De betaalmiddelen

Betaalmiddelen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelSecundair onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Betaalmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denk je als je het woord "Geld" hoort?
Geld

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Op welke manieren kan je allemaal betalen?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Chartaal geld
= contant geld
= munten en bankbiljetten
= tastbaar geld
= rechtstreekse betaling

Giraal geld
= elektronisch geld
= munten en bankbiljetten
= onrechtstreekse betaling
(via financiële instelling)

Slide 6 - Tekstslide

De zichtrekening
  • gekoppeld aan een bankkaart = debetkaart
  • dagelijkse verrichten
  • geld afhalen aan een geldautomaat
  • verschillende soorten zichtrekeningen, bv. voor jongeren en dan meestal nog variatie tussen een online rekening (vaak gratis) of een rekening waarmee je ook nog in het bankkantoor kan langsgaan voor je verrichtingen (betalend).

Slide 7 - Tekstslide

De overschrijving
Hiermee geef je de opdracht om geld over te schrijven van jouw rekening naar de rekening van iemand anders.
Vroeger moest hiervoor dit formulier ingevuld worden:

Slide 8 - Tekstslide

Online banking
Tegenwoordig doen de meeste mensen hun betalingen/overschrijvingen digitaal, via de gsm, tablet of computer.

Via de computer heb je een kaartlezer nodig en je bankkaart, op de gsm of tablet installeer je de app van de bank.

Slide 9 - Tekstslide

Betalen per sms
Sommige diensten kan je betalen via sms: je stuurt een sms naar een bepaald nummer, en het verschuldigde bedrag wordt dan verrekend via je gsm-factuur.

4411: Parkeren
4884: De lijn bus- of tramticket

Slide 10 - Tekstslide

Technologie staat niet stil
Payconiq
Apple pay
PayPal
Fitbit

Slide 11 - Tekstslide

opdracht
* Werk per 2
* Kies een kaart met QR code en verken het gekozen betaalmiddel
*Zoek de nodige informatie over dit betaalmiddel op
*  Stel je gekozen betaalmiddel voor aan de rest van de klas
* Wees creatief
* 10 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Kredietkaart
* een krediet (=lening) aangaan.
* nu aankopen --> maand later van je rekening
* alle transacties -->  1x per maand van de rekening
* een uitgavestaat (soort van rekeninguitreksel)
* risico: --> geld opdoen dat je misschien niet hebt

Slide 14 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je de kredietkaart?
  • Om wereldwijd te betalen (met de debetkaart kan je ook betalen binnen Europa als er een maestro label opzit);
  • om online te betalen;
  • om in binnen- en buitenland geld te kunnen afhalen.

Slide 15 - Tekstslide

Een betaling met de kredietkaart is een...
A
rechtstreekse betaling
B
onrechtstreekse betaling

Slide 16 - Quizvraag

Debetkaart
Kredietkaart
Maestro
Visa
Uitgegeven door FI (financiële instelling)
Uitgegeven door FI of groot bedrijf
Onmiddelijk van je rekening
Pas aan het einde van een periode van je rekening
Betalen buiten Europa
Betalen in binnenland en Europa

Slide 17 - Sleepvraag

Bundel verder invullen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link