3. OB // knooppunt, ametroop, systeemmyopie, verte punt

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Oog en brilMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3VOPT1C
Planning:







Maandag
Optioneel, maar ...
Donderdag
Verplicht: uitleg theorie, bespreken vragen.
Vrijdag
Verplicht: uitleg theorie, bespreken vragen.
Aanwezigheid maandag:
>> optioneel = aanwezigheid registratie wordt op n.v.t. gezet.
>> donderdag en/of vrijdag les gemist; les inhalen op maandag (niet aanwezig = aanwezigheid wordt op afwezig gezet).
>> tussentijdse toetsen onvoldoende; maandag lessen worden op verplicht gezet (niet aanwezig = aanwezigheid wordt op            afwezig gezet)

Slide 2 - Tekstslide

Planning 3VOPT1C













Toetsmomenten worden nog bepaald.
Dit is een voorlopige planning en kan nog wijzigen.
Lesweek:
Onderwerp:
week 1
Introductie, het emmetrope oog, brekend stelsel, brandpunt, 1e en 2e hoofdbrandpunt afstand, hoofdvlak, schematisch oog.
Zien van licht, beeldvorming menselijk oog, emmetroop oog, accommodatie, knooppunt, ametroop oog, myopie en hypermetropie.
week 2
Systeemmyoop, verte punt.
week 3
Asmyoop, kinderen en myopie, as-systeemmyopie.
week 4
Het corrigeren van de myopie, vertepunt, nabijpunt, accommodatiegebied, accommodatiediepte.
week 5
2e topafstand correctieglas, hoornvliesafstand, contactlenzen, accommodatie.
week 6
Systeemhypermetropie, ashypermetropie.
week 7
Hypermetropie bij kinderen, corrigeren van hypermetropie, lager/hoger, topdiepte.

Slide 3 - Tekstslide

Planning 3DOPT1B










Dit is een voorlopige planning en kan nog wijzigen.
Lesweek:
Onderwerp:
week 1
Introductie, het emmetrope oog, brekend stelsel, brandpunt, 1e en 2e hoofdbrandpunt afstand, hoofdvlak, schematisch oog.
week 2
Zien van licht, beeldvorming menselijk oog, emmetroop oog, accommodatie, knooppunt, ametroop oog, myopie en hypermetropie.
week 3
Systeemmyoop, verte punt.
week 4
Asmyoop, kinderen en myopie, as-systeemmyopie.
week 5 / TOETS
Het corrigeren van de myopie, vertepunt, nabijpunt, accommodatiegebied, accommodatiediepte.
week 6
2e topafstand correctieglas, hoornvliesafstand, contactlenzen, accommodatie.
week 7
Systeemhypermetropie, ashypermetropie.
week 8 / TOETS
Hypermetropie bij kinderen, corrigeren van hypermetropie, lager/hoger, topdiepte.

Slide 4 - Tekstslide

Lessen vorige week
Week 1  en 2
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- heb je basiskennis van het emmetrope oog.
- kan je uitleggen uit welke onderdelen het brekend stelsel bestaat.
- kan je uitleggen welke sterkte het brekend stelsel heeft.
- kan je uitleggen wat een brandpunt is.
- kan je uitleggen wat het eerste hoofdbrandpuntafstand is.
- kan je uitleggen wat het tweede hoofdbrandpuntafstand is.
- kan je uitleggen wat het hoofdvlak is.
- kan je een schematisch oog tekenen.
- heb je basiskennis van beeldvorming in het menselijk oog
- heb je basiskennis over accommodatie.
Theorieboek:
Bladzijde 1 tot en met 27.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 1 tot en met 16.

Slide 5 - Tekstslide

Vandaag
3VOPT1C
Week 2
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- heb je kennis over het knooppunt in het oog.
- heb je kennis over het ametrope oog.
- kan je het verschil uitleggen tussen myopie & hypermetropie.
- kan je verschillende vormen van myopie benoemen.
- kan je het verschil uitleggen tussen systeemmyopie en asmyopie.
- kan je uitleggen en berekenen wat de graad van myopie en ametropie is.
- kan je berekenen waar F'o ligt t.o.v. het netvlies.
- kan je het vertepunt berekenen.
Theorieboek:
Bladzijde 28 tot en met 32.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 20 tot en met 22.

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag
3DOPT1B
Week 3
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- heb je kennis over het knooppunt in het oog.
- heb je kennis over het ametrope oog.
- kan je het verschil uitleggen tussen myopie & hypermetropie.
- kan je verschillende vormen van myopie benoemen.
- kan je het verschil uitleggen tussen systeemmyopie en asmyopie.
- kan je uitleggen en berekenen wat de graad van myopie en ametropie is.
- kan je berekenen waar F'o ligt t.o.v. het netvlies.
- kan je het vertepunt berekenen.
Theorieboek:
Bladzijde 28 tot en met 32.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 20 tot en met 22.

Slide 7 - Tekstslide

herhaling
wat hebben jullie onthouden van de 1e lesweek?

Slide 8 - Tekstslide

Uit welke 2 onderdelen bestaat het brekend stelsel?
A
ooglens + netvlies
B
hoornvlies + kamerwater
C
ooglens + hoornvlies
D
kamerwater + netvlies

Slide 9 - Quizvraag

Het brekend stelsel heeft een sterkte van:
A
0 dpt
B
10 dpt
C
16,67 dpt
D
60 dpt

Slide 10 - Quizvraag

Hoelang is het "gezonde" oog?
A
2 cm
B
16,67 mm
C
22,5 mm
D
24 mm

Slide 11 - Quizvraag

Welke brekingsindex heeft het oog?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel dioptrie moet je accommoderen om op 40 cm scherp te zien?

Slide 13 - Open vraag

Knooppunt
In de afbeelding hiernaast staat een voorwerp voor de lens.
Vanaf het voorwerp zijn drie punten aangegeven:
- de top,
- het midden,
- de voet.

De afbeelding staat omgekeerd op het netvlies.
Het waar alle lichtstralen door hetzelfde punt gaan, noemen we het knooppunt. Dit punt ligt 16,67 mm voor het netvlies.

Slide 14 - Tekstslide

Het ametrope oog
De mens is afhankelijk van een groeiproces, dit proces verloopt onregelmatig.
Kleine verschillen bij het oog tussen individuen kunnen zitten in:

  • de kromtestraal van het hoornvlies.
  • de kromtestralen van de ooglens.
  • de optische ooglengte.

Zodra het brandpunt niet meer op het netvlies valt, dan is er sprake van een brekingsafwijking (refractieafwijking).
Het oog is dan niet emmetroop maar ametroop.

Slide 15 - Tekstslide

De graad van ametropie
De grootte van de brekingsafwijking kan in dioptrieën worden uitgedrukt.
Je noemt het aantal dioptrie dat een oog tekortkomt of teveel heeft de graad van ametropie (g.v.a.).

>> F' voor het netvlies? Brekend stelsel is te sterk >> g.v.a. = +
>> F' achter het netvlies? Brekend stelsel is te zwak >> g.v.a. = -

Slide 16 - Tekstslide

Myopie
F' ligt voor het netvlies; het brekend stelsel is te sterk.
>> bijziend of myoop.
>> graad van myopie.

Slide 17 - Tekstslide

Myopie
Myoop:
F'o ligt vóór het netvlies.
De graad van ametropie heeft een positieve waarde (+).
Het brekend stelsel is namelijk te sterk voor de optische ooglengte.
Dit corrigeer je met een negatief (-) glas.
De persoon is bijziend.

Slide 18 - Tekstslide

Hypermetropie
F' ligt achter het netvlies; het brekend stelsel is te zwak.
>> verziend of hypermetroop.
>> graad van hypermetropie.

Slide 19 - Tekstslide

Hypermetropie
Hypermetropie:
F'o ligt achter het netvlies.
De graad van ametropie heeft een negatieve waarde (-).
Het brekend stelsel is namelijk te zwak voor de optische ooglengte.
Dit corrigeer je met een positief (+) glas.
De persoon is verziend.

Slide 20 - Tekstslide

Verschillende soorten myopie
Iemand is myoop wanneer het 2e hoofdbrandpunt (F'o) voor het netvlies ligt, dit kan komen doordat:
  • het brekend stelsel een hogere sterkte heeft dan +60 dpt, terwijl het oog de normale optische ooglengte heeft (22,5 mm). F'o ligt dan voor het netvlies, omdat f'o kleiner is dan 22,5 mmm (systeemmyoop).
  • de optische ooglengte van het oog langer is dan 22,5 mm, terwijl het brekend stelsel +60 dpt is. Dan ligt F'o voor het netvlies, omdat f'o op een afstand van 22,5 mm ligt, terwijl het netvlies verder weg ligt dan 22,5 mm (asmyopie).
  • de sterkte van het brekend stelsel en de optische ooglengte niet juist zijn (as-systeemmyopie).

Slide 21 - Tekstslide

Systeemmyopie
Wanneer het brekend stelsel te sterk is en de optische ooglengte juist, noem je deze vorm van myopie systeemmyopie.

Slide 22 - Tekstslide

Graad van systeemmyopie/ myopie/ ametropie
De graad van ... geeft de oogfout aan.
Bij een systeemmyopie kun je de oogfout aangeven met:
"het brekend stelsel van een oog heeft een sterkte van +64 dpt."

  • de graad van systeemmyopie: deze is 4 dpt. Het is zonder + teken, want het woord "systeemmyopie" geeft al aan dat het brekend stelsel te sterk is.
  • de graad van myopie: deze is 4 dpt. Het is zonder +  teken, want het woord "myopie" geeft al aan dat het brekend stelsel te sterk is.
  • de graad van ametropie (g.v.a.): deze is + 4 dpt. Dit is wel met een + teken. Een myoop heeft altijd een te sterk brekend stelsel t.o.v. de optische ooglengte. 

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het brekend stelsel van een oog heeft een sterkte van +64 dpt.
Waar ligt F'o t.o.v. het netvlies?

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het brekend stelsel van een oog heeft een sterkte van +64 dpt.
Waar ligt F'o t.o.v. het netvlies?

1e hoofdbrandpunt (f):
f = 1 / F = 1 / 64 = +0,01565 m = +15,65 mm.

2e hoofdbrandpunt (f'):
f' = f x 1,35 = 15,65 x 1,35 = 21,10 mm.

f'o ligt 22,5 - 21,10 =1,40 mm vóór het netvlies.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het brekend stelsel van een oog heeft een sterkte van +64 dpt.
Waar ligt F'o t.o.v. het netvlies?

De beeldvergentie ter plaatse van het hoofdvlak moet nu, door de optische ooglengte, +60 dpt zijn. Dit kan alleen als de voorwerpsvergentie (L) van de invallende lichtbundels - 4,0 dpt is:

L + F =L'
L + 64 = 60 dpt
L = 60 - 64 = - 4,0 dpt
Wanneer een lichtbundel - 4 dpt op het oog valt, verschijnt op het netvlies wél een scherp beeld.

Zonder correctie is het voor een myoop persoon onmogelijk om op grote afstand scherp te zien.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het brekend stelsel van een oog heeft een sterkte van +64 dpt.
Waar ligt F'o t.o.v. het netvlies?

Het oog heeft een sterkte van +64 dpt.
>> het heeft dus +4 dpt te veel.

Deze persoon ziet voorwerpen scherp op (l = 1/L = 1/-4 = -0,25 m) 25 cm voor het hoofdvlak liggen.

Het vertepunt R bevindt zich dus 25 cm voor het hoofdvlak van dit oog.

Het punt waarop we, zonder accommodatie, scherp zien, noem je het vertepunt (R).

Slide 27 - Tekstslide

Het vertepunt R
De voorwerpsbundel (L) is een divergerende bundel en heeft een negatieve vergentie.

De voorwerpsafstand (l) is nu -25 cm.
De voorwerpsvergentie (L) = 1 / l = 1 / -0,25 = -4,0 dpt.

Het vertepunt is het punt waarop het voorwerp gehouden moet worden om een scherpe afbeelding op het netvlies te krijgen, dus:

R (vertepunt) = L (voorwerpsvergentie) 
beide in dioptrie.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Bij een systeemmyoop ligt het 2e hoofdbrandpunt (F'o) 1,20 mm voor het netvlies.
  1. wat is de graad van myopie?
  2. wat is de graad van ametropie?
  3. op welke afstand ligt het vertepunt?
  4. maak een schematische tekening.

Slide 29 - Tekstslide

Vandaag
Week 3
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- heb je kennis over het knooppunt in het oog.
- heb je kennis over het ametrope oog.
- kan je het verschil uitleggen tussen myopie & hypermetropie.
- kan je verschillende vormen van myopie benoemen.
- kan je het verschil uitleggen tussen systeemmyopie en asmyopie.
- kan je uitleggen en berekenen wat de graad van myopie en ametropie is.
- kan je berekenen waar F'o ligt t.o.v. het netvlies.
- kan je het vertepunt berekenen.
Theorieboek:
Bladzijde 28 tot en met 32.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 20 tot en met 22.

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen:
Bladzijde 23 tot en met 32
Maken:
Opdracht 20, 21 en 22.
Voorbereiden:
Bladzijde 33 tot en met 39 lezen.

Slide 31 - Tekstslide