Bio Thema 6 Duurzaam leven - Basisstof 6.3

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 6 Duurzaam leven
§ 6.3 Duurzame landbouw

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Werkboek, Chromebook, JdW-map, pen/potlood 



timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Duurzaam landbouw
timer
2:00

Slide 5 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
              Inleiding 
Vroeger bestonden veel landbouwbedrijven uit zowel akkerbouw als veeteelt. Tegenwoordig zijn veel bedrijven gespecialiseerd. Veel bedrijven proberen voedsel te produceren op een duurzame manier.


Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
         Leerdoelen
         Bs. 6.3
6.3.1 Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen.

6.3.2 Je kunt de kenmerken van biologische bestrijding noemen.

6.3.3 Je kunt uitleggen hoe je gewassen op een duurzame manier kunt verbouwen.

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Gangbare landbouw
Wat is gangbare landbouw?
• Veel dieren bij elkaar: Dit noemen we intensieve veehouderij.
• Veel van hetzelfde gewas: Dit heet monocultuur.
• Voordeel: Hoge opbrengst, weinig machines of arbeid nodig.
• Gebruikelijk in Nederland: Veel boeren gebruiken deze methode.

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
Gangbare landbouw
Nadelen van gangbare landbouw
• Ziekten en plagen komen sneller voor.
• Grond raakt uitgeput: Minder voedingsstoffen.
• Te veel mest: Zorgt voor verzuring en vermesting van de bodem en het water.
• Slecht voor het milieu.

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
Bestrijdingsmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestrijdingsmiddelen
Wat zijn bestrijdingsmiddelen?
• Worden gebruikt om ziekten en plagen te bestrijden.
• Andere naam: pesticiden of gewasbeschermingsmiddelen.
• Werken meestal snel en goed.
• Gebruikt bij monocultuur en intensieve landbouw.


Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Bestrijdingsmiddelen
Nadelen van pesticiden
• Niet selectief: Doden ook nuttige dieren (zoals bijen).
• Blijven lang in het milieu: Slecht afbreekbaar.
• Organismen kunnen resistent worden.
• Pesticiden kunnen schadelijk zijn voor mensen en natuur.


Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Niet-selectieve bestrijdingsmiddelen
Wat betekent 'niet-selectief'?
• Ze doden meerdere soorten, niet alleen de plaag.
• Ook nuttige insecten sterven, zoals bijen, lieveheersbeestjes.
• Daardoor raakt de balans in de natuur verstoord.

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Niet-selectieve bestrijdingsmiddelen
Selectief vs. Niet-selectief
- Is een soort middel

Wat doet het?
  • Selectief Doodt één specifieke soort
  • Niet-selectief Doodt meerdere soorten
👉 Boeren kiezen liever selectieve middelen, maar die zijn vaak duurder of minder sterk.



Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Biologische afbraak
Wat is biologische afbraak?
• Betekent dat een stof afgebroken wordt door bacteriën en schimmels.
• Bij sommige pesticiden gaat dat heel langzaam.
• De stof blijft lang in het milieu aanwezig.

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Biologische afbraak
Gevolgen van slechte afbraak
• Opbouw van gifstoffen in de bodem en het water.
• Schadelijk voor dieren, planten én mensen.
• In veel landen zijn niet-afbreekbare middelen verboden.



Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Resistentie
Wat is resistentie?
• Een plaag wordt ongevoelig voor een pesticide.
• Komt doordat sommige dieren van nature al niet gevoelig zijn.
• Ze overleven en planten zich voort.
• Hun nakomelingen zijn ook resistent.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resistentie
Gevolgen van resistentie
1. De oude pesticide werkt niet meer.
2. Boeren moeten meer of sterkere middelen gebruiken.
3. Er ontstaat een nieuwe plaag, die moeilijk te bestrijden is.
4. Slecht voor milieu én gezondheid.
5. Als de populatie resistent is, kan er een nieuwe plaag komen. Om deze te bestrijden, is meer van het oude bestrijdingsmiddel nodig of er is een ander bestrijdingsmiddel nodig.


Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Biologische bestrijding
Wat is biologische bestrijding?
• Een manier om plagen te bestrijden zonder chemische middelen.
• Boeren gebruiken hierbij de natuur zelf.
• Drie manieren:
1. Natuurlijke vijanden gebruiken
2. Schadelijke insecten lokken
3. Vruchtwisseling toepassen

Begrip

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Bestrijdingsmiddelen
Chemische bestrijdingsmiddelen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom biologische bestrijding?
• Milieuvriendelijker dan chemische middelen.
• Minder schade aan nuttige insecten.
• Voorkomt resistentie.
• Past bij biologische landbouw.


Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Natuurlijke vijanden
Wat zijn natuurlijke vijanden?
• Dieren die van nature vijanden zijn van plagen.
• Voorbeeld: sluipwespen eten larven van witte vliegen.
• Wordt veel gebruikt in kassen (groente en fruit).



Slide 22 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voordelen van natuurlijke vijanden
Voordelen van natuurlijke vijanden
• Doden alleen de plaag (selectief).
• Geen schade aan het milieu.
• Zelfregulerend: ze verdwijnen als de plaag weg is.
• Goed toepasbaar in gesloten systemen zoals kassen.

Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Lokken van schadelijke insecten
Insecten lokken met geuren en geluiden
• Sommige insecten worden aangetrokken door geurstoffen of geluid.
• Als ze gelokt zijn, worden ze:
o Gevangen en gedood, of
o Onvruchtbaar gemaakt

Slide 24 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Waarom insecten lokken?
• Selectieve methode
• Minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig
• Helpt resistentie te voorkomen
• Goed toepasbaar in biologische systemen


Slide 25 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


                        Vruchtwisseling


Wat is vruchtwisseling?
• Elk jaar een ander gewas op hetzelfde stuk grond.
• Voorkomt dat ziekteverwekkers in de bodem blijven zitten.
• Goed voor de gezondheid van de bodem.
Voorbeeld: aardappelmoeheid

• Aaltjes (wormpjes) tasten wortels aan.
• Leven alleen op aardappelplanten.
• Door 3 jaar andere gewassen te telen:
o Gaan aaltjes dood.
• Ook mogelijk: afrikaantjes planten → doodt aaltjes.

Slide 26 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Kenmerken van biologische landbouw
• Geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen.
• Dieren hebben meer ruimte en lopen vrij rond.
• Natuurlijke bestrijding van plagen.
• Vruchtwisseling en kleinschalige teelt.

Begrippen:





Slide 27 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voordelen en nadelen van biologisch landbouw
• 🌱 Voordelen:
o Milieuvriendelijk
o Meer dierenwelzijn
o Minder kans op resistentie
• 💰 Nadeel:
o Minder opbrengst
o Producten zijn duurder

Slide 28 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Kringlooplandbouw
Wat is kringlooplandbouw?
• Alles wordt hergebruikt: afval, mest, restproducten.
• Samenwerking tussen akkerbouw en veeteelt.
• Minder afval, minder uitstoot, minder kunstmest nodig.


Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kringlooplandbouw
Voorbeeld van een kringlooplandbouw:
1. Mensen eten gewassen.
2. Resten → voedsel voor dieren.
3. Dieren → mest.
4. Mest → voeding voor nieuwe gewassen.
➡️ Alles blijft in de kringloop!



Slide 31 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Precisielandbouw
Wat is precisielandbouw?
• Boeren gebruiken technologie en meetapparatuur.
• Ze meten:
o Voedingsstoffen
o Waterbehoefte
o Plaagdruk

Voordelen van precisielandbouw
• 🌿 Minder mest en bestrijdingsmiddelen
• 💧 Minder watergebruik
• 📈 Hogere opbrengst per plant
• 💰 Lagere kosten voor de boer
• 🌍 Minder belasting voor het milieu




Slide 32 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Verticale landbouw
Wat is verticale landbouw?
• Gewassen worden in lagen boven elkaar geteeld in gebouwen.
• Vooral in grote steden.
• Gebruikt ledlicht en afgesloten ruimten.
• Geen landbouwgrond nodig.

