Personalpronomen

das Personalpronomen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

das Personalpronomen

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele

de vormen van het persoonlijk voornaamwoord herhalen
het persoonlijk voornaamwoord toepassen
persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie

Slide 3 - Sleepvraag

Übersicht

Slide 4 - Tekstslide



  1. Ist deine Schwester morgen zu Hause? – Ja, ______ ist zu Hause.
  2. Wo ist ihr Fahrrad? – Ich glaube, ______ steht im Keller.
  3. Hast du den Film gesehen? – Ja, ich habe ______ gestern gesehen.
  4. Wo ist Karoline geblieben? Hast du etwas von ______ gehört?
  5. Der Vater kaufte ein Buch für (haar)______ .
  6. Ich habe (jullie) ______ doch geschrieben, dass (jullie) ______ (ons) ______          morgen nicht besuchen könnt.
 

Übung
timer
3:30

Slide 5 - Tekstslide


  Ist deine Schwester (v) morgen zu Hause? – Ja, sie ist zu Hause.
  Wo ist ihr Fahrrad (o)? – Ich glaube, es steht im Keller.
  Hast du den Film (m) gesehen? – Ja, ich habe ihn gestern gesehen.
  Wo ist Karoline (v) geblieben? Hast du etwas von (+3) ihr gehört?
  Der Vater kaufte ein Buch für (+4) sie.
 Ich habe (jullie) euch doch geschrieben, dass (jullie) ihr (ons) uns morgen nicht besuchen könnt.
 
Übung

Slide 6 - Tekstslide

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 7 - Sleepvraag

persoonlijk of bezittelijk?

Weißt du wo meine Brille ist? Ich kann sie nicht finden.

Heb je je pen meegenomen? 
Hast du deinen Stift mitgebracht? 

Slide 8 - Tekstslide

persoonlijk of bezittelijk?
persoonlijk voornaamwoord: 
  • verwijst naar een persoon óf                 
  • vervangt een zelfstandig naamwoord
  • vaste vorm
bezittelijk voornaamwoord:
geeft aan dat iets van iemand is/bij iemand hoort
ein-groep --> kan een uitgang achter komen

Slide 9 - Tekstslide

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
persoonlijk
voornaamwoord
bezittelijk
voornaamwoord
mir
uns
ihn
ihm
Ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen
euer
dein
unser
sein
ihr

Slide 10 - Sleepvraag