Passé Composé met Avoir klas 2

Onderwerp

Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp

Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt. 
Kan je het gemaakte huiswerk laten zien
Kijken we samen opdrachten na en weet je wat je extra moet oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs faits
1,2,3
3b, 4,5AC

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie over de voltooide tijd? Vul in wat in je opkomt.

Slide 4 - Open vraag

Voltooide tijd =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

Slide 5 - Tekstslide

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van AVOIR (hebben)
   2. een voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont

Slide 7 - Quizvraag

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa (is een 'zij' dus elle) ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 8 - Quizvraag

1. Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.

Slide 9 - Open vraag

2. Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 
 On a chanté (chanter = zingen)    = We hebben gezongen                                 

Slide 10 - Tekstslide

N'oublie pas: 
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!!
Pas op! Hou altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar! (net als in het Engels)
Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord!!!!
Nous avons joué.
Wij hebben gespeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Regardez bien!!!

Slide 13 - Tekstslide


Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.

Slide 14 - Quizvraag

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal:
Vous avez dansé

Slide 18 - Open vraag

Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.

Slide 19 - Quizvraag

Waaruit bestaat de Passé Composé?

Slide 20 - Open vraag

Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP

Slide 21 - Open vraag




Kortom:
 
- Leer eerst het rijtje van avoir nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...

Slide 22 - Tekstslide

Au travail!
Individuellement: 9, 10BCD

8 devoirs!

Slide 23 - Tekstslide

Devoirs
8--> couper

Slide 24 - Tekstslide