Fabrieken en arbeiders, les 1

Hoofdstuk 5
Fabrikanten en arbeiders
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Fabrikanten en arbeiders

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze periode doen?
  • Hoofdstuk 5: fabrikanten en arbeiders
  • Hoofdstuk 6: kolonie wordt wereldmacht
  • We bespreken van beide hoofdstukken niet alle paragrafen
  • Let op: periode 4 telt (voor alle vakken) dubbel mee

Slide 2 - Tekstslide

Arbeiders zijn in de weer om het gloeiende ijzer in de gewenste vorm te slaan.
Dit schilderij is in 1861 gemaakt door William Bell Scott om te laten zien welke grote resultaten de Industriele Revolutie had opgeleverd.
De arbeiders in deze afbeelding zijn sterk en tevreden afgebeeld. In werkelijkheid leefden de arbeiders vaak onder slechte omstandigheden.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  1. De wetenschappelijke revolutie
  2. De Industriele Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriele samenleving
  3. Discussies over de 'sociale kwestie'
  4. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  5. De opkomst van politieke-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme


Slide 4 - Tekstslide

Waardoor leverde de VOC voor 'alle' Nederlanders iets op?
A
Omdat iedereen aandelen kon kopen
B
Omdat de VOC zorgde voor vrede in de Republiek
C
Omdat de VOC veel wetenschappelijke onderzoeken uitvoerde
D
Omdat de VOC zorgde dat arme mensen een baan kregen

Slide 5 - Quizvraag

Wat was moedernegotie ook alweer?
A
Dat de Republiek onderdeel was van Spanje
B
Alle landen die onderdeel waren van het Heilige Roomse Rijk
C
De eerste internationale handel van de Republiek
D
Met je moeder onderhandelen over je zakgeld

Slide 6 - Quizvraag

Waarom begon in de Gouden Eeuw de wetenschappelijke revolutie?
A
Het was een idee van de VOC
B
Door tolerantie mocht er meer onderzoek gedaan worden
C
Omdat Lodewijk XIV een moderne economie wilde
D
Omdat er toen eindelijk geld was voor onderzoek

Slide 7 - Quizvraag

Wat was het gevolg van de Franse Revolutie?
A
In heel Europa waren er geen koningen meer.
B
Veel nieuwe wapens werden uitgevonden
C
Begin van de Trans-Atlantische Slavenhandel
D
Er werd meer nagedacht over zaken als staatsburgerschap

Slide 8 - Quizvraag

Wat weet je al?
  • Door de ontdekkingsreizen waren nieuwe gebieden ontdekt (zoals Amerika)
  • Daar werden handelsposten en kolonies gesticht door westerse landen
  • Door handel over de hele wereld ontstond een wereldeconomie
  • Door tolerantie kon de wetenschap zich ontwikkelen
  • Ontevredenheid onder burgers leidde tot de Franse Revolutie waardoor er meer werd nagedacht over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 9 - Tekstslide

Waaraan denk je bij de term 'Industriële Revolutie'?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Een aantal voorbeelden van wat er gaat veranderen...
  • Door wetenschappelijke ontdekkingen ontstaan er fabrieken, waardoor er veel sneller veel meer spullen gemaakt kunnen worden.
  • De fabrieksbazen verdienen daar veel aan, maar de arbeiders leven onder slechte omstandigheden.
  • Overzee worden nieuwe afzetgebieden gezocht voor Europese producten
  • Er wordt nagedacht over de belangen van arbeiders

Slide 12 - Tekstslide

Par. 5.1 Agrarische en demografische revolutie




Deelvraag: Op welke manier maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriele Revolutie mogelijk?

Slide 13 - Tekstslide

Tegen verspilling
  • Jethro Tull stoorde zich aan verspilling. Bij het zaaien ging er veel verloren.
  • Hij maakte een zaaimachine, die op gelijkmatige afstand steeds één zaadje in de grond deed, en de gaatjes weer dichtmaakte.

Slide 14 - Tekstslide

Enclosures
  • Er werden nog meer landbouwmachines uitgevonden. Deze waren meestal erg duur.
  • De Enclosure Acts zorgden ervoor dat er grote, aaneengesloten landbouwgebieden ontstonden, die bezit waren van één persoon.

Slide 15 - Tekstslide

Wat vond Jethro Tull uit?
A
Een oogstmachine
B
Een stroommachine
C
Een zaaimachine
D
Een machine voor zaadselectie

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn enclosures?
A
Gevangenissen van de Franse koning
B
Grote samengevoegde stukken landbouwgrond
C
Dammen in de rivieren
D
Omheinde gebieden voor het vee

Slide 17 - Quizvraag

Agrarische revolutie

Gevolgen:

  • Er kwam meer landbouwgrond
  • De opbrengst van de landbouwgrond werd groter


Er werden meer experimenten toegepast, zoals zaadselectie (alleen het beste zaad zaaien). Hierdoor kon er ook meer vee gevoed worden, waardoor weer meer mest ontstond voor de landbouwgronden.

Slide 18 - Tekstslide

Demografische revolutie
  • Steeds meer mensen konden gevoed worden
  • In Engeland kwamen er tussen 1750 en 1850 ongeveer 3x zoveel mensen bij
  • Er stierven minder mensen dan voorheen
  • Er was dus een demografische revolutie

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?

Slide 20 - Open vraag