CH4 - Recap mastermind

CH4 Recap
Mastermind
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CH4 Recap
Mastermind

Slide 1 - Tekstslide

Today's mission
At the end of this hour you've practiced with everything you've learned in CH4
You also know to which paragraphs you have to pay extra attention while studying

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
Explanation mastermind 
Playing the game

Ready?
Different exercise 

Slide 3 - Tekstslide

Mastermind 
Crack the code!
Do the exercises that belong to the numbers you wrote down.
Right number, right place =
Right number, wrong place = 

1. guess the code  
2. do the exercises 
3. raise your hand and let the game master check your answers (code and exercises)
4. repeat  

Slide 4 - Tekstslide

Pairs: A-B

1. Tess-Britt
2. Türkân-Berra-Lisanne
3. Lune-Isabella
4. Carlijn-Iris
5. Charlize-Sophia
6. Flinn-Stella

Pairs: A-B

7. Jaylen-Deven
8. Dean-Tim
9. Dylan-Thomas
10. Zenjebila-Dominique
11. Bram-Nino-Renzo

Slide 5 - Tekstslide

Both of you write down the exercises!
write it down in a word doc.
Do not delete it 

The person at school writes down the code,
on a piece of paper 

Slide 6 - Tekstslide

Done?
Make sure you made all the exercises (1-15)
Check your answers

Slide 7 - Tekstslide

Waar ga je extra aandacht aan besteden voor de toets?

Slide 8 - Woordweb

Subject vs. Object pronoun
Persoonlijke voornaamwoorden
Subject pronoun vs. Object pronoun
Subject pronoun / Onderwerp
Object pronoun / Lijdend of meewerkend voorwerp
Vaak het onderwerp v/d zin
Vaak het lijdend of meewerkend voorwerp v/d zin.
I = ik
You = jij
She/He/It = zij/hij/het

We = wij
You = jij 
They = zij

She helps me cook dinner.
Me = mij
You = jou
Her/Him/It = haar/hem/het

Us = ons
You = jullie
Them = hun

She helps me cook dinner.

Slide 9 - Tekstslide

Prepositions of place

Slide 10 - Tekstslide

Lidwoord = articles = a/an/the
 een ..........: a / an
de / het ..........: the

een tafel - a table           een ei - an egg
de tafel - the table          het ei - the egg



 

Slide 11 - Tekstslide

The articles a/an
 
A is put before nouns starting with: consonant - sound
(A gebruiken we bij znw die beginnen met een 
medeklinker-klank)

a pet               a teacher           a bicycle

 

Slide 12 - Tekstslide

The articles a/an

An is used for a noun starting with: vowels - sound
(An gebruiken we bij znw die starten met een klinker-klank)

an ear            an investigation         an officer

 

Slide 13 - Tekstslide

Imperative = gebiedende wijs
v
hele ww
Keep your head up.
x
don't  + hele ww
Don't look down.

Slide 14 - Tekstslide

Present Continuous = t.t. 
Signaalwoorden geven aan dat je deze regel moet gebruiken: 
-  now, at the moment, listen, look etc. 

Stap 1: lees de zin en vind het onderwerp 
Stap 2: kies uit een vorm van het ww zijn (to be) 
                I = am                she/he/it = is               we/you/they = are 
Stap 3: ww + ing 

Slide 15 - Tekstslide

Present continuous
- now, at the moment, listen, look etc. 
Subject +
Form of to be 
(am/is/are) +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 16 - Tekstslide