinea 4 staat dat we in Nederland kiezen voor zo veel mogelijk homogene groepen in het onderwijs.
a. Wat zou de reden voor het vormen van homogene groepen in Nederland kunnen zijn volgens de tekst?

Slide 7 - Open vraag



Leerlingen van hetzelfde niveau bij elkaar zetten (toptalent selecteren en achterstandsleerlingen bij elkaar zetten).
In alinea 4 staat dat we in Nederland kiezen voor zo veel mogelijk homogene groepen in het onderwijs.
b. Vindt de schrijver homogene groepen een goed idee? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag



Dat weet je niet echt, maar je kunt bedenken dat ze de reden voor homogene groepen in twijfel trekt. Ze schrijft namelijk Er zal vast bonafide onderzoek zijn …..
Om welke reden(en) doen Oost-Aziatische landen het goed?

Slide 9 - Open vraag



Tijgermoeders en tijgerscholen leggen een prestatiedruk op de leerlingen.
Wat zijn tijgermoeders en tijgerscholen volgens jou?

Slide 10 - Open vraag



Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Dat zijn moeders en scholen die van de leerlingen uiterste discipline eisen en eisen dat de leerlingen (kinderen) presteren.
Wat bedoelt de schrijver met 'De schapen zijn doodmoe'? (r. 39)

Slide 11 - Open vraag


De kinderen in Nederland zijn doodmoe.
Hoe heeft de schrijver deze mededeling bedoeld?

Slide 12 - Open vraag



De schrijver heeft de mededeling waarschijnlijk ironisch bedoeld. We houden niet van kadaverdiscipline, maar laten onze kinderen wel naar feestjes, sport, baantjes gaan.
Zorgt prestatiegerichtheid in het onderwijs voor een hogere score op de ranglijst? Licht je antwoord toe met behulp van informatie uit de tekst.

Slide 13 - Open vraag



Aan de ene kant wel, want de Oost-Aziatische landen scoren hoog op de ranglijst. Aan de andere kant staan de VS ook bekend om prestatiegerichtheid en die scoren over het algemeen niet hoog.
Schrijf de kernzin van alinea 5 op.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is geluk op school een garantie voor een hogere plaats op de ranglijst? Licht je antwoord toe met behulp van informatie uit de tekst.

Slide 15 - Open vraag



Nee. Zowel in hoog als laag scorende landen zijn leerlingen gelukkig op school.

Leg in je eigen woorden uit wat de schrijver bedoelt met de zin "Goed onderwijs ... meetbare correlatie'. (r. 52-53)

Slide 16 - Open vraag



Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Met cijfers (na onderzoek) kun je het verband tussen goed onderwijs en goede resultaten aantonen.
"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
a. Welke gegevens bedoelt de schrijver?

Slide 17 - Open vraag



De gegevens die door het PISA-onderzoek zijn verzameld en waarschijnlijk ook de cijfers uit alle andere onderzoeken die in het onderwijs worden gedaan.
"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
b. Zijn dit soort gegevens te gebruiken als betrouwbare argumenten? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag



Op zich zijn cijfers uit onderzoek betrouwbare argumenten.
"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
c. Denk je dat de schrijver de berg met gegevens als betrouwbaar ziet? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open vraag



Niet echt, want je kunt niet alle gegevens goed wegen en voor elke mening is er in de cijfers wel bewijs te vinden.
Leg in je eigen woorden uit wat met 'het overgereguleerde onderwijs' wordt bedoeld.

Slide 20 - Open vraag




antwoord, bijvoorbeeld: dat er veel te veel door de overheid is geregeld voor het onderwijs.
Welke aandachtspunten voor het onderwijs noemt de schrijver in haar tekst?

Slide 21 - Open vraag


– Meer geld dan 50.000 dollar in onderwijs steken heeft geen effect. 
– Geld nuttig gebruiken. 
– Estland doet het goed omdat er kleinere klassen zijn en er dus meer aandacht is, het land ambitie heeft en alle leerlingen thuis dezelfde taal spreken als op school. 
– Leerlingen in gemengde groepen plaatsen lijkt betere resultaten op te leveren. 
– Cultuur bepaalt in beperktere mate het resultaat. 
– Geluk op school bepaalt niet het resultaat.
Formuleer nu zelf de hoofdgedachte van deze tekst,

Slide 22 - Open vraag




Het is lastig uit de PISA-resultaten op te maken welke factoren goed onderwijs bepalen, maar het is wel duidelijk dat het Nederlandse onderwijs de afgelopen jaren achteruit is gegaan, ondanks alle veranderingen.
Vind je de titel van de tekst (Ranking the stars) goed gekozen? Waarom wel/niet?

Slide 23 - Open vraag



Eigen antwoord. Ja, want de PISA-resultaten geven aan welk land het beste onderwijs heeft. Dan ben je dus een ster. De PISA-lijst geeft de sterrenstatus van de landen aan.
Voor wie is de oproep in de laatste zin van de tekst bedoeld?

Slide 24 - Open vraag



Voor de staatssecretaris van onderwijs, op het moment dat deze tekst geschreven werd was dat Sander Dekker. 
(De huidige minister is Arie Slob)

Herken je een of meerdere kenmerken van een column in deze tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open vraag



Eigen antwoord. De column is geschreven naar aanleiding van een actueel onderwerp, namelijk het verschijnen van de PISA-resultaten. In de tekst worden woorden niet altijd letterlijk bedoeld. Een voorbeeld is: De schapen zijn doodmoe. De mening van de schrijfster over de PISA-resultaten en dus goed onderwijs laat ze impliciet weten.
"Verder willen de ministers extra aandacht voor groepen die achterlopen, ZOALS vmbo'ers, jongens en leerlingen die met meerdere talen opgroeien."

Bij welk verband hoort het signaalwoord 'zoals' hier?
A
uitspraak-conclusie
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk verband kan het signaalwoord 'zoals' ook horen?
A
uitspraak-vergelijking
B
oorzaak-gevolg
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu zelf een zin waarin het signaalwoord 'zoals' voorkomt als uitspraak-vergelijking.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies