1. Je krijgt de toets van een klasgenoot, dus houd de toets netjes! ;
2. De goede antwoorden komen op het bord. Je kijkt de toets zorgvuldig na met een andere kleur pen. Zet een kruisje voor de zin als het fout is en een krul als het goed is. Je werkt in stilte!;
3. Je geeft elkaar de toets terug en checkt zelf het resultaat;
4. Je noteert in je schrift met welke onderdelen je nog moet oefenen;
5. Eind van de les lever je de toets in bij je docent.