2.3 De erfenis van de Verlichting

2.3 De erfenis van de Verlichting
  • 1814 - 1815: Congres van Wenen (Eng, Oostenrijk, Pruisen en Rusland)
  • Doelen: 
  • 1.  Machtsevenwicht creëren > Frankrijk omringd door sterke staten en:
  • 2. Restauratie:
  • - herstel monarchieën
  • - adel kreeg privileges terug
  • Gevolgen ook voor Nederland:
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1839)

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 10 videos.

Onderdelen in deze les

2.3 De erfenis van de Verlichting
  • 1814 - 1815: Congres van Wenen (Eng, Oostenrijk, Pruisen en Rusland)
  • Doelen: 
  • 1.  Machtsevenwicht creëren > Frankrijk omringd door sterke staten en:
  • 2. Restauratie:
  • - herstel monarchieën
  • - adel kreeg privileges terug
  • Gevolgen ook voor Nederland:
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1839)

Slide 1 - Tekstslide

Overgang 18e > 19e eeuw in Nederland:
  • 1795: Begin 'Franse Tijd':
  • Franse troepen veroveren de Republiek >
  • Stadhouder Willem V vlucht (Eng)
  • Patriotten aan de macht geholpen 
  • Verlichtingsidealen > nieuwe grondwet
  • Komst Napoleon:
  • - 1806-1810: Koninkrijk Holland olv
  •    Lodewijk Napoleon
  • - 1810-1813: departement van Frankrijk
  • 1813: slag bij Leipzig >
  • stadhouder Willem VI > koning Willem I
koning Willem I

Slide 2 - Tekstslide

Korte documentaire over Willem I
(schooltv)
3 minuten

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

SE 2:
1.  Historische context 1.3
2. Historische context 2.1 / 2.2 / 2.3
3. Handboek: 6.1, 7.3, 9.1, 9.2, 9.3, 10.3, Thema rechtsstaat: Hoofdstuk 2 en 3
Denk om: Tijdscharnier (blz. 226) en de Kenmerkende Aspecten.

Slide 5 - Tekstslide

2.3 De erfenis van de Verlichting
  • 1814 - 1815: Congres van Wenen (Eng, Oostenrijk, Pruisen en Rusland)
  • Doelen: 
  • 1.  Machtsevenwicht creëren > Frankrijk omringd door sterke staten en:
  • 2. Restauratie:
  • - herstel monarchieën
  • - adel kreeg privileges terug
  • Gevolgen ook voor Nederland:
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1839)

Slide 6 - Tekstslide

Koning Willem I
1814 - 1840
  • nieuwe grondwet (1814) >
  • constitutionele monarchie
  • toch: macht Willem I groot:
  • - gezag over leger/vloot en
  • - koloniën/ buitenlandse zaken
  • - benoemen en ontslaan ministers 
  • - begrotingsrecht over 10 jaar
  • - 'Koninklijke Besluiten' :
  • - geen goedkeuring parlement nodig
  • Conclusie: 
  • Verlicht despoot, geen democratie

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Kenmerkende Aspecten:

  • 28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op een eigentijdse manier vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • 30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
  • 36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, confessionalisme , socialisme en feminisme

Slide 9 - Tekstslide

Belgische Opstand
(1830)
  • Congres van Wenen (1815):
  • Nederland en België samen in:
  • Verenigd Koninkrijk
  • Zuidelijk Nederland ontevreden:
  • - autoritaire regeerstijl Willem I
  • - achterstelling katholieken >
  • onlusten in Brussel > Opstand >
  • leger ingezet door Willem I (1830)
  • Tiendaagse Veldtocht (1831) een ramp >
  • België onafhankelijk koninkrijk (1839)
  • Noorden: 'Koninkrijk der Nederlanden'
Van Speijk: 'Dan maar liever de lucht in'

Slide 10 - Tekstslide

Documentaire over Belgische Opstand
'Canon van Frank Lammers'
22 minuten

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

1848: Revolutiejaar in Europa
  • na 1815: Restauratie > onvrede in Europa, ook in Nederland
  • - grote macht koning:
  • - schatkist bijkans leeg door:
  • - kosten afscheiding België  
  • - hongersnood door mislukte oogsten ('45)
  • - revolutie dreigingen in geheel Europa >
  • Grondwetswijziging van Thorbecke

Slide 13 - Tekstslide

Het revolutiejaar in Nederland:
Liberalen grote invloed
  • fundamentele rechten van de burgers:
  • - persvrijheid
  • - vrijheid van vereniging en vergadering
  • - vrijheid van bezit
  • - godsdienstvrijheid
  • - vrije markteconomie
  • - censuskiesrecht 
  • Macht parlement vergroot tkv monarch:
  • parlementaire kabinetten ipv koninklijke
Thorbecke

Thorbecke

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

Politieke stromingen in 19e eeuw
  • 1. conservatieven:
  • aanhangers van de Restauratie
  • 2. liberalen:
  • vrijheidsgedachte 
  • 3. confessionelen:
  • naastenliefde 
  • 4. socialisten:
  • gelijkheidsgedachte, belangrijk:

Slide 18 - Tekstslide

Karl Marx (1818 - 1886)
  • afkomstig uit een Joods Bourgeoisgezin
  • zette zich af tegen de sociale kwestie
  • riep op tot revolutie door de arbeiders (proletariaat):
  • 'proletariers aller landen, verenigt U''
  • macht en bezittingen van de bourgeoisie zouden worden afgepakt
  • hierna zou gewerkt worden aan de klassenloze, communistische samenleving (iedereen gelijke rechten/plichten/bezittingen)
  • 'godsdienst is opium voor het volk' >
  • hierdoor vervreemde hij zich van veel (gelovige) arbeiders alsook door:
  • opkomend nationalisme in de 19e eeuw 

Slide 19 - Tekstslide

Richtingen binnen het socialisme:
  • Communisme: revolutie >
  • klassenloze samenleving
  • Sociaal-democratie: via democratische weg naar een rechtvaardige samenleving 
  • Anarchisme: na omverwerping regering (geweld) geen enkele vorm van gezag in een land.

Slide 20 - Tekstslide

  • Kenmerkende aspecten:
  • 28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • 30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
  • 36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, nationalisme, confessionalisme en feminisme

Slide 21 - Tekstslide

nationalisme
  • liefde voor eigen land en eigen volk (= een groep mensen met een gemeenschappelijke geschiedenis, taal en cultuur)
  • belangrijk doel: eigen staat
  • voortgekomen uit Verlichting en Franse Revolutie > transitie in denken:
  • van onderdaan naar burger
  • Opmerking: vergelijk doelen Patriotten:
  • - hang naar Gouden Eeuw
  • - tegen macht regenten en zwakke Oranje
  • - volk moet heft in handen nemen >
  • - macht overnemen (> Calvijn en Locke)

Slide 22 - Tekstslide

ook sporen in de Romantiek:
  • reactie op de Verlichting met de nadruk op verstand en uniformiteit
  • accent op gevoelens, tradities en (helden-)verhalen
  • afkerig van bedorven, rationele denken
  • nadruk op onbedorven plattelandsleven >
  • aandacht voor het volk 

Slide 23 - Tekstslide

de ongerepte natuur
het eenvoudige volksbestaan

Slide 24 - Tekstslide

volkstafereel uit de 17e eeuw:
losbandigheid (Jan Steen)
tafereel uit 19e eeuw:
respectvol (Jean Francois Millet)

Slide 25 - Tekstslide

houding regeringen:
  • natievorming bevorderd door:
  • 1. onderwijs (taal en geschiedenis)
  • 2. monumenten vb: 
  • Hermanns Denkmal (1819-1875):
  • 'Deutsche Einigkeit, meine Stärke - meine Stärke, Deutschlands Macht'
  • 3. Wereldtentoonstellingen:

Slide 26 - Tekstslide

Parijs 1889
Engeland 1851

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

  • Kenmerkende aspecten:
  • 28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • 30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
  • 36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, nationalisme, confessionalisme en feminisme

Slide 29 - Tekstslide

Feminisme:
Aanvankelijk vooral strijd voor kiesrecht vrouwen (suffragettes)
  • door bourgeois-vrouwen:
  • via de politiek positie verbeteren
  • ook protesten voor:
  • - recht op echtscheiding
  • - hogere verdiensten
  • - scholingsmogelijkheden, oa Aletta Jacobs:

Slide 30 - Tekstslide

Feminisme in Nederland:
  • Nederland zat rond eeuwwisseling in uitzonderlijke positie:
  • - pas laat industrialisatie
  • - participatie vrouwen in arbeidsproces erg laag > man kostwinner
  • - neutraliteit tijdens WO I
  • Ook in Nederland onvrede over achtergestelde positie van de vrouw:
  • Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs:
  • - vrouwenkiesrecht
  • - scholing en gelijke kansen op arbeidsmarkt
  • Succes (?): Pacificatie (1917)
  •  passief kiesrecht voor vrouwen
  •  (1919: ook actief kiesrecht)
Aletta Jacobs
W. Drucker

Slide 31 - Tekstslide

Documentaires over Aletta Jacobs
1. Schooltv (14 minuten) 
2. Canonclip ( 2.5 min)


Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

0

Slide 34 - Video

Feminisme in andere landen:
1: Engeland:
de suffragettes.
Beelden van een heftige actie

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video

2 Amerika:

Speech Sojourner Truth: abolitioniste en feministe 
(1797-1883)

Slide 37 - Tekstslide

0

Slide 38 - Video

Grondwet 1917:
Pacificatie: drie grote politieke vraagstukken opgelost:
1: politieke kwestieKiesrechtvraagstuk (wie mogen stemmen?)
    - algemeen mannenkiesrecht (passief en actief)
    - algemeen passief kiesrecht voor vrouwen
    - actief kiesrecht volgde in 1919
Voorstanders: socialisten en progressief liberalen
Confessionelen hebben problemen met het vrouwenkiesrecht


Slide 39 - Tekstslide

2e politieke kwestie:
Financiering bijzonder onderwijs 
- bijzonder onderwijs = confessioneel onderwijs, door de Rooms       
   Katholieken en protestanten betaald (onder toezicht staat)
- openbaar onderwijs = neutraal onderwijs, door de staat 
   georganiseerd en betaald. 
Standpunten: - confessionelen: vóór financiering.
                              - liberalen en socialisten: tegen fin. gelijkstelling

Slide 40 - Tekstslide

3e politieke kwestie:
Sociale kwestie = het armoedeprobleem veroorzaakt door de 
                                      industrialisatie (slechte werk- en 
                                      woonomstandigheden)

Deze kwestie kan niet in een grondwetswijziging worden opgelost. 

Slide 41 - Tekstslide

Belangrijk voor de liberalen bij de pacificatie van 1917:
Er kwam een ander kiesstelsel: evenredige vertegenwoordiging  
Uitgangspunt: de stemmen worden landelijk bij elkaar opgeteld en dan verdeeld over de zetels. 
(bij het districtenstelsel werd het land opgedeeld in 100 districten en per district gold: 'the winner takes all' )

Slide 42 - Tekstslide