Beeldbeschouwen Klas 2 VORM | LIJN

SO Klas 2 P3-4 2024
VORM - 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SO Klas 2 P3-4 2024
VORM - 

Slide 1 - Tekstslide

Kijken naar kunst = beeldbeschouwen/beeldanalyse
1: VOORSTELLING
= wat zie ik?
waar gaat het over?
wat is de inhoud/thema?
2: VORMGEVING
= hoe en waarmee is het gemaakt?
vormgevingsaspecten
vorm
lijn
licht
ordening/compositie
ruimte
kleur
overig (geluid) 
materialen en technieken

Slide 2 - Tekstslide

VORM

LIJN
LICHT
ORDENING

RUIMTE
KLEUR
TEXTUUR

OVERIG (GELUID, STRUCTUUR)
MATERIAAL & TECHNIEK
DE VORMGEVINGSASPECTEN

Slide 3 - Tekstslide

VORM

Slide 4 - Tekstslide

VORMGEVINGSASPECTEN
VORM
vormgebruik
Algemene kenmerken
vormsoort
Een groep vormen waarvan bepaalde kenmerken hetzelfde zijn.
vormcontrast
Tegenstelling tussen twee vormsoorten.

Slide 5 - Tekstslide

VORMGEVINGSASPECTEN
VORMGEBRUIK
Gebruik van de vormen
2D - vlak 
plat : lengte + breedte
3D - volume
ruimtelijk : breedte, hoogte, diepte
Figuratief
Herkenbare vormen
Gestilleerd
Versimpelde vormen
Geabstraheerd
Veranderde vormen
Abstract
Niet meer te herkennen vorm
Gedetaileerd
Vormen met veel details
Contour
Buitenste omtreklijn van een vorm
Silhouet
Egale ingevulde vorm
Restvorm
(rest)ruimte tussen verschillende vormen.

Slide 6 - Tekstslide

Figuratief 
Abstract
Gestileerd
Geabstraheerd
Geabstraheerd
Geabstraheerd
Geabstraheerd
Geabstraheerd

Slide 7 - Tekstslide

3D
Abstract
Organisch vormen
2D
Abstract
Geometrische vormen
Piet Mondriaan
Broadway Boogie Woogie (1942)
Adam Frezza & Terri Chiao
Chiaozza Garden (2017)

Slide 8 - Tekstslide

Adam Frezza & Terri Chiao
Chiaozza Garden (2017)
2D 
3D
Figuratief
Abstract
Organische vormen
Gesloten vormen
Geometrische vormen
Open vormen

Slide 9 - Sleepvraag

Welke vormcontrasten herken je?
A
hoekig - rond
B
open - gesloten
C
dik - dun
D
symmetrisch - asymmetrisch

Slide 10 - Quizvraag




Vormsoort:
dit is een groep vormen waarvan bepaalde  kenmerken hetzelfde zijn. 

Zoals;
Geometrische vormen
Organische vormen
Gesloten vormen
Open vormen
Abstracte vormen
Figuratieve vormen






Daarnaast is er ook verschil in vorm of een vorm tweedimensionaal, vlak, is.
Of driedimensionaal is, een vorm heeft dan volume.

Slide 11 - Tekstslide

2D (vlak)
2D (vlak)
3D (volume)
Joseph Kosuth 
"één en drie stoelen" (1965)

De kunstenaar stelt de vraag of dit 1 stoel, of 3 stoelen zijn. 
En bevraagt daarmee het idee van kunst. 

Slide 12 - Tekstslide


A
Figuratief
B
Abstract

Slide 13 - Quizvraag


A
Organisch
B
Geometrisch

Slide 14 - Quizvraag

VORMGEVINGSASPECTEN
VORMSOORT
groep van vormen met dezelfde kenmerken. 
Geometrische vormen
wiskundige vormen (cirkel, vierkant, driehoek etc.)
Organische vormen
natuurlijke vormen
Gesloten vormen
dichte vormen
Open vormen
vormen met openingen
Figuratieve vormen
herkenbare vormen
Abstracte vormen 
bedachte vormen

Slide 15 - Tekstslide

Welke geometrische vormen ken jij?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

VORMGEVINGSASPECTEN
VORMCONTRAST
vormen die elkaars tegenpool zijn versterken elkaar. 
Hoekig + Rond 
Geometrisch + Organisch 
Symmetrisch + Assymetrisch 
Ruimtelijk + Plat
Grillig + Strak 
Dik + Dun
Groot + Klein 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vormcontrast is het contrast (tegenstelling) wat je krijgt als je twee verschillende vormsoorten naast elkaar zet.
Het effect daarvan is dat ze elkaar versterken.






Slide 20 - Tekstslide

VORM

LIJN
LICHT
ORDENING

RUIMTE
KLEUR
TEXTUUR

OVERIG (GELUID, STRUCTUUR)
MATERIAAL & TECHNIEK
DE VORMGEVINGSASPECTEN

Slide 21 - Tekstslide

LIJN

Slide 22 - Tekstslide

Een lijn = een lijn..........toch?
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over een lijn. 
Hier wat begrippen die bij LIJN horen en die je moet kennen:

  • lijnsoort
  • lijndikte
  • lijnvoering
  • arcering
  • contourlijn
  • lijnwerking
  • lineair

Slide 23 - Tekstslide

VORMGEVINGSASPECTEN
LIJN
lijnsoort
groep lijnen met dezelfde kenmerken. 
lijndikte
variatie van heel dun tot heel dik
lijnvoering
welke druk er gebruikt is
arcering
met lijnen gevuld vlak
contourlijn
omtreklijn van een vorm
lijnrichting
de richting waar de lijn naar toe loopt
lijnwerking
het effect van de lijn
lineair
Als het geheel opgebouwd is uit lijnen 2D + 3D!

Slide 24 - Tekstslide

LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:

recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz. 

Slide 25 - Tekstslide

LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.

De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.

Slide 26 - Tekstslide

LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:

- voorzichtig, zoekend
- duidelijk en stevig
- eentonig, gelijkmatig 
- met allerlei overgangen van dun naar  
  dik en weer terug

Slide 27 - Tekstslide

ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld. 

  • Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen
  • Je kunt ze dicht naast elkaar zetten voor een donkerder effect.
    of meer ruimte ertussen laten
    voor een lichter effect.. 
  • En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.

Slide 28 - Tekstslide

CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.

Slide 29 - Tekstslide

LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk. 

Staan alle lijnen verticaal of horizontaal        of lopen ze chaotisch door elkaar heen        ? 

De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting      

Slide 30 - Tekstslide

LIJNWERKING

Het effect van een lijn / de lijnen.


  • Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
  • Er kan beweging worden gesuggereerd.
  • Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
  • Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
  • Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
  • Er kan een gevoel uit stralen.

Slide 31 - Tekstslide

LINEAIR
Als het geheel is opgebouwd uit lijnen.

Dit kan        zijn maar ook net zo goed 
3D
2D

Slide 32 - Tekstslide

Vormsoorten
Geometrische vormen
- Wiskundige vormen. (cirkel, driehoek)
- Rechte lijnen en hoeken.
- Door mensen gemaakt.

Organische vormen
- Ronde lijnen.
- Vormen die in de natuur voorkomen.

Slide 33 - Tekstslide

VORMCONTRAST (vorm-tegenstelling): 
als 2 vormen van verschillende vormsoorten naast elkaar worden gebruikt om een vormtegenstelling te benadrukken:  

Enkele Voorbeelden

geometrisch - organisch
gesloten - open
enkelvoudig - meervoudig
symmetrisch - asymmetrisch
groot - klein
hoekig - rond

Slide 34 - Tekstslide

Einde van de eerste les!
Heb je alle begrippen overgenomen in je schrift?
Je weet nu:
  • het verschil tussen voorstelling en vormgeving
  • wat een beeldaspect is
  • wat een vorm is
  • wat vormsoorten zijn
  • je kent de basisvormen
  • het verschil tussen 2- en 3 dimensionaal
  • het verschil tussen organische- en geometrische vormen

Slide 35 - Tekstslide

VORMCONTRAST (vorm-verschil): 
als 2 vormen van verschillende vormsoorten naast elkaar worden gebruikt om het vormverschil te benadrukken:  

Enkele Voorbeelden

-Geometrisch-organisch
-gesloten-open
-enkelvoudig-meervoudig
-symmetrisch-asymmetrisch
-groot-klein
-hoekig-rond

Slide 36 - Tekstslide

Vorm

  • Vormsoorten: open, gesloten, geometrisch, organisch, plat, ruimtelijk, rond, gedetailleerd....
  • Vormcontrasten: open-gesloten, hoekig-rond, organisch-geometrisch
  • vormgebruik: vereenvoudigd, gestileerd, gedetailleerd, figuratief, abstract, geabstraheerd


Slide 37 - Tekstslide