TH2 H3H4 Lezen

Welkom TH2
Binnenkomen: telefoon weg, jas uit en in je kluis.
Boeken pakken: werkboek, schrift, etui, leesboek
Beginnen: lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom TH2
Binnenkomen: telefoon weg, jas uit en in je kluis.
Boeken pakken: werkboek, schrift, etui, leesboek
Beginnen: lezen

Slide 1 - Tekstslide

2 complimenten
en 1 verzoek


Slide 2 - Tekstslide

Loterij
Goede doelenactie Reigersdaal 2021
loten verkopen maandag en dinsdag in de projectweek
1 lot kost 1 euro
Trekking 23 december, bekendmaking 24 december
Hoofdprijs: airpods voor android / apple 

Slide 3 - Tekstslide

Toets bespreken
Neem voor je jouw blaadje :)
de toets heeft 22 vragen en 39 punten.
Vrag 3 en 19 weggehaald. 
Nu 20 vragen en 35 punten. 
Cesuur van 65% naar 55%, hierdoor betere cijfers.

Slide 4 - Tekstslide

WILD
Th2m: blz. 169
Th2G: verder lezen op blz. 169
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Leesmoment
Leesboek vergeten? Blz. 185 Fictie, lees....
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

H3 Lezen-tekstverbanden
Je kunt nu tekstverbanden herkennen door de signaalwoorden; 
1. alineaverband opsomming; ten eerste, daarna
2. alineaverband tegenstelling: hoewel, maar, toch
3. voorbeeld: zo, zoals, bijvoorbeeld, om een voorbeeld te noemen.

Slide 7 - Tekstslide

H3 Tekstverbanden
Alinea's kunnen opsommingen bevatten, maar ook tegenstellingen of voorbeelden. 
Vaak betreft dit de uitleg, de toelichting of de voorbeelden die er in de alinea besproken worden. Dat noemen we ook wel de bijzaken. 

Slide 8 - Tekstslide

H3 tekstverbanden
Je moet signaalwoorden uit je hoofd leren, zodat jij in een tekst het tekstverband ziet. 
Tekstverband = het verbindt net als een pleister. Alinea's worden aan elkaar verbonden. Let op de signaalwoorden, want die geven het specifieke verband aan. 

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel H3
Je leert over tekstverbanden
* opsomming
* tegenstelling
* voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

H4 Feit of mening?
Feit is objectief
Mening is subjectief

Slide 11 - Tekstslide

Hoe herken je een mening?
De schrijver schrijft zijn verhaal in de ik-persoon. 
Hij geeft zijn mening door dingen te zeggen als: 
Volgens mij, 
ik vind, ik zie het zo, ik ben van mening dat.....

Slide 12 - Tekstslide

Een mening onderbouw je
Met een argument. 
Dat doe je zo: 

Ik vind rood de mooiste kleur, want.....
Ik ben van mening dat herfst het mooiste seizoen is, omdat.....

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdzaak
De hoofdzaken staan in de kernzin van de alinea. De hoofdzaken zijn de belangrijkste punten uit de alinea. Die worden vaak verderop in de alinea uitgelegd met behulp van voorbeelden of een toelichting. Dat zijn dan de bijzaken. 

Slide 15 - Tekstslide

Kernzin
Vaak in de 1e, 2e, of laatste zin van de alinea. 

Slide 16 - Tekstslide