06-05-2024

06-05-2024
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

06-05-2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
Slides 11 t/m 22: kijken : om in de les samen doen.
TB: ( wij doen dese oefeningen samen in de les)
p.101, ej. 8b
p. 102, ej. 10 a/c
p.103, ej. 12 a/b, ej. 13

Slide 2 - Tekstslide

TB: p.101, ej. 8a/b/c/d
TB: p.101, 
ej. 8a/b/c/d
8b respuestas
1. nacer en México
2. estudiar Antropologia
3. aprender un arte espacial
4. ir a España
5. trabajar en museo
6. particpar en encuentros interculturales

8c respuestas
nació - nacer, estudió - estudiar, aprendió - aprender, empezó - empezar, se fue - irse, trabajó - trabajar, relaizó - realizar, explicó - explicar, 
slide 11

Slide 3 - Tekstslide

Deze nieuwe verleden tijd is:  el Indefinido


formas
uso
slide 12

Slide 4 - Tekstslide

slide 13

Slide 5 - Tekstslide

¿Cuándo usamos el 
"(Pretérito) Indefinido"?
En marzo (ahora es abril)
En 1995 (ahora es 2024)
En el invierno  (ahora es primavera)
----------------------------------------------
El mes pasado
El año pasado
Hace tres meses
Hace cuatro días
---------------------------------------------
Ayer
El lunes ( hoy es martes)

slide 14

Slide 6 - Tekstslide

slide 15

Slide 7 - Tekstslide

marcadores de tiempo
ayer, anoche,
la semana pasada, el mes pasado, las vacaciones pasadas
En 1989, en 2005, en mayo, el jueves
ese día, esa noche, 
slide 16

Slide 8 - Tekstslide

El (Pretérito) Indefinido 

 

De Indefinido geeft handelingen en gebeurtenissen aan die zich afspelen in een periode die de spreker als afgesloten beschouwt .
(ayer, la semana pasada, en 1989)
  • El viernes pasado Paco fue al cine - Afgelopen vrijdag ging Paco naar de bioscoop.
  • Llegamos a España en 2002. - We kwamen in 2002 aan in Spanje.
De Indefinido wordt ook gebruikt om afgesloten gebeurtenissen te beoordelen
 La fiesta fue fenomenal.
slide 17

Slide 9 - Tekstslide

Marcadores del indefinido
slide 18

Slide 10 - Tekstslide

V.T.T. of O.V.T.
De (presente) perfecto = de v.t.t. 
 ik heb .... gegeten, ik ben ..... geweest
De (pretérito) indefinido = de o.v.t. 
 ik at, jij ging 


    VTT of OVT 
De indefinido gebruik je bij een afgesloten handeling (= iets dat je deed) of gebeurtenis  (= iets dat gebeurde) op een bepaald moment of in een periode in het verleden.
slide 19

Slide 11 - Tekstslide

Recordar
slide 20

Slide 12 - Tekstslide

1. Este mes no hemos tenido una vez clase de español.
2. He estado dos veces en Madrid.
3.¿Has visto alguna vez una película de vaqueros?
4. Me voy, porque ya es muy tarde y todavía no he comprado el pan.
De Perfecto wordt gebruikt voor gebeurtenis in het verleden die een verband hebben met heden (esta semana, este mes, este año), of voor gebeurtenissen waarvan het niet belangrijk is wanneer ze plaatsvonden ( alguna vez/ nunca)
slide 21

Slide 13 - Tekstslide

Unidad 11 CG1
Verschil in gebruik Indefinido vs Perfecto
slide 22

Slide 14 - Tekstslide

TB:
p. 101, ejs. 8b, 9
p.102, ejs.10a, 11
p.103, ejs. 12 a/b, 13
WB:
p. 108, ejs. 11, 12a
p. 109, ejs.13, 14
p.110, ejs. 15, 16, 17
p.111, ejs. 18, 19, 20

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Deberes
Repasar las unidades 7 t/m 11 .

Slide 17 - Tekstslide

Buenas vacaciones.   

Slide 18 - Tekstslide