BWB Internet

Het internet
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het internet

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het internet?

Slide 2 - Tekstslide

Browser
Om te kunnen surfen op het internet, heb je een programma nodig op je computer   => BROWSER

- staat automatisch op iedere computer geïnstalleerd
- er bestaan meerdere browsers
- je kan het ook zelf downloaden

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemt deze app?

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 7 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 8 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 9 - Open vraag

Hoe noemt deze app?

Slide 10 - Open vraag

Zoeken op het internet
Soms wil je iets opzoeken op het internet maar weet je niet op welke website je moet gaan zoeken. Hier bestaat een oplossing voor.

Je kan gebruik maken van een _____________________

Slide 11 - Tekstslide

Rebus

Slide 12 - Tekstslide

OPDRACHT
SLEEPVRAAG:

Wat zijn volgens jou de voordelen en de nadelen van het internet?

Slide 13 - Tekstslide

Het kan afleiden
Verslavend
helpt tegen verveling
contact met vrienden
gemakkelijker om te pesten
Op de hoogte van het laatste nieuws
Online winkelen
favoriete muziek beluisteren
Gamen
Virus op computer
Gehackt worden

Slide 14 - Sleepvraag

Mijn internetverbruik

Slide 15 - Tekstslide

Wat kan je doen
op het internet?

Slide 16 - Woordweb

Vind jij het internet veilig?
JA
EEN BEETJE
NEE

Slide 17 - Poll

Hoeveel tijd besteed je per dag aan het internet?
-112

Slide 18 - Poll

Waarvoor gebruik je internet het meest?

Slide 19 - Open vraag

Zou je een maand zonder internet kunnen leven?
JA
NEE

Slide 20 - Poll

Op welke app zit je het meest?

Slide 21 - Open vraag

Welke app zou je graag leren kennen?

Slide 22 - Open vraag

Wie is de .... ?

Slide 23 - Open vraag

Staat er veel .... op de website?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de .... ?

Slide 25 - Open vraag