Voordelen van verticale landbouw
• ✅ Neemt weinig ruimte in
• ✅ Minder transport nodig
• ✅ Geen plagen → geen bestrijdingsmiddelen nodig
• ✅ Alles is precies geregeld: water, licht, voeding





Slide 33 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Leerdoel 1
6.3.1 Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen.
• Pesticiden (bestrijdingsmiddelen) zijn chemische middelen die ziekten en plagen bestrijden.
• Voordeel van pesticiden:
– Ze zijn effectief: ziekten en plagen kunnen meestal snel en goed worden bestreden.
• Nadelen van pesticiden:
– Ze zijn vaak niet-selectief: ze doden veel soorten organismen, ook onschadelijke en nuttige soorten.
– Ze blijven lang in het milieu aanwezig.
– Resistentie: de individuen (en hun nageslacht) worden ongevoelig voor een bestrijdingsmiddel of voor de gebruikte hoeveelheid.
6.3.2 Je kunt de kenmerken van biologische bestrijding noemen.
• Bij biologische bestrijding worden de gewassen op een natuurlijke manier beschermd.
– Door natuurlijke vijanden te gebruiken, bijv. de bestrijding van witte vliegen met sluipwespen.
– Door schadelijke dieren met geuren of geluiden te lokken en onvruchtbaar te maken of te doden.
– Door vruchtwisseling (wisselteelt): plantenziekten worden voorkomen door nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond te verbouwen.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.3.3 Je kunt uitleggen hoe je gewassen op een duurzame manier kunt verbouwen.
• Biologische landbouw: kleinschalige vorm van landbouw waarbij geen chemische bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest worden gebruikt en waarbij de dieren los kunnen lopen.
• Kringlooplandbouw: vorm van landbouw waarbij alle grondstoffen en eindproducten in de kringloop optimaal worden benut. Er ontstaat weinig afval en er worden weinig stoffen uitgestoten.
• Precisielandbouw: elk deel van de akker krijgt de hoeveelheid water, kunstmest en bestrijdingsmiddelen die het nodig heeft.
• Verticale landbouw: gewassen worden in lagen boven elkaar geteeld in grote gebouwen. De planten krijgen precies voldoende licht, water en mineralen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag
Maken: BS. 6.3 Opgave: 1, 2, 3 (4,5)  
 
Oefenen met flitskaarten
Maak de vragen van Test Jezelf
Begrippen oefenen met:                Klik HIER             
Tips:
Maak samenvattingen per basisstof.
Maak aantekeningen tijdens de les.
Oefen en leer de begrippen.
timer
20:00

Slide 37 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
                           Begrippen uit deze les



Biologische landbouw
Vorm van landbouw waarbij er extra aandacht is voor het milieu en het welzijn van dieren.
Kringlooplandbouw
Vorm van landbouw waarbij alle grondstoffen en eindproducten in de kringloop optimaal worden benut.
Niet-selectieve bestrijdingsmiddelen
Bestrijdingsmiddelen die veel soorten organismen bestrijden, ook nuttige organismen.
Pesticiden
Gewasbeschermingsmiddelen om ziekten en plagen te bestrijden.









Precisielandbouw
Vorm van landbouw waarbij elk deel van een akker precies de juiste hoeveelheden mest en bestrijdingsmiddelen krijgt.
Selectieve bestrijdingsmiddelen
Bestrijdingsmiddelen die alleen de schadelijke organismen bestrijden.
Verticale landbouw
Het verticaal telen van gewassen in lagen.
Vruchtwisseling
Het niet twee jaar achter elkaar verbouwen van dezelfde soort gewas op een bepaald stuk grond.


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies