6.2 Het koninkrijk Engeland

 6.2
Het koninkrijk Engeland
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 6.2
Het koninkrijk Engeland

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les kun je:

-   uitleggen waarom en hoe de Normandiërs Engeland veroverden.

-   uitleggen welke gevolgen de centralisatie in Engeland had voor de macht van de koning, de adel en de kerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.

Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode

Deel een pagina in je schrift in op deze manier:

Slide 5 - Tekstslide

De slag bij Hastings
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag


Mk opdr 1 t/m 5

Slide 7 - Tekstslide

Steeds meer centraal bestuur 
Veranderingen in de Late Middeleeuwen
  • Steden belangrijker 
  • Adel minder machtig
  • Paus bemoeide zich alleen met kerk
  • Vorsten kregen meer macht

Slide 8 - Tekstslide

Steeds meer centraal bestuur
GEVOLG: Veranderingen in het bestuur

Vroege ME
Late ME
vorsten reisden rond

vorsten besturen vanuit 1 plaats (centralisatie)
overal andere wetten en regels
overal zelfde wetten en belastingen (staatsvorming = landen met duidelijke grenzen)
= LEENSTELSEL
CENTRAAL BESTUUR

Slide 9 - Tekstslide

Centraal bestuur en staten
  • centraal bestuur = Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.
  • Hierdoor ontstonden staten = Een land met duidelijke grenzen waarin overal dezelfde wetten en regels gelden.

  • De overgang van het leenstelsel naar een centraal bestuur duurde eeuwen en verliep soms moeilijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wilde koningen hun gebied centraal besturen?
centraal bestuur > vanaf één plek besturen met overal dezelfde wetten en belastingen

  • willen niet meer rondreizen
  • overal dezelfde regels en wetten

Slide 11 - Tekstslide

Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.

Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode

Deel een pagina in je schrift in op deze manier:

Slide 12 - Tekstslide

Centraal bestuur   (Centralisatie)
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag


Mk opdr 6

Slide 14 - Tekstslide

Moordmysterie 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je leert deze les over een historische gebeurtenis

  • Je leert deze les om te werken met bronnen 

  • Je leert onderzoeksvaardigheden 

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling vorige week 
Weet je dit nog?

  • Normandiërs veroveren Engeland

  • Hendrik II 

  • Magna Carta

Slide 17 - Tekstslide

Wie heeft Thomas Becket vermoord?

Slide 18 - Tekstslide

Crime scene 
  • Op 29 december 1170 is een lichaam gevonden 

  • Dit lichaam werd gevonden in de kathedraal van Canterbury (VK)

  • Lichaam is van de 52 jarige Thomas Becket 

Slide 19 - Tekstslide

Thomas Becket

  • Was een goeie vriend en adviseur van Koning Hendrik II

  • De koning maakte hem aartsbisschop 

  • Aartsbisschop van Canterbury 

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Op de volgende slide staat een schema, deze gaan we gezamenlijk invullen. 

  • Aan de hand van bronnen  gaan we onderzoeken wie de moord heeft gepleegd 

Slide 21 - Tekstslide

Neem dit schema over
Wie
Waarom zijn ze blij dat Thomas Becket dood is?
Wijnhandelaar Edward
Monnik Anselmus
4 ridders
Bedelaar Baldrik
Gerard van Wales
2 hertogen
3 priesters
Koning Hendrik II

Slide 22 - Tekstslide

Wijnhandelaar Edward
  • 'Nou, erg vroom vond ik hem niet. Voordat hij aartsbisschop was, zette hij altijd de bloemetjes buiten. En als geestelijke dronk hij nog altijd graag een glaasje. Ik heb goed aan hem verdiend'.





Slide 23 - Tekstslide

Monnik Anselmus 
'Het is schandalig dat koning Hendrik onze bisschop het leven zo zuur maakte. Deze dood verdiende hij niet. Alle monniken in Canterbury zijn er kapot van. Maar we zijn ook blij dat onze bisschop de marteldood is gestorven. Nu hebben we een echte heilige in ons midden.'



Bron 34.

Slide 24 - Tekstslide

Vier ridders 
'We zijn niet zo lang geleden tot ridder geslagen en zien het als onze taak om de koning te dienen. Wat hij beveelt voeren wij uit. Onze leraren waren natuurlijk geestelijken, maar dat waren niet zulke lastige types als deze aartsbisschop. Goed dat de koning dat zelf ook heeft ingezien.'


Bron 35.

Slide 25 - Tekstslide

Gerard van Wales 
'Tja, ik ben geestelijke en kroniekschrijver van de koning. Maar als ik uiteindelijk moest kiezen, dan kies ik de kant van de geestelijke macht. Thomas Becket was misschien een moeilijk mens, hij vocht tenminste met woorden en niet met wapens in zijn strijd met de koning.'


Bron 36.

Slide 26 - Tekstslide

Bedelaar Baldrik 
'Wat een rotzak was die zogenaamde aartsbisschop van ons, hij gaf me nooit een aalmoes. Van politiek weet ik niks. Het enige wat ik weet, is dat ik de aartsbisschop niet kon uitstaan. Als ik niet kreupel was geweest, had ik hem zelf misschien iets aangedaan.'



Bron 37.

Slide 27 - Tekstslide

Twee hertogen 
'Die woede-uitbarstingen van de koning zijn wij wel gewend. We nemen hem op zo'n moment niet echt serieus. Maar toch, in die hele kwestie waren wij het in principe met de koning eens. Die vervelende geestelijken ook altijd... Maar ja, je moet ze te vriend houden.'


Bron 38.

Slide 28 - Tekstslide

Drie priesters
'Wij zijn intens bedroefd. De aartsbisschop was ons grote voorbeeld. Wij hopen dat de koning onze aartsbisschop de laatste eer komt bewijzen. Dat is het minste wat hij kan doen.'




Bron 39. 

Slide 29 - Tekstslide

Koning Hendrik II 
'Niet alleen mijn grootste vijand, maar ook een van mijn beste raadgevers is vermoord. Toen ik tijdens een van mijn woedeaanvallen riep 'Ik zou dat iemand mij van die lastige geestelijke verloste', bedoelde ik dat natuurlijk niet letterlijk. Jammer dat dat wel zo is opgevat.'



Bron 40.

Slide 30 - Tekstslide

Streep de namen van mensen door die waarschijnlijk niets te maken hebben met de dood van Thomas Becket. Wie blijven er over? 

Slide 31 - Tekstslide

Schrijf van die mensen op waarom ze blij zijn dat Thomas Becket dood is. 

Slide 32 - Tekstslide

Trek een conclusie over hoe, door wie en waarom Thomas Becket vermoord is. 

Slide 33 - Tekstslide

Wie is onze moordenaar? 

Slide 34 - Tekstslide

Koning H. 

Slide 35 - Tekstslide

Lesevaluatie 
  • Hoe ging het? 

  • Wat hebben jullie geleerd? 

Slide 36 - Tekstslide

Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.

Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode

Deel een pagina in je schrift in op deze manier:

Slide 37 - Tekstslide

Machtsstrijd met de kerk en de adel
belangrijke begrippen:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag


Mk opdr 7 t/m 10

Slide 39 - Tekstslide