LJ3_voorbereiding_boekentoets

Welkom derdejaars!
20-25 min: (interactieve) instructie
30 min: zelfstandig werken

Benodigdheden: lesboek, schrift, pen
LessonupApp: 


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom derdejaars!
20-25 min: (interactieve) instructie
30 min: zelfstandig werken

Benodigdheden: lesboek, schrift, pen
LessonupApp: 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling theorie fictie voor boekentoets
  2. Voorbereiden SO spelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  1. Je kan een analyse maken van een fictieverhaal.
  2. Je kent de spellingsregels en kan deze toepassen. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling fictie

Op welke punten moet je in ieder geval iets kunnen vertellen over je boek?

1. genre
2. personages
3. perspectief
4. Tijd
a. periode
b. tijd als middel
5. Stijl van een schrijver
6. Onderwerp & thema
7. Einde: open of gesloten

Slide 4 - Tekstslide

Genres
  • Een genre is een soort verhaal.
  • Elk genre heeft z'n eigen kenmerken-> leer deze
  • Soms wordt een genre duidelijk gemaakt met een icoon.
  • Let op: young-adult en roman zijn GEEN voorbeelden van genres. 
  • Voorbeelden: historisch verhaal, fanatsieverhaal, sprookje, detective, thriller, science-fiction

Slide 5 - Tekstslide

Personages
  • karakterbeschrijving: uiterlijke en innerlijke kenmerken, meningen en gevoelens.
  • round of flat character? 

Slide 6 - Tekstslide

Perspectief
  • ik -perspectief, personaal perspectief, alwetende verteller.
  • Waarom kiest de schrijver voor eeb bepaald perspectief? Wat is het effect? 

Slide 7 - Tekstslide

Tijd
  1. Tijdsbeschrijving: verleden, heden, toekomst
  2. Tijd als middel om een verhaal spannender te maken: flashbacks, tijdsprong, chronologische vertelwijze
  3. a. Vertelde tijd: hoe lang hebben de gebeurtenissen in een verhaal geduurd?                                                                                        b. Verteltijd: hoe lang (hoeveel blz) heeft een schrijver nodig om zijn verhaal te vertellen? 



Slide 8 - Tekstslide

Stijl van een schrijver
  • Is de tekst moeilijk of makkelijk geschreven?
  • In de verleden of tegenwoordige tijd geschreven?
  • Veel overdrijvingen in de taal?
  • Humor?
  • etc...

Slide 9 - Tekstslide

Onderwerp & thema
  • Onderwerp: waarover gaat het verhaal? In één woord. Voorbeelden: liefde, verraad, familie, vriendschap, oorlog, criminaliteit.
  • Thema: wat wil de schrijver je vertellen over het onderwerp? De boodschap van de schrijver in één hele zin. 

Slide 10 - Tekstslide

Einde
  • Gesloten: Zin alle grote vragen uit het verhaal beantwoord? Zijn de grote problemen opgelost?
  • Open: de hoofdvraag is onbeantwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden in 3 stappen:
  1. Het antwoord
  2. De uitleg
  3. Een voorbeeld uit je boek waarmee je je uitleg versterkt.                   Bijvoorbeeld : In welke tijd speelt je boek zich af? Het heden. Dit weet ik, omdat ze een wereld beschrijven die wij nu ook kennen, met voorwerpen die wij ook gebruiken. Zo vertelt Isa in het boek dat haar nieuwe IphoneXI tijdens een ruzie in het water is gegooid door haar beste vriendin. 

Slide 12 - Tekstslide

Verhaalanalyse
Jullie gaan een fimpje kijken een gaan het verhaal analyseren. Dit doe je aan de hand van de volgende vragen. Noteer terwijl je aan het kijken bent, de antwoorden in je schrift. 

Slide 13 - Tekstslide

Verhaalanalyse
1. Geef een karakterschets van het hoofdpersonage (innerlijk & uiterlijk).
2. In welke tijd speelt het verhaal zich af? Waaraan kun je dit zien?
3. Is het verhaal chronologisch verteld? Of wordt er gebruik gemaakt van tijdsprongen of flashbacks? 
4. Is er een open of gesloten einde? Leg uit. 
5a. Wat is de vertelde tijd van het verhaal?
b. Wat is de verteltijd van het verhaal?
6a. Wat is het onderwerp van het filmpje?
b. Wat is het thema?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verhaalanalyse
1. Geef een karakterschets van het hoofdpersonage (innerlijk & uiterlijk).
2. In welke tijd speelt het verhaal zich af? Waaraan kun je dit zien?
3. Is het verhaal chronologisch verteld? Of wordt er gebruik gemaakt van tijdsprongen of flashbacks? 
4. Is er een open of gesloten einde? Leg uit. 
5a. Wat is de vertelde tijd van het verhaal?
b. Wat is de verteltijd van het verhaal?
6a. Wat is het onderwerp van het filmpje?
b. Wat is het thema?

Slide 16 - Tekstslide

Benoem één karaktereigenschap van het meisje.

Slide 17 - Open vraag

Het verhaal speelt zich af in het heden. Noem een voorbeeld waaruit dit blijkt.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het onderwerp van dit filmpje?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het thema van het filmpje?

Slide 20 - Open vraag

Afsluiting
Zelfstandig werken:

Nakijken Oefen SO spelling. Antwoorden in Clasroom.

Wij blijven beschikbaar voor chatvragen. 

Huiswerk: leren voor het so. 

Slide 21 - Tekstslide