Hoofdstuk 5. Paragraaf 5.1 en 5.2 WAM

Motorrijtuigen 
Inleiding hoofdstuk 5. 
PAK JE BOEK ERBIJ BLZ. 150
3 weken
1. Wat zijn motorrijtuigen?
2. Wam
3. Wegenverkeerswet
4. Bedrijfsregeling 7 (schuldloze derde) (week 1)
5. Motorrijtuigaansprakelijkheidsverzekering
WA/CASCO
6. Acceptatie (week 2) 
7. Premie (Bonus/Malus) Bedrijfsregeling 11 Schadevrije jaren
8. Schade => hoe doorgeven? Hoe worden waardes bepaald? 
9. Aanvullende verzekeringen (OVI/SVI)
10. Bromfietsverzekering (week 3) 

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
JuridischHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Motorrijtuigen 
Inleiding hoofdstuk 5. 
PAK JE BOEK ERBIJ BLZ. 150
3 weken
1. Wat zijn motorrijtuigen?
2. Wam
3. Wegenverkeerswet
4. Bedrijfsregeling 7 (schuldloze derde) (week 1)
5. Motorrijtuigaansprakelijkheidsverzekering
WA/CASCO
6. Acceptatie (week 2) 
7. Premie (Bonus/Malus) Bedrijfsregeling 11 Schadevrije jaren
8. Schade => hoe doorgeven? Hoe worden waardes bepaald? 
9. Aanvullende verzekeringen (OVI/SVI)
10. Bromfietsverzekering (week 3) 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda deze week
Vandaag: hoofdstuk 5.1 en 5.2 (inleiding en de WAM gedeeltelijk). Geen opgaves

Wellicht vervolg 5.2 (extra uitleg joyriding en diefstal) 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:
- wat  volgens de wet een motorrijtuig is; 
- verschillende soorten motorrijtuigen te benoemen; 
- het doel van de WAM
- de belangrijkste elementen van de WAM en je kan ze ook toepassen in casuistiek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is eigenlijk het doel van de WAM?

Slide 4 - Woordweb

Het beschermen van verkeersslachtoffers. 
Wanneer is een voertuig volgens de wet een motorrijtuig

Slide 5 - Open vraag

Eigen mechanische krachtbron (motor). Niet langs spoorstaven. Uitgesloten e-bike. 
Wat zegt de wet? 
Artikel 1 WAM:
Motorrijtuigen zijn alle voertuigen die bestemd zijn om motorisch of mechanisch te worden voortbewogen, behalve als ze op rails rijden. 
Ook de elektrische fiets is volgens def. WAM een motorrijtuig. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een motorrijtuig?
  • Een auto, tractor, bromfiets, snorfiets, gemotoriseerde rolstoel, autobus en trolleybus, vrachtwagens, bestelbussen. 
  • Alles dat gekoppeld is aan het voertuig  maar nog niet veilig buiten het verkeerd tot stilstand is  gekomen 

Wat is geen motorrijtuig?

  • Fietsen, voetgangers, treinen en trams (rijden op rails)
  • Een buiten het verkeer geparkeerde auto 
  • Huizen, lantaarnpalen etc etc.  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt niet als deel van een motorrijtuig beschouwd?
A
Een losgekoppelde aanhangwagen op de uitrit van de woning, met remblokken achter de wielen.
B
Een zijspan gekoppeld aan een geparkeerde motorfiets.
C
Een losgekoppelde caravan die na loskoppeling half in de berm half op de weg is gemanoeuvreerd, ietwat hellend zonder dat er remblokken achter de wielen van de caravan zijn geplaatst.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Bepaal van de volgende vragen of het een motorrijtuig is 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vorkheftruck
A
wel
B
niet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Trikke
A
wel
B
niet

Slide 11 - Quizvraag

Bijzonder bromfiets/rijbewijs niet nodig, geen kentekenwijs. Minimaal 16 jaar. geen helm. wel verzekerd
Een tram
A
wel
B
niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een segway
A
wel
B
niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een caravan
A
wel
B
niet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speedpedelec
A
wel
B
niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Segway is een bijzondere bromfiets en heeft een verzekeringsplaatje nodig.

