Les 3 OSP

Ondersteuningsplan
Les 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
OndersteuningsplanMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ondersteuningsplan
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je wat de piramide van Maslow inhoudt en welke bijdrage het heeft bij het vaststellen van de behoefte
  • Aan het einde van de les weet je wat welke ontwikkelingsgebieden er in je ondersteuningsplan moet komen te staan
  • Aan het einde van de les weet je hoe je goede vragen kan stellen om aan informatie te komen
  • Aan het einde van de les weet je wat intercultureel vakmanschap is en hoe je het moet inzetten

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les 
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Onder welke recht valt het volgende: Om te achterhalen wat er in zijn/haar ondersteuningsplan staat kijkt hij/zij in zijn dossier
A
Recht op inzage
B
Recht op privacy
C
Recht op toestemming
D
Recht van zelfbepaling

Slide 4 - Quizvraag

Valt ADD onder constante gegevens of variabele gegevens?
A
constante gegevens
B
variabele gegevens

Slide 5 - Quizvraag

Als begeleider heb je een geheimhoudingsplicht.
Onder welke recht valt dit?
A
Recht op informatie
B
Recht op privacy
C
Recht op geheimhouding
D
Recht van het individu

Slide 6 - Quizvraag

Onder welke levensgebied/levensdomein valt het volgende: vragen waar cliënt energie/plezier uit haalt.
A
Zingeving
B
Dagbesteding
C
Psychisch functioneren
D
Lichamelijk functioneren

Slide 7 - Quizvraag

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2 van ondersteuningsproces
Behoeften vaststellen
  • Piramide van Maslow

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
Lichamelijke ontwikkeling    
  • Lichamelijke groei of achteruitgang   
  • Motorische ontwikkeling   
  • Zintuiglijke ontwikkeling   

Emotionele ontwikkeling en Sociale ontwikkeling  
  • Ontwikkeling in de omgang met anderen (empathie, inlevingsvermogen) 
  • Ontwikkeling in acceptatie van anderen (accepteren van gezag en invloed) 
  • Ontwikkeling van sociaal gedrag (begrip, openheid, aanpassen, helpen) 
  • Ontwikkeling van verantwoordelijkheden 
  • Houding in de groep 
  • Vriendschappen 
  • Identiteit 

Cognitieve ontwikkeling 
  • Verstandelijke ontwikkeling (niveau: Het leren, onthouden, het oplossen van problemen) 
  • Taalontwikkeling 
  • Ontwikkeling van denken en geheugen (afwijkingen, zoals ADHD)
  • Karakter/temperament 




Seksuele ontwikkeling 
  • Genegenheid
  • Relaties
  • Seksueel actief

ADL-ontwikkeling 
  • Zelfstandigheid 
  • Zelfredzaamheid
Ontwikkelingsgebieden

Slide 10 - Tekstslide

De cliënt laat tijdens de groepsactiviteit zien dat hij de kleuren die hij gebruikt voor zijn kunstwerk kan herinneren.
Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Sociaal- emotioneel gebied
B
Cognitief gebied
C
Lichamelijk gebied

Slide 11 - Quizvraag

De cliënt laat tijdens een groepsactiviteit zien dat hij zijn pen op de juist manier vastpakt en het alfabet kan opschrijven. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Middelmatige motoriek

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de bovenste laag van de Piramide van Maslow?
A
Behoefte aan waardering en erkenning
B
Behoefte aan sociaal contact
C
Zelfontplooiing
D
Lichamelijke behoeften

Slide 13 - Quizvraag

Meneer Broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen.
Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?
A
Behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
Behoefte aan waardering en erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Behoefte aan sociaal contact

Slide 14 - Quizvraag

Tips voor het stellen van vragen ​:
  • Bedenk vooraf hoe je je vragen stelt. Jouw manier van vragen stellen bepaalt voor een belangrijk deel welke antwoorden je krijgt. Het is goed je daarvan bewust te zijn.​
  • Op gesloten vragen zoals: ‘Gaat het goed met je?’ krijg je vaak een kort ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord. Maar op een open vraag zoals: ‘Hoe vind je dat het de afgelopen tijd is gegaan?’ krijg je vaak een uitgebreider antwoord.​
  • Cliënten hebben te maken met ziekte, handicap, beperkingen en teleurstelling. Door te vragen naar moeilijkheden of problemen kom je vaak terecht in een negatieve spiraal. Het is beter je te richten op de eigen kracht van de cliënt om problemen het hoofd te bieden: ‘Wat kun je, wat wil je, wat weet je?’

Slide 15 - Tekstslide

Goed omgaan met diversiteit noem je ook wel intercultureel vakmanschap: Je hebt aandacht voor de diversiteit van mensen en culturen: bij collega’s, cliënten en jezelf.

Het is belangrijk dat je de kennis, houding en vaardigheden hebt om goed te kunnen communiceren en werken met cliënten uit verschillende culturele groepen. Belangrijk daarbij is:
  • cultureel bewustzijn;
  • culturele gevoeligheid;
  • kennis.

Slide 16 - Tekstslide

Cultureel bewustzijn 
Je bent bewust van je eigen cultuur en waardesysteem.

Je stelt jezelf de volgende vragen:
  • Wie ben je en waar kom je vandaan?
  • Wat is jouw cultuur en culturele identiteit?
  • Heb je vooroordelen en gebruik je stereotypen? (Dit zijn uitspraken over groepen mensen zoals: ‘Nederlanders zijn gierig’ en ‘Friezen zijn stug’.)

Slide 17 - Tekstslide

Interculturele gevoeligheid
Als begeleider heb je een:
  • nieuwsgierige houding
  • open houding
  • je toont respect voor andere culturen.

Je moet dus rekening houden met de:
  • levensbeschouwing
  • dagelijkse gewoonten
  • familiestructuur 
  • voedingsgewoonten van de cliënt

Hoe doe je dat?:
  • Luister en kijk zonder vooroordelen naar de mens achter het probleem, de ziekte of aandoening.
  • Wees nieuwsgierig naar hoe iemand in het leven staat.
  • Toon aandacht en stel vragen. 
  • Stel de cliënt op zijn gemak, zodat die zich vrij voelt om over zichzelf te vertellen en om zelf vragen te stellen.
  • Bouw een goede band op met zowel de cliënt als zijn familie

Slide 18 - Tekstslide

Kennis
  • Je hebt kennis nodig van je eigen normen en waarden:  welke heb je zelf meegekregen vanuit je opvoeding en de cultuur waarin je bent opgegroeid
  • Daarnaast heb je kennis nodig van verschillende culturen en specifieke aandachtspunten. Je moet je kunnen inleven in de leefwereld van elke cliënt, ongeacht zijn achtergrond en afkomst.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Huiswerk

Slide 21 - Tekstslide