Sein wiederholung

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid

Slide 2 - Sleepvraag

sein (wir)
A
sein
B
sind
C
seid
D
seind

Slide 3 - Quizvraag

ihr .................... (sein)
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 4 - Quizvraag

du .................... (sein)
A
bist
B
bin
C
ist

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste uitgang bij haben/sein in:
Ich (sein)
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 6 - Quizvraag

Bij

er + sein
A
sein
B
seit
C
seid
D
ist

Slide 7 - Quizvraag

sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
D
war

Slide 8 - Quizvraag

sein

er ...
A
bist
B
ist
C
seid
D
sind

Slide 9 - Quizvraag

sein: du
A
bist
B
bin
C
sind
D
hast

Slide 10 - Quizvraag

sein: ihr
A
sind
B
seit
C
seid
D
ist

Slide 11 - Quizvraag

sein (ich)
A
bin
B
bint
C
bist
D
seine

Slide 12 - Quizvraag

Hoe oud ben je?

Slide 13 - Open vraag

Wo wohnst du?

Slide 14 - Open vraag

Hoe heet je?

Slide 15 - Open vraag

Waar kom je vandaan?

Slide 16 - Open vraag

Wat is je adres?

Slide 17 - Open vraag

Wer bist du?

Slide 18 - Open vraag

Wer

Wie

Was 

Wo

Woher
Waar

Wie

Hoe

Waarvandaan 

Wat


Slide 19 - Tekstslide

Zoek de juiste vertalingen bij elkaar
kommen
Österreich
die Adresse
sechs
der Name
alt
die Telefonnummer
die Jahre
woher
komen
de naam
Oostenrijk
het adres
zes
het telefoonnummer
oud
waarvandaan
de jaren

Slide 20 - Sleepvraag

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig 
meervoud
die
der
die
das

Slide 21 - Sleepvraag

Zoek de juiste combinaties bij elkaar. 
Sleep de blauwe vakken op de juiste rode vakken.
Du

Sie
Wie heißt du? 
Wie heißen Sie? 
jij
U
Hoe heet jij?
Hoe heet u? 

Slide 22 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Link

Nächste Woche
SO kapitel. 1 

Leren: Seite 26 + 27 

Woordjes + zinnen

Sein + persoonlijk voornaamwoord

Slide 25 - Tekstslide