1848

Kenmerkend aspect
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Kenmerkend aspect
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In de nieuwe Grondwet van 1848 werd de ministeriële
verantwoordelijkheid opgenomen.
Aan wie moeten ministers vanaf 1848 verantwoording afleggen?
A
de rechters
B
de regering
C
het parlement
D
het staatshoofd

Slide 7 - Quizvraag

In 1850 werden er Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Volgens het
kiesrecht in die tijd was een voorwaarde om te mogen stemmen dat
mensen een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
Noem de naam van het kiesrecht waarin die voorwaarde gesteld
wordt

Slide 8 - Open vraag

Noem een andere voorwaarde om in 1850 te mogen stemmen

Slide 9 - Open vraag

Koning Willem II liet in 1848 een levensgroot schilderij van zichzelf in de
Eerste Kamer ophangen. Hij zei daarbij tegen de Eerste Kamerleden:
“Door de nieuwe Grondwet kan ik niet meer bij u komen, daarom wil ik u
mijn portret geven, dan ben ik altijd bij u”.
Wat was de reden dat koning Willem II deze uitspraak deed?
Door de nieuwe Grondwet van 1848
A
mocht de koning alleen nog maar Tweede Kamerleden benoemen.
B
verloor de koning veel politieke macht.
C
was de koning geen voorzitter meer van de Eerste Kamer.
D
werd de koning lid van het parlement.

Slide 10 - Quizvraag

In de nieuwe Grondwet van 1848 staat dat iedere wet ondertekend moet worden door de koning en de betrokken minister(s).
Geef een reden waarom ook een minister een handtekening moet zetten

Slide 11 - Open vraag

In 1844 diende minister Thorbecke een voorstel in om de grondwet te
wijzigen. Koning Willem II wees dit voorstel af. Een paar jaar later
veranderde de koning van mening en gaf hij alsnog de opdracht om de
grondwet te wijzigen.
Geef een reden waarom koning Willem II een paar jaar later alsnog de
opdracht gaf om de grondwet te wijzigen.

Slide 12 - Open vraag

Gebruik bron 9.
In 1848 breken in verschillende Europese landen liberale opstanden uit
die leiden tot het aftreden van de daar regerende vorsten.
2p 15 Beredeneer welk verband er bestaat tussen deze gebeurtenissen in 1848
en het besluit van Willem II door:
 aan te geven welk besluit Willem II neemt en
 te verklaren waarom Willem II dit besluit neemt.

Slide 13 - Open vraag

Gebruik bron 5.
Een bewering:
In het aanplakbiljet wordt de koning iets gevraagd wat hij volgens de Grondwet van 1848 eigenlijk niet meer mag doen.
2p 12 Licht deze bewering toe.

Slide 14 - Open vraag