Werkwoordspelling
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
Heb je nou gezien dat die jongen al zijn speelgoed zelf verniel......?
Heb je nou gezien dat die jongen al zijn speelgoed zelf verniel......?
Slide 2 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord vernielen?
Slide 3 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
Heb je nou gezien dat die jongen al zijn speelgoed zelf verniel......?
Heb je nou gezien dat die jongen al zijn speelgoed zelf verniel......?
Slide 4 - Open vraag
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
Jij veronderstel...... al snel dat we je voor de gek houden.
Jij veronderstel...... al snel dat we je voor de gek houden.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord veronderstellen?
Slide 6 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
Jij veronderstel...... al snel dat we je voor de gek houden.
Jij veronderstel...... al snel dat we je voor de gek houden.
Slide 7 - Open vraag
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
Het had weinig gescheeld, of we waren echt verdwaal.......
Het had weinig gescheeld, of we waren echt verdwaal.......
Slide 8 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord verdwalen?
Slide 9 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
Het had weinig gescheeld, of we waren echt verdwaal.......
Het had weinig gescheeld, of we waren echt verdwaal.......
Slide 10 - Open vraag
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
Toen de eerste druppels vielen, vluch......en we een schuur in.
Toen de eerste druppels vielen, vluch......en we een schuur in.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord vluchten?
Slide 12 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
Toen de eerste druppels vielen, vluch......en we een schuur in.
Toen de eerste druppels vielen, vluch......en we een schuur in.
Slide 13 - Open vraag
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
De beantwo.... e mail werd dagenlang niet gelezen
De beantwo.... e mail werd dagenlang niet gelezen
Slide 14 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord beantwoorden?
Slide 15 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
De beantwo.... e mail werd dagenlang niet gelezen
De beantwo.... e mail werd dagenlang niet gelezen
Slide 16 - Open vraag
Wat voor werkwoord moet je invullen in de zin:
Hij beanto....e de mail pas na 3 weken!
Hij beanto....e de mail pas na 3 weken!
Slide 17 - Open vraag
Wat is de stam van het hele werkwoord beantwoorden?
Slide 18 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord in deze zin?
Hij beanto....e de mail pas na 3 weken!
Hij beanto....e de mail pas na 3 weken!