Welke verzekeringsdekking is voor de Segway verplicht?
A
dekking via de AVP
B
dekking via een speciale Segway-verzekering
C
WAM

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)


1) een verplichte WAM-verzekering voor motorrijtuigen tegen verkeersschade;

2) een beperkt aantal uitsluitingen die van toepassing mogen zijn op die WAM-verzekering;
3) een termijn van 16 dagen na-risico voor de WAM-verzekeraar;
4) het rechtstreeks vorderingsrecht van de benadeelde op de WAM-verzekeraar;
5) en een eventuele claim van schade bij het Waarborgfonds Motorverkeer.
6) de minimaal verzekerde sommen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)


1) een verplichte WAM-verzekering voor motorrijtuigen tegen verkeersschade;
2) een termijn van 16 dagen na-risico voor de WAM-verzekeraar;
3) een beperkt aantal uitsluitingen die van toepassing mogen zijn op die WAM-verzekering;
4) en een eventuele claim van schade bij het Waarborgfonds Motorverkeer.
5) het rechtstreeks vorderingsrecht van de benadeelde op de WAM-verzekeraar;
6) de minimaal verzekerde sommen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingsgebied WAM
- Schade door motorrijtuigen in het verkeer
- Rijverkeer op wegen of paden, inclusief bruggen, duikers, paden, bermen en zijkanten
- Terreinen toegankelijk voor publiek
- Veerponten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijgesteld van WAM-verzekering
De Staat der Nederlanden
Vrijgestelde gemoedsbezwaarden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk motorrijtuig geldt geen verzekeringsplicht?
A
Een veegwagen met kenteken van de gemeentelijke reinigingsdienst.
B
Een bromfiets die van de rijksoverheid is.
C
Een tractor van een grondverzetbedrijf die gehuurd wordt door het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ad 2) Dekkingsduur (na-risico)
Start: Vanaf aanvang verzekering, doorgegeven aan RDW 
Einde: verzekeraar: 16 dagen na-risico. Volgend na de dag van opzegging polis.  Wel tijdig (binnen 30 dagen doorgeven aan de RDW)
Voorbeeld: Einde dekking 5 april, doorgegeven aan RDW op 8 april: einde na-risico = t/m 21 april (tot 22 april). 
  • Starten met tellen op 6 april

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde verzekering 10 mei. Melding aan RDW 1 juni. Einde na-risico:
A
16 juni 23.59
B
17 juni 23.59
C
26 mei 23.59
D
25 mei 23.59

Slide 25 - Quizvraag

nu binnen 30 dagen is beëindigd gaat de telling in op 11 mei (dag na einde verzekering). Je begint te tellen op 11 mei, dan t/m 26 = 16 dagen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda voor vandaag:
5.2 verder => kennen we het nog? 6 elementen van de WAM
1 => WAM
2 => 16 dagen na risico
3 => Uitsluitingen
Hiermee gaan we verder

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAM
Doel van WAM:
Het beschermen van slachtoffers in het verkeer waarbij de schade door een motorrijtuig veroorzaakt is.
De Verzekeringsplicht:
Rust op een motorrijtuig waarvoor een kenteken is afgegeven, op de weg is geplaatst en/of deelneemt aan het verkeer


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel motorrijtuig
Géén motorrijtuig
Fiets
Tractor
Caravan op camping
Sportauto
Caravan achter auto
Rollator
Trein
Trolleybus
Half op de weg geparkeerde auto

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toegestane uitsluitingen op de WAM

  • De verzekeraar moet voldoen aan de WAM-strik.
    Dit houdt is dat de verzekering voldoet aan de wettelijke bepalingen.
    ‘Met voorbijgaan van hetgeen anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door de WAM gestelde eisen te voldoen.’ 



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ad 3) WAM en uitsluitingen
De WAM verzekering moet het slachtoffer ALTIJD betalen, behalve:
  1. Schade aan bestuurder
  2. Schade aan vervoerde zaken
  3. Schade, veroorzaakt door een dief met een (door middel van inbraak) gestolen voertuig.
  4. Schade bij bepaalde gelegenheden => officiele snelheids- of behendigheidswedstrijden 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie moet de WAM-verzekeraar een schade-uitkering aan de benadeelde doen?
A
in geval van schade aan vervoerde zaken van inzittenden
B
in geval van schade door een dief die de auto heeft verkregen terwijl de sleutel in het portier zat
C
in geval van schade aan de bestuurder die de schade heeft veroorzaakt

