Intro-opdracht module Sportschool

Hoeveel weet jij van sport en gezondheid
Introductieopdracht module Sportschool
Hoeveel weet jij van sport en gezondheid?
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoeveel weet jij van sport en gezondheid
Introductieopdracht module Sportschool
Hoeveel weet jij van sport en gezondheid?

Slide 1 - Tekstslide

Als je meer gaat trainen hoef je minder te slapen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Na inspanning is rust (en dus ook slaap) nodig. Iemand die steeds harder traint en zijn rust verwaarloost, raakt overtraind en presteert slechter.

Slide 3 - Tekstslide

Om er gespierder uit te zien, moet je veel vlees eten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Zowel spieren als vlees bestaan vooral uit eiwit, maar er zijn ook veel andere voedingsmiddelen waaruit je eiwit kunt halen: melk, kaas, eieren, sojaproducten, bonen.

Slide 5 - Tekstslide

Om gezond te blijven, kun je net zo goed één keer in de week twee uur sporten als vier keer in de week een half uur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag



Als je vaker een korte tijd actief bent, is er
minder kans dat je overbelast raakt dan als je heel lang achter elkaar sport.



Slide 7 - Tekstslide

Iemand die erg fit is, wordt ouder dan iemand die niet zo fit is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Fitheid geeft geen garantie dat je oud wordt. Dat hangt ook nog af van heel veel andere factoren, zoals onverwachte ziekte, erfelijke aanleg of voedingsgewoontes. Als je een gezonde leefwijze hebt, wordt de kans dat je langer leeft wel groter.

Slide 9 - Tekstslide

Je lichamelijke conditie heb je geërfd van je vader en je moeder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

De erfelijke aanleg heeft
wel invloed, maar ook training speelt een belangrijke rol. Je kunt erfelijk nog
zoveel talent hebben, als je niet traint krijg je geen goede conditie.

Slide 11 - Tekstslide

Als je last hebt van een blessure, moet je gewoon doorgaan en extra op je tanden bijten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Een blessure is een waarschuwing dat er iets in je lichaam niet in orde is, bijvoorbeeld door overbelasting. Naar zo’n waarschuwing kun je beter luisteren en je lichaam wat rust geven. Zo nodig ga je naar de dokter.

Slide 13 - Tekstslide

Bewegen is goed voor je hart en je bloedvaten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Door inspanning past je
hart zich aan: de gespierde wand wordt sterker en dikker. Ook als je rust heb
je daar voordeel van. Het hart hoeft dan maar weinig inspanning te leveren.

Slide 15 - Tekstslide

Fitheid en gezondheid hangen alleen maar af van hoeveel je beweegt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Allerlei andere zaken
spelen ook een rol. Bijvoorbeeld je erfelijke aanleg, wat je eet, of je rookt,
hoeveel je slaapt, of je alcohol drinkt, zijn allemaal factoren die invloed
hebben.

Slide 17 - Tekstslide

Een gezonde hartspier kan niet moe worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een gezond hart klopt je
hele leven door, elke seconde doet het zijn werk.

Slide 19 - Tekstslide

Om fit te worden, is hardlopen veel beter dan zwemmen of skateboarden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Het gaat niet om de soort sport die je doet, maar ook om de intensiteit waarmee je de sport doet.
Bovendien speelt ook het plezier in een bepaalde sport een belangrijke rol. Als je met plezier beweegt, span je je vaak beter in en is het effect groter.

Slide 21 - Tekstslide

Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Het teveel aan vet wordt
vooral opgeslagen in speciale vetcellen, vooral onder de huid. Maar een deel,
vooral met cholesterol erin, komt in de wand van bloedvaten terecht en zorgt
voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

Slide 23 - Tekstslide

Als je 15 minuten hardloopt, verbruik je meer vetten dan wanneer je een uur stevig wandelt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Bij zware inspanning, zoals 15 minuten hardlopen, maakt het lichaam snel energie vrij door suikers te verbranden. Bij rustig wandelen wordt juist eerder vet afgebroken.

Slide 25 - Tekstslide

Een warming-up stimuleert de bloedsomloop en zorgt dat je sneller reageert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Het hart gaat sneller kloppen, het bloed stroomt sneller rond, de spieren worden opgewarmd, het zenuwstelsel wordt geactiveerd.

Slide 27 - Tekstslide

Een jongen heeft per dag net zo veel energie nodig als een even groot meisje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een jongen heeft door een andere lichaamsbouw (grotere longen, een groter hart, iets meer spierweefsel, iets minder vet) een grotere hoeveelheid energie nodig dan een even groot meisje dat even actief is. Gemiddeld gebruikt een jongen van 13 jaar ong. 12.500 kjoules aan energie en een even groot meisje van 13 jaar ong. 10.000 kjoules.

Slide 29 - Tekstslide

Iemand met een goede conditie heeft vaak een lagere hartslag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Bij een fitte, getrainde persoon is het hart sterker, pompt per slag meer bloed weg en dan is het aantal slagen per minuut dus wat lager dan bij een ongetrainde persoon.

Slide 31 - Tekstslide

Na twee uur slaap heb je twee keer zo veel energie gebruikt als na een uur slaap.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

De hoeveelheid energie die je tijdens de slaap gebruikt, is redelijk constant.

Slide 33 - Tekstslide

Iemand die veel beweegt, kan meer zuurstof uit de lucht opnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Niet alleen het hart, maar ook de longen gaan beter werken. Daardoor neem je meer zuurstof op als je veel beweegt. En ook in rust heb je daar voordeel van.

Slide 35 - Tekstslide

Als je hard traint, moet je niet alleen eten, maar ook drinken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Je verliest bij hard trainen veel vocht door zweten, het water (en ook het zout wat in je zweet zit, moet je aanvullen door goed te drinken. 

Slide 37 - Tekstslide

Hoe meer je rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag



Beweging heeft invloed op de sterkte van je botten. Hoe meer je
rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden.



Slide 39 - Tekstslide

Het is verstandig om na een inspanning het zweet van je lijf te vegen,
en een droog shirt aan te trekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Als je zweet verdampt, koel je af en kun je verkouden worden.

Slide 41 - Tekstslide

Je hebt drie weken ziek in bed gelegen. Met hoeveel procent is je spiermassa verminderd?
A
5 %
B
10 %
C
15 %
D
20 %

Slide 42 - Quizvraag

Als spieren niet worden
gebruikt, nemen de spiervezels af in dikte en daardoor neemt de kracht van de
spieren af. Er gaan geen spiervezels verloren, dus later kun je door training
alles weer inhalen.

Slide 43 - Tekstslide