V4 ges - p1 - les 3: H zonder bronnen geen geschiedenis H

Les 3: Zonder bronnen geen geschiedenis
Thema 1
Per. 1
2022-2023
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Zonder bronnen geen geschiedenis
Thema 1
Per. 1
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding
  • Blondie
  • Opdracht: diverse bronnen
  • Nabespreking
  • Uitleg: vaardigheden
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

vraag

Slide 4 - Tekstslide


Wat is het doel van geschiedenis?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

terugblik
geschiedenis is een reconstructie
  • - iedereen kiest zijn eigen nadruk 
  • - en voegt zijn eigen interpretatie toe.
  • - de tijd

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
  • Je doet onderzoek naar Adolf Hitler na aanleiding van zijn hond. Je hebt 5 bronnen die mogelijk informatie zouden kunnen verschaffen over van Hitler.
  • Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?



Slide 8 - Tekstslide

Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?
Zet de bronnen op de juiste volgorde van belang (volgens jou). 


Slide 9 - Tekstslide

Waarom levert de ene bron nou meer informatie op dan de andere? Dan kan heel veel redenen hebben:
  • de ene bron gaat specifiek in op het onderwerp, de ander niet
  • de ene bron is secundair, de ander primair
  • de ene bron is geschreven en de ander ongeschreven
  • de ene bron is betrouwbaar, de andere niet
  • de ene bron is bruikbaar, de andere niet
  • feit? mening?
  • etc

Slide 10 - Tekstslide

Bronnen (iets waaruit je informatie kan halen) heb je nodig om meer over een onderwerp te weten te komen. Maar je moet je realiseren dat er heel veel verschillende bronnen zijn die allemaal anders werken:
- primaire bronnen (geschreven en ongeschreven)
- secundaire bronnen (geschreven en ongeschreven)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Verdwenen botten
Op 18 juni 1815 bijt de afgezette Franse keizer Napoleon Bonaparte definitief in het zand in Waterloo. Zijn strijdkrachten worden verslagen door een Brits coalitieleger en een Pruisische troepenmacht. Tienduizenden soldaten sneuvelen. 
Maar wanneer je gaat zoeken in Waterloo is er geen bot te vinden in de grond. Hoe kan dat?

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Lees de bronnen. 
Orden de bronnen in bruikbaar en niet bruikbaar. Kijk ook of de bronnen betrouwbaarheid. 

Trek een conclusie: waarom liggen er geen botten in en rond Waterloo?

Slide 13 - Tekstslide

Nabespreken
Waarom liggen er geen botten in en rond Waterloo?

Slide 14 - Tekstslide

Waarom liggen er geen botten in en rondom Waterloo?

Slide 15 - Open vraag

Nabespreken
Welke bronnen waren BRUIKBAAR?
Welke bronnen waren BETROUWBAAR?
Waren er ook nog bronnen STANDPLAATSGEBONDEN?

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg
Alles kan een bron zijn, maar niet alles kun je gebruiken voor je onderzoek. Om dat te bepalen, moet je eerst de bron beoordelen. 

- Wat voor soort bron?
- Is de bron bruikbaar?
- Is de bron betrouwbaar? Is er sprake van feiten of een mening?
- Is de bron / maker standplaatsgebonden?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Je ziet dadelijk een aantal bronnen. Allemaal gaan ze over hetzelfde onderwerp: Catherine de Medici.

Hoofdvraag: De zwarte koningin” was de bijnaam 
van Catherine de Medici. Is die bijnaam terecht?


Slide 18 - Tekstslide

voorbespreking
Welke bron is primaire / secundaire?
Welke bron is geschreven / ongeschreven?
Welke bron geeft een mening / feit?
Welke bronnen zijn bruikbaar / onbruikbaar?
Welke bron is niet betrouwbaar / onbetrouwbaar? 
Welke bron is tijd- of standplaatsgebonden?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreken
Welke bron was primaire? welke secundair?
welke was geschreven? welke ongeschreven?
Welke bron gaf een mening? welke een feit?
Welke bronnen waren bruikbaar? welke onbruikbaar?
Welke bron was niet betrouwbaar? welke onbetrouwbaar?
Welke bron was tijd- of standplaatsgebonden? welke niet?

Slide 28 - Tekstslide

conclusie
Hoofdvraag: De zwarte koningin” was de bijnaam 
van Catherine de Medici. Is die bijnaam terecht?


Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Zijn er nog vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 31 - Woordweb