2.2: Extreme ideologieën

In deze 2e les werk je via LessonUp verder aan het thema Ideologieën. Je doet dit zelfstandig, al is overleg natuurlijk toegestaan. De les bestaat uit theorie met vragen, toepassingen en filmfragmenten.

Vragen? Vinger opsteken!


In deze lessen ontdek je wat een ideologie is, welke ideologieën er zijn en wat jouw eigen ideologie is!

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

In deze 2e les werk je via LessonUp verder aan het thema Ideologieën. Je doet dit zelfstandig, al is overleg natuurlijk toegestaan. De les bestaat uit theorie met vragen, toepassingen en filmfragmenten.

Vragen? Vinger opsteken!


In deze lessen ontdek je wat een ideologie is, welke ideologieën er zijn en wat jouw eigen ideologie is!

Slide 1 - Tekstslide

2.2: Extreme ideologieën 
In de eerste les over ideologieën hebben we gekeken naar ideologieën in het midden.            In deze les ga je ontdekken welke extreme ideologieën er zijn en waarom we deze extreem noemen. Als je deze les hebt doorgewerkt, zou je in staat moeten zijn om de vier extreme ideologieën te benoemen en uit te leggen. 

'in het midden' betekent dat men kiest voor debat in plaats van strijd.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
We beginnen eerst met een stukje herhaling van de ideologieën in het midden. Weet jij ze nog te herkennen? Eerst volgt er een open vraag en daarna een toepassingsopdracht.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit dat een partij zowel linkse als rechtse standpunten kan hebben.

Slide 4 - Open vraag

Lees op de volgende slide de standpunten A, B en C. In deze standpunten zijn de meningen samengevat van partijen die drie verschillende ideologieën vertegenwoordigen. Er is één christendemocratisch, één liberaal en één sociaaldemocratisch stand.
Vraag 1: Welke stroming hoort bij welk standpunt?
Vraag 2: Geef bij elk van de 3 standpunten aan welk kenmerkend uitgangspunt van de gekozen stroming te herkennen is.

Slide 5 - Open vraag

Standpunten
Standpunt B
De regering moet de kwaliteit van scholen bevorderen, inspelen op initiatieven van onderop door deze te stimuleren en te steunen. Er zijn initiatieven van veel scholen en stichtingen. Dat is een buitengewoon goede zaak. Van wettelijk afgedwongen mengen (allochtone en autochtone kinderen) mag echter geen sprake zijn.
Standpunt A
Gemeenten moeten bij wet gedwongen worden om een tweedeling in het onderwijs tegen te gaan. Er moet nog dit jaar een wet komen waardoor gemeenten naar eigen inzicht maatregelen kunnen nemen waaraan scholen zich niet kunnen onttrekken. Dan gaat het om dubbele wachtlijsten, een loting- of postcodebeleid, een vast aanmeldpunt en een vast aanmeldmoment, zodat alle leerlingen op hetzelfde moment kunnen worden ingeschreven. Op die manier moeten de zwakke leerlingen verdeeld kunnen worden over de scholen.
Standpunt C
Het realiseren van gemengde scholen (allochtone en autochtone kinderen) moet van onderaf komen en de persoonlijke keuzevrijheid van ouders dient gewaarborgd te blijven. Ingrijpen van de overheid werkt averechts.

Slide 6 - Tekstslide

Extreme ideologieën - een uitleg
Hopelijk zitten de ideologieën weer een beetje in je hoofd. Zo niet, dan is het een verstandig idee om 2.2 te bestuderen. Nu gaan we verder met extreme ideologieën. Het eerste kenmerk hiervan is dat ze kiezen voor strijd, dit maakt ze extreem. Vervolgens kijken we naar het mensbeeld: is dit links of rechts? Zo komen we terecht bij vier soorten extreme ideologieën, namelijk twee linkse en twee rechtse. 
Links vinden we: 
- anarchisme en communisme
Rechts vinden we:
- fascisme en nazisme

Deze worden in volgende slides verder uitgewerkt.

Slide 7 - Tekstslide

Extreem-links
Voor extreem-linkse actoren is gelijkheid in de samenleving een belangrijke voowaarde voor maatschappelijk geluk. Over gelijkheid valt niet te debatteren, dat moet er gewoon zijn in de samenleving. Daarom strijden deze extreem-linkse ideologieën (anarchisme en communisme) hiervoor.  In de praktijk komt het erop neer dat privé-bezit waar winst mee gemaakt kan worden zoveel mogelijk afgeschaft moet worden.            Er zijn strenge economische wetten om rijken te onderdrukken en armen te helpen, om zo de verschillen tussen arm en rijk te voorkomen. Niet idereen is echter bereid zijn privé-bezit af te staan (logisch...) en daarom is extreem-links bereid geweld te gebruiken om hun ideaal van gelijkheid te bereiken. Voorbeelden van extreem-linkse landen zijn de Sovjet-Unie van vroeger, China, Noord-Korea, Cuba en Venezuela.
Op een tandenborstel kun je geen winst maken, dus dat soort privé-bezit is geen probleem. Maar een stuk grond of een fabriek komt in handen van de staat...