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ad 4) Waarborgfonds Motorverkeer
Nu alle auto's WA verzekerd zijn .....
Deel van de WA-premie naar dit fonds
Ook premie vanuit de staat
Bijdragen van gemoedsbezwaarden

https://edpuzzle.com/join/uzilikg . Er komt een linkje. Zelf maken via Edpuzzle

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

ad 5) Rechtstreeks vorderingsrecht 
Slachtoffer mag rechtstreeks de verzekeraar van de veroorzaker aanspreken

Kan bij de RDW nagaan bij welke verzekeraar een motorrijtuig verzekerd is, op basis van het kenteken. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minimaal verzekerde sommen
- Personenschade EUR 6.070.000 per gebeurtenis
- Zaakschade: EUR 1.220.000 per gebeurtenis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een verzekering op grond van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) mag uitsluitingen bevatten die ook ten opzichte van de benadeelde mogen worden toegepast.

Wat is een voorbeeld van deze uitsluitingen?
A
Schade veroorzaakt door een bestuurder die onder invloed was van verdovende middelen
B
Schade aan zaken die met het schadeveroorzakende motorrijtuig worden vervoerd.
C
Schade ontstaan tijdens de na-risicotermijn na een opschorting ten gevolge van wanbetaling.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarborgfonds

Schades:
  • Schade waarbij de dader onbekend is (doorrijder)
  • Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt is niet verzekerd.
  • De aansprakelijke persoon niet verzekerd is (gemoedsbezwaarde)
  • Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt, was gestolen en de dader is onbekend
  • De verzekeraar onvermogend is. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarborgfonds

Er dienen wel een aantal zaken bewezen te worden om gebruik te kunnen maken van het waarborgfonds.
  • Schade is veroorzaakt door een motorrijtuig.
  • De betrokkene moet aannemelijk maken dat de schadeveroorzaker, als die bekend is, financieel niet bij machte is binnen twaalf maanden de schade voor 100% te betalen 
  • Alles is gedaan wat redelijkerwijs kan worden verlangd om de identiteit van de dader te achterhalen (getuigenverklaringen etc) 
  • Aangifte bij de politie doen. 
  • De schade moet het gevolg zijn van verkeersrisico’s.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarborgfonds

Eigen risico bij het Waarborgfonds 
Het Waarborgfonds kent een eigen risico van € 250,- indien de schade is veroorzaakt door een onbekend motorvoertuig. Er geldt geen eigen risico bij:

- schade door een onverzekerd motorvoertuig
- schade door een gestolen motorvoertuig
- schade door een motorvoertuig van een gemoedsbezwaarde

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boris heeft boodschappen gedaan, komt thuis en ziet dat iemand tegen zijn auto aan is gereden. Een getuige heeft het kenteken van de auto opgeschreven.
Boris heeft geen allrisk verzekering.

Wat kan Boris nu het best doen om de schade vergoed te krijgen?
A
in het systeem Roy Data natrekken welke verzekeraar bij het kenteken hoort
B
aangifte doen bij de politie om de veroorzaker aan te sporen zelf de verzekeraar in te schakelen
C
bij de RDW met behulp van het kenteken gegevens van de veroorzaker opvragen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke hieronder genoemde situatie kan een benadeelde een beroep doen op het Waarborgfonds Motorverkeer?
A
in geval van schade waarvoor de verzekeraar van de tegenpartij geen vergoeding wil uitbetalen
B
in geval van schade door een joyrider die zonder geweld de auto heeft verkregen
C
in geval van schade door een motorrijtuig dat gestolen was en waarbij de dader niet bekend is

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karin Bijker wordt op een zebrapad aangereden door de onverzekerde bromfiets van Ramon Mendoza. Karin loopt daarbij letsel op. De daarmee gepaard gaande schade komt vast te staan op € 2.500,-. Ramon is aansprakelijk, maar kan de schade niet betalen. Het ziet er ook niet naar uit dat Ramon dat in de toekomst wel kan.

Wat betaalt het Waarborgfonds aan Karin?
A
€ 2.250
B
€ 2.500
C
Helemaal niets

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


WAM verzekering verplicht
Maar: grote risico's? 

Die kunnen tegen hoge premie vaak naar De Vereende




Slide 44 - Tekstslide

monstertruc of jongeman van 19 met sportauto
fraudegevoelig
Zelf maken:
Opdracht 5.1 en 5.2 CumLaude 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies