Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn hormonen en wat doen ze?

Slide 2 - Open vraag

Hormonen zijn stoffen die vele lichaamsprocessen beïnvloeden. 
Ze spelen een rol in het dagelijks functioneren van je lichaam. 
Voor de ontwikkeling tot vrouw of man zijn hormonen ook onmisbaar. 
Het hormoonstelsel kun je verdelen in groepen cellen die samen een hormoonklier vormen en in losse, hormoonproducerende cellen. Deze losse, hormoonproducerende cellen liggen verspreid in andere organen.
Hoeveel verschillende hormonen hebben wij in ons lichaam?
A
10
B
15
C
20
D
25

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door hoeveel hormoonklieren worden de hormonen gemaakt?
A
10
B
15
C
20
D
25

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hormoonstelsel?
A
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
B
Alle klieren en organen die hormonen in het lichaam maken
C
Alle hormonen die worden aangemaakt in het lichaam
D
Alle zenuwen die hormonen aanmaken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
  • Hormoonklieren bestaan uit endocrien weefsel (naar binnen afgevend) 
  • Geven de hormonen rechtstreeks aan het bloed af
  • Werking hormoon gebeurd niet op de plaats waar ze worden aangemaakt
  • Hormonen vinden via het bloed hun weg
  • De nieren en lever filteren de teveel aan hormonen uit het bloed 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothalamus en hypofyse
  • zijn een belangrijk centrum van het hormoonstelsel
  • hypofyse ligt in je hoofd onder de tussenhersenen
  • boven de hypofyse ligt de hypothalamus
  • zijn aan elkaar verbonden door de hypofysesteel
  • hypothalamus stuurt de hypofyse aan 
  • Hypofyse bestaat uit 2 kwabben, de hypofysevoorkwab en de hypofyse achterkwab 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofysevoorkwab produceert 7 hormonen
  1. TSH (schildklier stimulerend hormoon)
  2. ACTH (bijnierschors stimulerend hormoon)
  3. FSH (follikel stimulerend hormoon) eicellen en zaadcellen
  4. LH (luteïniserend hormoon) eisprong + testosteron
  5. STH (groeihormoon)
  6. prolactine (zorgt voor melkklierweefsel en productie melk)
  7. MSH (melanocyt-stimulerend hormoon) pigment

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyseachterkwab 
  • bestaat vooral uit zenuwweefsel (neurofyse)
  • maakt 2 hormonen : ADH en oxytocine
  • ADH anti diuretisch hormoon (regelt waterhuishouding
  • oxytocine stimuleert baarmoeder samen te trekken en toeschietreflex borstvoeding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schildklier
  • gevoed door 4 bloedvaten
  • maakt schildklierhormonen aan
  • Thyroxine en Calcitonine
  • Bijschildklieren maken parathormoon aan 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildklierhormoon (Thyroxine)
  • regelt de stofwisseling (metabolisme) in je lichaam en zorgt ervoor dat het proces precies snel genoeg verloopt. 
  • Gaat het te snel dan zorgen andere hormonen ervoor dat de balans weer herstelt wordt en wordt er minder schildklierhormoon gemaakt.
  • Gaat het te langzaam dan word er meer schildklierhormoon gemaakt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildklierhormoon (Calcitonine)
  • verlaagt de hoeveelheid calcium in je bloed 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parathormoon
  • parathormonen worden geproduceerd in de bijschildklieren
  • verhoogt de hoeveelheid calcium door dit vrij te maken uit de botten  en de nieren te remmen om calcium uit te scheiden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn calcitonine en het parathormoon van elkaar?
A
antagonisten
B
versterkers
C
niks
D
synoniemen

Slide 17 - Quizvraag

antagonist is elkaars tegenwerkende stoffen
De bijnieren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijnieren en hormonen
Buitenkant bijnier= bijnierschors en produceert 3 hormonen
  1. aldosteron
  2. cortisol
  3. geslachtshormonen

Binnenkant bijnier = bijniermerg (zenuwweefsel) en produceert 
  1. adrenaline
  2. noradrenaline   
samen stresshormonen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijnierschors
  1. Aldosteron; regelt het zoutgehalte in het bloed door natrium en kalium te reguleren.
  2. Cortisol; laat suikergehalte in je bloed stijgen doordat het hormoon ACTH dit aanstuurt, maar kan ook helpen om allergische reacties tegen te gaan.
  3. Geslachtshormonen androgeen en oestrogeen in kleine hoeveelheden, niet helemaal duidelijk waarom dit in kleine hoeveelheid gemaakt wordt

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijniermerg
  1. Adrenaline
  2. Noradrenaline


stresshormonen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
Alvleesklier bestaat uit endocriene klieren en exocriene klieren
De endocriene klieren (eilandjes van Langerhans) maken 2 soorten hormonen:
  1. insuline (verlaagd het suikergehalte in je bloed) en stimuleert de lever en spieren om glucose om te zetten tot glycogeen een reservebrandstof
  2. glucagon (verhoogd de bloedsuiker)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtsklieren m/v
  • zaadballen, produceren testosteron
FSH: groei zaadcellen
LH: stimuleert productie testosteron

  • eierstokken, produceren oestrogeen en progesteron
FSH: stimuleert ontwikkeling eicel en productie oestrogeen
LH: stimuleert productie van progesteron


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oestrogeen en progesteron
Oestrogeen: 
  1. stimuleert ontwikkeling vrouwelijke geslachtsorganen
  2. ontwikkelt borstweefsel
  3. invloed op de lengtegroei
  4. rol bij menstruatie
Progesteron:
  1. zorgt dat baarmoederslijmvlies geschikt wordt voor innesteling eicel
  2. placenta produceert veel progesteron zodat zwangerschap in stand blijft


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt het hormoon testosteron gemaakt?
A
cellen van Leydig
B
eilandjes van Langerhans
C
zaadbal
D
bijbal

Slide 26 - Quizvraag

In de zaadballen zitten de cellen van Leydig die testosteron produceren
wat stimuleert testosteron?
A
vetweefsel
B
eiwitgroei
C
spierweefsel
D
zaadcellen

Slide 27 - Quizvraag

door eiwitgroet meer spieren en minder vetweefsel dan vrouwen
Waar wordt het hormoon renine gemaakt?
A
in de nier
B
in de bijnier
C
in de alvleesklier
D
in de schildklier

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Renine?
A
Hormoon voor aanmaak van rode bloedcellen
B
Hormoon voor aanmaak van witte bloedcellen
C
Hormoon die maagzuur aanmaak stimuleert
D
Hormoon die bloeddruk verhoging genereerd

Slide 29 - Quizvraag

het vernauwd de bloedvaten waardoor de bloeddruk stijgt
Wat hoort bij wat?
een belangrijke hormoonklier
een ander woord voor hormonen
stoffen die berichten doorgeven aan organen
vervoert hormonen
Organen die hormonen maken
hormonen
hormoonklieren
bloed
regelstoffen
hypofyse

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijnappelklier
  •  ligt in de middenhersenen, zo groot als een erwt. 
  • maakt melatonine aan. Dag en nachtritme 

Slide 31 - Tekstslide

pijnappelklier = epifyse
Hormonen via endocriene cellen in andere organen
Weefselhormonen
  • Gastrine :stimuleert productie maagsap
  • Secretine: vertering voedsel
  • EPO (erytropoetine) in nier weefsel gemaakt zorgt voor aanmaak rode bloedcellen
  • Histamine: komt vrij bij kapotte wondjes en allergieën

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies