3H H9H10 schrijfvaardigheid



- Hoofdstuk 9 - Schrijfvaardigheid - 
- Hoofdstuk 10 - Tekstopbouw


Doel:
- Je formuleert samenhangende zinnen 
- Je varieert tussen actieve en passieve zinnen

3 havo  - 30 november
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



- Hoofdstuk 9 - Schrijfvaardigheid - 
- Hoofdstuk 10 - Tekstopbouw


Doel:
- Je formuleert samenhangende zinnen 
- Je varieert tussen actieve en passieve zinnen

3 havo  - 30 november

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een goede zin?
H9 - Goede zinnen formuleren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een goede zin?

- Elke zin heeft een persoonsvorm en een onderwerp
- Variatie in zinslengte en zinsbouw
- gebruik van  samengestelde zinnen: hoofdzin en bijzin. Maar wissel dit ook af.
- Variatie in woordgebruik (synoniemen en verwijswoorden). 
H9 - Goede zinnen formuleren

Slide 3 - Tekstslide

Zinnen kunnen op verschillende manieren bij elkaar horen. 
Als je dat goed aangeeft, wordt je tekst veel makkelijker te begrijpen. (andersom ook)


Zinsverbanden

Slide 4 - Tekstslide

Verschil in wie er aan het 'handelen' is:

- De opdrachten worden door de docent nagekeken;
- De docent kijkt de opdrachten na.

Actief: 
- Het onderwerp is de 'actief' 
- De persoonsvorm is een actief werkwoord

Passief:
- Het onderwerp ondergaat iets
- De persoonsvorm is vaak worden of moeten

Passieve en actieve zinnen

Slide 5 - Tekstslide

H9:
Opdracht 9

Ronde 1: schrijf een speech als zijnde de wethouder van Amersfoort. 
Ronde 2: 
a. Wissel werk uit. 
b. Herschrijf de speech als zijnde de woordvoerder, dus nu moet het begrijpelijke taal zijn. 
c. Je leest de voor jou herschreven tekst voor. 

Begrijpelijke taal = actieve zinnen en  duidelijke verbanden tussen zinnen. Spreekt de mensen aan en stelt ze gerust.
Speech schrijven:
timer
12:30

Slide 6 - Tekstslide

H 10: Het schrijven van een tekst
Als je een zakelijke tekst gaat schrijven, begin je nooit zomaar met schrijven. Je zorgt eerst voor een plan, waarin je jezelf vragen stelt: 
- Wat is het onderwerp?
- Wie is de lezer?
- Wat voor soort tekst ga ik schrijven? 
- Wat is mijn tekstdoel?
- Wat is de hoofdgedachte van mijn tekst? 

Slide 7 - Tekstslide

indeling van een tekst
titel
inleiding 
kern 
slot

Slide 8 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten er in een goede, zakelijke tekst?

Slide 9 - Woordweb

Een zakelijke tekst bestaat altijd uit drie onderdelen:

1. Inleiding
2. middenstuk
3. slot
Indeling tekst

Slide 10 - Tekstslide

Welke bronnen zijn betrouwbaar? Zet de bronnen in de juiste categorie.
Niet betrouwbaar
Betrouwbaar
Soms betrouwbaar, soms niet
www.broodjeaap.nl
NRC (een krant)
een tekst op Facebook
Quest (tijdschrift)
www.nos.nl
Privé (tijdschrift)

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de functie van de inleiding?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van titel en inleiding?
- Het opwekken van nieuwsgierigheid of trekken van de aandacht (bijvoorbeeld met een vraag, anekdote, voorbeeld of opmerkelijk feit). Dit noemen we een opwarmertje; 

- Het introduceren van het onderwerp.

Vaak schrijven schrijvers de inleiding als de rest van de tekst al af is. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de functie van het middenstuk?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de functie van het middenstuk?
- Het verder uitwerken van de tekst (dit doe je in verschillende alinea's die alle een deelonderwerp behandelen)

- Zorg voor een logische volgorde en duidelijke samenhang tussen de alinea's (gebruik hiervoor verbindingswoorden) 

 - Voeg waar nodig tussenkopjes toe.  

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de functie van het slot?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de functie van het slot?
- Het slot is meestal een soort samenvatting van het middenstuk en beslaat één alinea; 

- In het slot kom je terug op wat je in de inleiding hebt geschreven
(antwoord op vraag, oplossing voor probleem, conclusie bij stelling) 

- Probeer met een uitsmijter pakkend terug te komen op je 'opwarmertje' 

Slide 17 - Tekstslide

Werk in twee- of drietallen (als je alleen zit)
- Je kiest samen één onderwerp, maar je maakt je eigen voorbereiding. 
- Maak opdracht 1, 2 en 3 van H10 (pagina 43)

- Vergelijk de laatste vijf minuten van de les jullie teksten met elkaar. 
Aan de slag:

Slide 18 - Tekstslide

Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les

Slide 19 - Open vraag

-  Leesboek meenemen
-  Voor de les heb je het schema van opdracht 1 tot en met 3 in je schrift staan.


Tot dan!
Volgende les: 

Slide 20 - Tekstslide