Nederlands oefentoets H1

Waar vind je vaak de hoofdgedachte?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waar vind je vaak de hoofdgedachte?

Slide 1 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen:
Door gebruik van /
de zin: de auto zal elke maand aan Theo uitgleend worden.

Slide 2 - Open vraag

Vul het juiste synoniem voor grens in.
Kies uit: Beperking, Douane, limiet of scheiding.
zin 1: Het dorp Leek ligt op de .................. tussen Groningen en Drenthe.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de PV in de zin.

Naast de schuur heeft de tuinman een hoge heg geplant.
A
heeft
B
de tuinman
C
naast
D
geplant

Slide 4 - Quizvraag

Neem de zin over er zorg voor de juiste leestekens "de juf zei naomi je moet stil zijn".

Slide 5 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat een zinsdeel is.

Slide 6 - Open vraag

leestekens

Slide 7 - Woordweb

Noem de twee onderdelen een samenvatting
A
hoofdgedachte en hoofdzaken
B
inleiding, titel
C
inleiding slot
D
bijzaken

Slide 8 - Quizvraag

Waar eindig je een zin mee?

Slide 9 - Open vraag

Welke zinsdelen zijn er?

Slide 10 - Woordweb

Noem 3 woordzaakstrategieën

Slide 11 - Open vraag

Noteer het onderwerp en de persoonvorm in de volgende zin:
Peer gaat morgen terug naar school

Slide 12 - Open vraag

Ik heb geen zin in Nederlands.
Wat is de PV?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het synoniem van:
ongeveer
A
optioneel
B
bijna
C
halfvol
D
circa

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de verledentijd van:

Wij eten..... wij vt..
A
at
B
aten
C
gegeten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vindt je het onderwerp van een tekst?

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn hoofdzaken?

Slide 17 - Open vraag

Hoe vind je een onbekend woord in een tekst?
A
de tekst verdelen
B
synoniem zoeken, bekend woord zoeken, tegenstelling zoeken, woordenboek
C
het woord vervangen, andere woord zoeken

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen VT en TT

Slide 19 - Open vraag

wat is het onderwerp van de tekst? Kelly heeft het record verbroken. Ze heeft de meeste pepernoten gegeten binnen 1 minuut.

Slide 20 - Open vraag