1MH dinsdag 20 april

10 minuten lezen
timer
10:00
--> Hier word je zo naar gevraagd!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00
--> Hier word je zo naar gevraagd!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 1MH1
10 minuten lezen ~10 min 
Woord van de week ~5 min 
Instructie lln online / oefentoets lln in de klas ~15 min 
Oefenen voor de toets ~10 min 
pauze
Fictie F 
Tijd over: start H6 taalverzorging



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kan het doel van een tekst herkennen. 

Je hebt geoefend met begrijpend lezen en woordenschat. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woord van de week: onderling
Vergelijkbare woorden/vormen van het woord: 


Zinnen met het woord waarin de betekenis duidelijk wordt: 


week 16

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijkbare woorden/vormen van het woord: X 

Betekenis: met elkaar, zonder anderen. 

Zinnen:
- Dat moeten jullie onderling maar uitvechten. 
- Ze hebben de opdrachten onderling verdeeld.
1MH1: Oefentoets H5 maken
WAT: Leerlingen in de klas maken de oefentoets. Leerlingen online gaan naar Studiewijzerplus en klikken op 'planning'
Maak de opdrachten van begrijpend lezen + woordenschat. 

Dit is een goede oefening voor de toets van morgen. Eerder klaar? Woordjes leren voor de toets/lezen. 

HOE: Leerlingen in de klas: klassikaal! Leerlingen online: zelfstandig aan het werk. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie F
Pak Fictie F erbij (bijna achterin je boek! 

Lln in de klas: We bespreken opdracht 1  + 2.
Lln online: Maak opdracht 1+2 van Fictie F. 




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Lesdoel behaald? 
Herhaling: voorbeeld van een afleiding? Van een samenstelling? 
Wat kun je doen als je een onbekend woord tegenkomt in een tekst? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 minuten lezen
timer
10:00
--> Hier word je zo naar gevraagd!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 1MH
5 min lezen
Start H6 taalverzorging voorzetsels ~10 min 
H6 voorzetsels opdracht 1+2 maken ~10 min
Oefeningen Studiewijzerplus maken/trainen/woordjes oefenen ~15 min
Quizlet 
Afsluiting




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kunt uitleggen wat voorzetsels zijn en voorbeelden geven van voorzetsels. 

Je hebt geoefend met begrijpend lezen en woordenschat. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

VOORZETSELS
Een voorzetsel (vz) hoort bij een ander woord in de zin. 
Een voorzetsel zegt iets over:

- de plaats of richting - op de kast, via de Hoofdstraat
- de tijd - over een week, tijdens zijn afwezigheid
- de reden of oorzaak - wegens ziekte, door de drukte

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORZETSELS
Als je twijfelt of een woord een voorzetsel is, kun je het uitproberen met ‘de kast’. 
Als je ‘de kast’ erbij kunt zetten, is het een voorzetsel:

- in de kast, op de kast, achter de kast, met de kast, tegenover de kast.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

of met 'de kooi'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies het goede voorzetsel.

Veel fans ___ Star Wars verloren bijna hun geduld.
A
over
B
van
C
met
D
tijdens

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het goede voorzetsel.

Ze hadden jaren gewacht ___ een nieuwe film.
A
voor
B
onder
C
met
D
op

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het goede voorzetsel.

___ 2019 was het eindelijk zover.
A
binnen
B
terwijl
C
in
D
op

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het goede voorzetsel.

Veel fans stonden de hele nacht ___ de rij ___ de première.
A
met - voor
B
in - over
C
in - voor
D
achter - met

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle voorzetsels uit de zin:

In Thailand krijgt een man een straf voor het beledigen
van een hond.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle voorzetsels uit de zin:

Het was dan ook de hond van de koning van Thailand.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
WAT: H6 taalverzorging voorzetsels opdracht 1 maken. Daarna voor de toets oefenen, trainen, woordjes leren  woordenschat 

HOE: Studiewijzerplus / in je schrift (hier mag je kiezen) blz.158*

KLAAR: Studiewijzerplus --> planning // trainen // woordjes leren 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Lesdoelen behaald?
  • Herhaling: maak een zin met een voorzetsel. 

    Woensdag = pw H5 lezen en woordenschat 
    Andere groep: maandag  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies