Burgerschap: Rechten en plichten

Rechten en plichten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rechten en plichten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over rechten en plichten?

Slide 3 - Tekstslide

Rechten en plichten

Slide 4 - Woordweb

Aan het einde van de les...

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zijn rechten?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn plichten?

Slide 8 - Open vraag

De belangrijkste rechten die je hebt noem je...?
A
Basisbehoeften
B
Mensenplichten
C
Grondrechten
D
Rechtenschending

Slide 9 - Quizvraag

Grondrechten

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Op welke manier komen rechten en plichten terug in deze video?

Slide 12 - Open vraag

Noem een recht en een plicht die je als student op school hebt.

Slide 13 - Open vraag

Noem een recht en een plicht die een docent op school heeft.

Slide 14 - Open vraag

Waarom hebben studenten andere rechten/plichten dan docenten?

Slide 15 - Open vraag

Hoe noem je rechten die voor iedereen op de wereld gelden?
A
Rechtenschending
B
Mensenrechten
C
Wereldrechten
D
Mensenplichten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is mensenrechtenschending?
A
Als een mensenrecht wordt aangetast en mensenrechten niet worden nageleefd
B
Als de rechten voor iedereen ter wereld gelden
C
Als een docent zich niet aan de schoolregels houdt
D
Vrijheid van meningsuiting

Slide 17 - Quizvraag

Iemand vervolgen en een straf eisen, wie doet dat?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van justitie
D
Politie agent

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb wel eens de regels op school verbroken
Ja, meerdere keren
Ja, maar niet met opzet
Nee, nog nooit

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Video

Leg in je eigen woorden uit wat het recht op privacy inhoudt.

Slide 21 - Open vraag

Gelden er voor kinderen dezelfde straffen als voor volwassenen?
A
Ja, er is geen verschil tussen kinderen en volwassenen
B
Nee, kinderen krijgen nooit straf
C
Nee, er is speciaal jeugdstrafrecht voor kinderen tussen de 12-18 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting O.M.?
A
Openbaar Misdrijf
B
Overbodige Minister
C
Ongevaarlijke Misdadiger
D
Openbaar Ministerie

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een moeilijk woord voor iemand die gevangen zit?
A
Delinquent
B
Gedetineerde
C
Recidivist
D
Gepensioneerde

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide