BSR 10/6 2t spelling 7.11

Lees de theorie op blz. 242.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.11.
7.11 Voltooid deelwoord
Startopdracht:
2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
Maak een zin waarin je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Let goed op je spelling.

Hulp nodig? Zie blz. 242.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lees de theorie op blz. 242.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.11.
7.11 Voltooid deelwoord
Startopdracht:
2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
Maak een zin waarin je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Let goed op je spelling.

Hulp nodig? Zie blz. 242.

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesdoelen.
2. Herhaling paragraaf 9 en 10.
(Huiswerk bespreken).
3. Klassikale uitleg cursus 7
paragraaf 11.
4.  Opdrachten paragraaf 11.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt in het Nederlands.
  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord op de startvraag:

Slide 5 - Open vraag

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse woorden, en dat ziet er soms gek uit. 




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Engelse werkwoorden
  • De ik-vorm t.t. van een Engels werkwoord schrijf je meestal door -en van het werkwoord af te halen. Let op bij het woord timen:
speechen-speech, rugby-rugbyen, timen-time.
  • Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker. Let op bij het woord paintball:
flossen-flos, focussen-focus, paintballen-paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak, je kunt in de verleden tijd dus 't ex kofschip gebruiken.






Zo spel je




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Huiswerk bespreken

Opdracht 4 en 5 op blz. 241.

Slide 10 - Tekstslide

7.11 Het voltooid deelwoord

Slide 11 - Tekstslide

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n:
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren pasta gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan!
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt.

Slide 12 - Tekstslide

Dus:
Sterke werkwoord:
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n:
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord:
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d :
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt niet altijd horen of een voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt. Weet je niet of een voltooid deelwoord op een –t of –d eindigt? Gebruik dan:
  • De verlengproef (langer maken).
  • Of ’t ex kofschip.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-.
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn : zijn,
        hebben  en worden.
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin.

Slide 16 - Tekstslide

Noteer de voltooid deelwoorden:
1. Wat ben je ..... (veranderen)!
2. Je hebt het zelf ..... (uitkiezen).
3. Je wordt ..... (hersenspoelen) zonder dat je het doorhebt.
4. Wie heeft dit ..... (bedenken)?
5. Zij had een koekje ..... (gepakt) zonder het te vragen.
6. Hij is jarig ..... (zijn).
7. Ik word naar school ..... (brengen), omdat het hagelt.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

VD als bijvoeglijk naamwoord
  • Een voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Je  schrijft het dan  zo kort en zo eenvoudig mogelijk!

De trui is gebreid - de gebreide trui.
Het werkstuk is geprint - het geprinte werkstuk.
De toets is gemaakt - de gemaakte toets.

Slide 18 - Tekstslide

Wat?
Cursus 7.11 Voltooid deelwoord.
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 242-243 van je boek. 
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk alvast verder aan paragraaf 
5.12 Werkwoordalarm.
timer
15:00
Oefenen

Slide 19 - Tekstslide

  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
Lesdoelen

Slide 20 - Tekstslide

Vul het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord in.

Ik leg het ... (verkopen) boek alvast op de toonbank.

Slide 21 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord in.

De in stukjes ... (snijden) appel wordt eerlijk verdeeld.

Slide 22 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord in.

De ... (vermissen) jongen is nog altijd niet gevonden.

Slide 23 - Open vraag

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
2tc: ncejj

Slide 24 - Tekstslide