§1 Fictie en non-fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, havo
• Leerjaar 1,2

WELKOM

3 Kader

Welkom

bij Nederlands

Start les

Pak je spullen (lesboek, schrift en pen).

Pak het boek Spijker Zwijgen.

Wees stil.

Hoofdstuk 1.1 

Fictie en non-fictie

Leerdoelen:

• wat fictie en non-fictie is;
  
• wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.

Theorie (fictie en non-fictie) 

Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. 

Voorbeelden: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

1. fictie
2. non fictie

1. fictie
2. non fictie

1. Fictie
2. Non-fictie
3. Realistische fictie
4. Niet realistische fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

fictie of nonfictie

1. fictie
2. non fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Wat is dit?

1. fictie
2. non-fictie

Vormen van fictie zijn:

1. Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
2. Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
3. Krant, tijdschriften, poster

voorbeelden van non-fictie zijn:

1. schoolboeken / krantenartikelen
2. De musical 'Cats'
3. sprookjes / stripverhalen
4. boeken van Carry Slee

Zelfstandig werken

Wat :	Maken: opdracht 1 t/m 3 (blz. 64 t/m 68)
Hoe :	Zelfstandig. Schrijf de antwoorden in je schrift
Hulp :	De 4 B's (brein, boek, buur, bureau)
Tijd :	Tot de laatste drie minuten van deze les
Klaar :	Kiezen uit: - Lezen in je leesboek - Samenvatting maken van §1 - Puzzel 9 maken op bladzijde 269 in je boek

ZELFSTANDIG WERKEN