vormen die elkaars tegenpool zijn versterken elkaar.
Hoekig + Rond
Geometrisch + Organisch
Symmetrisch + Assymetrisch
Ruimtelijk + Plat
Grillig + Strak
Dik + Dun
Groot + Klein
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Vormcontrast is het contrast (tegenstelling) wat je krijgt als je twee verschillende vormsoorten naast elkaar zet.
Het effect daarvan is dat ze elkaar versterken.
Slide 20 - Tekstslide
VORM
LIJN
LICHT
ORDENING
RUIMTE
KLEUR
TEXTUUR
OVERIG (GELUID, STRUCTUUR)
MATERIAAL & TECHNIEK
DE VORMGEVINGSASPECTEN
Slide 21 - Tekstslide
LIJN
Slide 22 - Tekstslide
Een lijn = een lijn..........toch?
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over een lijn.
Hier wat begrippen die bij LIJN horen en die je moet kennen:
lijnsoort
lijndikte
lijnvoering
arcering
contourlijn
lijnwerking
lineair
Slide 23 - Tekstslide
VORMGEVINGSASPECTEN
LIJN
lijnsoort
groep lijnen met dezelfde kenmerken.
lijndikte
variatie van heel dun tot heel dik
lijnvoering
welke druk er gebruikt is
arcering
met lijnen gevuld vlak
contourlijn
omtreklijn van een vorm
lijnrichting
de richting waar de lijn naar toe loopt
lijnwerking
het effect van de lijn
lineair
Als het geheel opgebouwd is uit lijnen 2D + 3D!
Slide 24 - Tekstslide
LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:
recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz.
Slide 25 - Tekstslide
LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heeldun tot heeldik.
De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.
Slide 26 - Tekstslide
LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:
- voorzichtig, zoekend
- duidelijk en stevig
- eentonig, gelijkmatig
- met allerlei overgangen van dun naar
dik en weer terug
Slide 27 - Tekstslide
ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld.
Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen.
Je kunt ze dicht naast elkaar zetten voor een donkerder effect. of meer ruimte ertussen laten voor een lichter effect..
En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.
Slide 28 - Tekstslide
CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.
Slide 29 - Tekstslide
LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk.
Staan alle lijnen verticaal of horizontaal of lopen ze chaotisch door elkaar heen ?
De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting
Slide 30 - Tekstslide
LIJNWERKING
Het effect van een lijn / de lijnen.
Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
Er kan beweging worden gesuggereerd.
Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
Er kan een gevoel uit stralen.
Slide 31 - Tekstslide
LINEAIR
Als het geheel is opgebouwd uit lijnen.
Dit kan zijn maar ook net zo goed
3D
2D
Slide 32 - Tekstslide
Vormsoorten
Geometrische vormen
- Wiskundige vormen. (cirkel, driehoek)
- Rechte lijnen en hoeken.
- Door mensen gemaakt.
Organische vormen
- Ronde lijnen.
- Vormen die in de natuur voorkomen.
Slide 33 - Tekstslide
VORMCONTRAST (vorm-tegenstelling):
als 2 vormen van verschillende vormsoorten naast elkaar worden gebruikt om een vormtegenstelling te benadrukken:
Enkele Voorbeelden
geometrisch - organisch
gesloten - open
enkelvoudig - meervoudig
symmetrisch - asymmetrisch
groot - klein
hoekig - rond
Slide 34 - Tekstslide
Einde van de eerste les!
Heb je alle begrippen overgenomen in je schrift?
Je weet nu:
het verschil tussen voorstelling en vormgeving
wat een beeldaspect is
wat een vorm is
wat vormsoorten zijn
je kent de basisvormen
het verschil tussen 2- en 3 dimensionaal
het verschil tussen organische- en geometrische vormen
Slide 35 - Tekstslide
VORMCONTRAST (vorm-verschil):
als 2 vormen van verschillende vormsoorten naast elkaar worden gebruikt om het vormverschil te benadrukken: