workshop frans werkwoorden tussenweek 2 klas 2

Workshop Frans
Wat doorlopen we tijdens de workshop:

1. Werkwoorden in t.t. en v.t.
2. Effectief leren

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Workshop Frans
Wat doorlopen we tijdens de workshop:

1. Werkwoorden in t.t. en v.t.
2. Effectief leren

Slide 1 - Tekstslide

wat vind je lastig aan de werkwoorden frans?

Slide 2 - Woordweb

schrijf minimaal 5 werkwoorden op die eindigen op -er.

Slide 3 - Open vraag

uitleg werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Zij wonen in Lyon=
A
vous habitez à Lyon
B
elles habite à Lyon
C
il habite à Lyon
D
ils habitent à Lyon

Slide 5 - Quizvraag

Vraag jij de weg?=
A
Demandez-tu le chemin?
B
Tu donnes le chemin?
C
tu demande le chemin?
D
Tu demandes le chemin?

Slide 6 - Quizvraag

wij blijven thuis=
A
Nous restez à la maison
B
Nous restons à la maison
C
Vous restez à la maison
D
On restes à la maison

Slide 7 - Quizvraag

Dit jaar leerde je de verleden tijd.
Hoe maak je de passé composé?
(bijv. ik heb geluisterd of ik ben gegaan)

Slide 8 - Open vraag

Hoe maak je een passé composé met de ww-er?
vorm van avoir of être + -er wordt é
J'ai  mangé              je suis allé(e)
Tu as parlé.                  tu es rentré(e)
il/elle/on a habité      elle est tombée
nous avons demandé                      nous sommes retourné(e)s
vous avez aimé                     vous êtes monté(es)
ils ont passé             ils sont restés
elles ont invité               elles sont allées
(Als het eerste werkwoord een vorm van être is dan moet je even naar de persoon kijken: 
vrouwelijk:e, meervoud: s)

Slide 9 - Tekstslide

Zet de volgende zinnen in de passé composé:
ils habitent à Lyon

Slide 10 - Open vraag

On demande le chemin?

Slide 11 - Open vraag

Nous allons en Belgique.

Slide 12 - Open vraag

welke onregelmatige werkwoorden ken je?

Slide 13 - Woordweb

uitleg werkwoorden (tb blz 152)

Slide 14 - Tekstslide

uitleg werkwoorden

Slide 15 - Tekstslide

qu'est-ce qu'ils font?

Slide 16 - Tekstslide

où vas-tu?

Slide 17 - Tekstslide

Elles sont Italiennes?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je een passé composé met de onregelmatige werkwoorden:
Leren! Achterin je tekst boek!
avoir: j'ai eu
être: j'ai été
faire: j'ai fait
aller: je suis allé(e)

Voltooid deelwoord blijft dus altijd hetzelfde.

Slide 19 - Tekstslide

Mettez au passé composé:
il a un chien. (avoir)

Slide 20 - Open vraag

Mettez au passé composé:
Nous faisons du camping. (faire)

Slide 21 - Open vraag

Mettez au passé composé:
Ils vont au Maroc. (aller)

Slide 22 - Open vraag

mettez au passé composé:
Je suis à Marseille (être)

Slide 23 - Open vraag

mettez au passé composé
Elles font du foot (faire)

Slide 24 - Open vraag

Tot hier de werkwoorden
Wat ga je onthouden van wat je zojuist geoefend hebt?

Hoe kun je de (werk)woorden onthouden en leren? Tips?

Slide 25 - Tekstslide

Welke leertechnieken gebruiken jullie? Denk aan: laten overhoren, flitskaarten etc.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Leerstrategie proberen
Geheugenpaleis
Visualiseer  allemaal het domein. Plaats samen de volgende woorden met hun betekenis daarin:

 vous faites, je vais, nous habitons, tu gagnes, la libellule,
le ballon, le livre.

Slide 28 - Tekstslide

Einde van de workshop
Heb je hier wat aan gehad?


Frans leren is vooral veel oefenen, lezen en veel Frans luisteren. 
Een taal leren kost tijd en vraagt om inzet en doorzettingsvermogen. Maak het leuk voor jezelf.

Slide 29 - Tekstslide

Geheugenpaleis
Weten jullie de woorden nog?

Slide 30 - Tekstslide