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk dit filmpje over het communisme, en daarna deze over hoe het communisme in China een grote rol speelt. 
Leg daarna uit wat je terugziet van het communisme in het fragment over de Chinese basisschool.
Liever een iets moeilijker filmpje met met meer uitleg over de achtergrond van het communisme? Kijk dan deze, over Karl Marx, de grondlegger ervan: https://www.youtube.com/watch?v=tmQHaT777lM 

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf in enkele regels welke kenmerken van het communisme je terug ziet in het fragment over China.

Slide 10 - Open vraag

Anarchisme
Naast het communisme kennen we ook het anarchisme. Bij het communisme wil men gelijkheid bereiken door een tijdelijke dictatuur in te stellen.
In zo'n tijdelijke situatie neemt een kleine groep de beslissingen voor de hele groep met het doel om iedereen gelijke kansen, middelen en rechten te geven. Dat is het ideaal van communisten.
Anarchisten zijn ook extreem-links maar kiezen niet voor zo'n dictatuur. Sterker nog, ze zijn juist tegen overheersing en willen zelfs geen overheid! 


een dictatuur is een alleenheerschappij: de macht is in handen van één persoon of één kleine groep. Meer lezen? Check https://wikikids.nl/Dictatuur 

Slide 11 - Tekstslide

Extreem-rechts
Bij extreem-rechtse actoren bestaat het maatschappelijk geluk uit een samenleving met één cultuur en één waarheid. In zo'n samenleving wordt er sterk onderscheid gemaakt tussen mensen, want mensen zijn ongelijk. Extreem-rechtse ideologieën als het fascisme            en het nazisme          maken onderscheid op basis van biologie ('bloed') of op basis van cultuur of religie. In de ideale samenleving van extreem-rechts dienen de 'zwakken' daarom de sterkeren: 'minderwaardige mensen' worden tot slaaf gemaakt, of ze worden verbannen naar een ander gebied/land of ze worden gedood. De cultuur van extreem-rechts is de enige cultuur die er mag zijn en alle andere culturen worden met geweld verdreven. Het nazi-Duitsland van Hitler is het bekendste voorbeeld van een extreem-rechts land. Een voorbeeld van de 21ste eeuw is Iran, waar iedereen zich moet houden aan de waarheid van de Sjiitische stroming binnen de Islam. 
Fascisten kiezen voor mensen van hetzelfde land en cultuur.
Nazi's kiezen voor mensen van een bepaald ras, dus mensen met hetzelfde bloed. Wist je trouwens dat nazisme de afkorting is van nationaal-socialisme?

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Geef bij de volgende citaten aan om welke ideologie het hier gaat. Geef hierbij weer de naam van de ideologie!

Slide 13 - Tekstslide

Gelijkheid moet zoveel mogelijk bevorderd worden in de samenleving.

Slide 14 - Open vraag

Eigen volk eerst.

Slide 15 - Open vraag

Het zou verboden moeten worden om mensen iets te verbieden.

Slide 16 - Open vraag

Een tijdelijke dictatuur is nodig om mensen her op te voeden.

Slide 17 - Open vraag

Bloed en bodem.

Slide 18 - Open vraag

Evaluatie
Aan het begin van deze les stond er als doel dat je nu de vier extreme ideologieën zou moeten kennen en kunnen uitleggen. Dat is wat je nu gaat doen. Nog niet helemaal zeker van je zaak? Lees dan nog eens 2.2 uit je boek, of zoek op Google nog voor verduidelijking van moeilijke begrippen. Even terugbladeren in deze LessonUp kan natuurlijk ook. 

Slide 19 - Tekstslide

Beschrijf in je eigen woorden:
- welke vier extreme ideologieën zijn behandeld en in enkele zinnen wat deze inhouden.

Slide 20 - Open vraag

Afronding
Je hebt het onderdeel Ideologieën bij deze afgerond. 
Is WLB D ook af? Misschien wil je op de vraag welke ideologie NIET bij je past, na de les van vandaag nog iets aanpassen.
Ben je helemaal klaar met alles, dan staan er op de volgende slides nog wat kijktips voor verdere verdieping en actualiteit.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide