Klas 2A gymn Freitag, den 19. November 2021

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:          slobd 
  • Vul je emailadres van school in.
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:          slobd 
  • Vul je emailadres van school in.
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 

Slide 1 - Tekstslide

Freitag, den 19. November 2021
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wiederholung Zahlen
  • Hören: Tante Emma kommt
  • Duzen und Siezen
  • Machen Aufgaben
  • Grammatik: Modalverben
  • Machen Aufgaben
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 2 - Tekstslide

Nachsehen Hausaufgaben:
Einleitung Seite 78
Aufgaben 1.1, 1.2A und 2.1 Seiten 78-80

Slide 3 - Tekstslide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kent de getallen in het Duits.
  • Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.
  • Je weet wanneer je iemand aanspreekt met je of met u.
  • Je leert de Duitse Modalverben.

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholung Zahlen

Slide 5 - Tekstslide

36
Schrijf voluit in het Duits.

Slide 6 - Open vraag

54
Schrijf voluit in het Duits

Slide 7 - Open vraag

87
Schrijf voluit in het Duits.

Slide 8 - Open vraag

1
Schrijf voluit in het Duits

Slide 9 - Open vraag

16
Schrijf voluit in het Duits.

Slide 10 - Open vraag

Hören:   Seite 82 + 86 + 95
Aufgaben 3.2  + 4.2 + 11.2

Slide 11 - Tekstslide

Duzen und Siezen
Gezamenlijk lezen Aufgabe 3.3 Seite 82

Selbständig machen Aufgabe 3.3 B
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Machen Aufgaben
  • Selbständig arbeiten
  • Aufgabe 3.6 A + B + C   Seiten 84-86
  • Fertig: Machen Aufgaben 3.4 und 3.5 Seiten 83-84. Lernen Wörterliste A Seite 46 Textbuch (WRTS?Quizlet)
  • Besprechen Aufgabe 3.6
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Grammatik:
  • Hoe vervoegen we zwakke werkwoorden?
  • Wat is de eerste stap?
  • Wat is standaard uitgang?
  • Vervoegen werkwoorden met stam op d/t?

Slide 14 - Tekstslide

Modalverben: 
Modale hulpwerkwoorden (modalverben) zijn hulpwerkwoorden die extra betekenis aan het hoofdwerkwoord toevoegen. Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn zullen, kunnen, mogen, moeten, willen. 

Als je bijvoorbeeld zegt: 'Petra kan zwemmen', zeg je eigenlijk dat Petra in staat is om te zwemmen (ze verdrinkt niet in water). Dat heeft natuurlijk een hele andere betekenis dan 'Petra zwemt', een zin zonder modaal hulpwerkwoord.

In het Duits zijn er ook modale hulpwerkwoorden (modalverben) zoals bijvoorbeeld: willen, können, müssen, mögen, sollen en dürfen. 

Slide 15 - Tekstslide

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 16 - Tekstslide

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 17 - Tekstslide

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten

müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 18 - Tekstslide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Lernen: Wörterliste A Seite 46

Machen:
Aufgaben 3.4 und 3.5 Seiten 83-84

L

Slide 20 - Tekstslide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 21 - Tekstslide