Woordsoorten (lw-zn-bn-ww-vz)

Woordsoorten 
oefenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordsoorten 
oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?

Je herhaalt de woordsoorten lw- znw - bijv. nw - ww - vz

Slide 2 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 3 - Tekstslide

het = ?
A
lw
B
znw
C
bijv. nw
D
ww

Slide 4 - Quizvraag

dansen = ?
A
ww
B
znw
C
lw
D
bijv. nw

Slide 5 - Quizvraag

auto = ?
A
lw
B
bijv. nw
C
ww
D
znw

Slide 6 - Quizvraag


water = ?
A
znw
B
vz
C
bijv. nw
D
lw

Slide 7 - Quizvraag

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
znw
B
lw
C
ww
D
bijv. nw

Slide 8 - Quizvraag


de = ?
A
znw
B
lw
C
vz
D
bijv. nw

Slide 9 - Quizvraag


huis = ? 
A
ww
B
znw
C
bijv. nw
D
vz

Slide 10 - Quizvraag



sporters 
A
ww
B
vz
C
znw
D
bijv. nw

Slide 11 - Quizvraag


is = ?
A
vz
B
ww
C
znw
D
bijv. nw

Slide 12 - Quizvraag


Nederlandse 
A
ww
B
vz
C
znw
D
bijv. nw

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel voorzetsels heeft deze zin?

Op vakantie sliep ik in een mooi stapelbed.
A
1
B
2
C
0
D
3

Slide 14 - Quizvraag


Betonnen, groene, snelle of koperen zijn voorbeelden van...?
A
vz
B
lw
C
znw
D
bijv. nw

Slide 15 - Quizvraag


Breda, juli, Willemijn en speedboot zijn voorbeelden van...?
A
vz
B
lw
C
znw
D
bijv. nw

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in deze zin?

Het groene houten oude bankje in onze mooie bloemrijke voortuin hebben we in kleine stukken gezaagd.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 17 - Quizvraag

Werkwoorden

Slide 18 - Woordweb

Voorzetsels

Slide 19 - Woordweb

Lidwoorden

Slide 20 - Woordweb

Zelfstandige naamwoorden

Slide 21 - Woordweb

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 22 - Woordweb