In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik
lesdoelen §3.2
Afsluiten les
§3.2 Warmtetransport
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 5 - Quizvraag
Waar denk je aan bij Warmte?
Slide 6 - Woordweb
Je leert ...
situaties herkennen waarin warmte wordt getransporteerd door geleiding, stroming en straling;
uitleggen hoe het transport van warmte via geleiding plaatsvindt;
uitleggen hoe het transport van warmte via stroming plaatsvindt;
uitleggen hoe het transport van warmte via straling plaatsvindt;
Slide 7 - Tekstslide
Warmte of temperatuur
Warmte
Warmte is energie waarmee je de temperatuur kan veranderen.
Temperatuur
Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is.
Slide 8 - Tekstslide
Warmtetransport
WARMTE
Slide 9 - Tekstslide
Warmtetransport
Slide 10 - Tekstslide
Stroming
Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.
Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.
Er is een tussenstof nodig.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.
Slide 11 - Tekstslide
Warme lucht
Koude lucht
Slide 12 - Tekstslide
Geleiding
Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven naar een andere plaats.
De warmte gaat van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur.
Een stof die de warmte goed doorgeeft, is een geleider.
Een slechte warmtegeleider heet isolator.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Straling
Warmte verplaatsing door straling. Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.
Er is geen tussenstof nodig, het kan door een vacuüm.
Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit.
Slide 15 - Tekstslide
Straling
Het zilverfolie weerkaatst de straling waardoor de warmte bij de kampeerder blijft.
Slide 16 - Tekstslide
Straling
Elk voorwerp zendt straling uit. Des te hoger de temperatuur van het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de uitgezonden straling.
Slide 17 - Tekstslide
De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding
Slide 18 - Quizvraag
Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding
Slide 19 - Quizvraag
Via de golfstroom komt veel warm zeewater van de evenaar naar de noordzee.
A
stroming
B
straling
C
geleiding
Slide 20 - Quizvraag
De vloeistof in een thermometer wordt warm als je deze in een pan heet water zet.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding
Slide 21 - Quizvraag
Het lepeltje dat al een tijdje in de hete thee staat voelt warm aan de bovenkant
A
Stroming
B
straling
C
geleiding
Slide 22 - Quizvraag
Je kunt ...
situaties herkennen waarin warmte wordt getransporteerd door geleiding, stroming en straling;
uitleggen hoe het transport van warmte via geleiding plaatsvindt;
uitleggen hoe het transport van warmte via stroming plaatsvindt;
uitleggen hoe het transport van warmte via straling plaatsvindt;