10 okt Ch 1 present simple

10th okt Ch 1 recap
present simple
personal pronouns
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10th okt Ch 1 recap
present simple
personal pronouns

Slide 1 - Tekstslide

Opstart: 10th Oct
recap = herhaling ch 1
numbers - days and months - family members
social media - funny or awkward
recap grammar ch 1 - when to use shitrule 
close your books
write answers on whipe boards
lessonUp en whipe boards 
what is special about months in English?
what is special about she-he-it and what happens with the verb (ww)
lessonup quiz
vocab puzzle
Is present simple clear? Do you understand the personal pronouns?
volgende les opgeladen chromebook en je gewone boek bij je hebben
zorg dat je kunt inloggen bij SOM

Slide 2 - Tekstslide

relatives 
de broer van mijn vader = 

Slide 3 - Tekstslide

relatives 
de vader van mijn vader = 

Slide 4 - Tekstslide

relatives 
de kinderen van mijn tante = 

Slide 5 - Tekstslide


Wat gebeurt er met ww in een zin met she - he - it
A
-s
B
-ing
C
-es
D
-ed

Slide 6 - Quizvraag

I ..... a brand new bike. (present simple)
A
am
B
is
C
has
D
have

Slide 7 - Quizvraag

Peter and Annie ..... their room. (present simple)
A
clean
B
cleans
C
cleaning
D
cleaned

Slide 8 - Quizvraag

What is the present simple form of 'to go' for he?
A
He go
B
He goes
C
He gone
D
He going

Slide 9 - Quizvraag

Danny never ..... to help out. (present simple)
A
try
B
trys
C
try's
D
tries

Slide 10 - Quizvraag

My granny .... the most fantastic apple pie. (present simple)
A
bakes
B
baked
C
bake
D
bake's

Slide 11 - Quizvraag

What is the present simple form of 'to be' for I?
A
I are
B
I is
C
I be
D
I am

Slide 12 - Quizvraag

My parents ..... very rich.
A
's
B
're
C
are
D
is

Slide 13 - Quizvraag

My sister .... the most fabulous curly hair.
A
's
B
have
C
're
D
has

Slide 14 - Quizvraag

We ...... hard today.
A
don't works
B
don't work
C
doesn't work
D
do not work

Slide 15 - Quizvraag

Which sentence is in the present simple? (dus welke zin in de tt )
A
She is reading
B
She will read
C
She read yesterday
D
She reads every day

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord geeft aan dat het present simple moet zijn?
A
Now
B
Every day
C
Yesterday
D
Tomorrow

Slide 17 - Quizvraag

on your own 

- do the word puzzle - use learning corner p82 when you don't know the word. 
- work quietly
- working together - talk softly

Slide 18 - Tekstslide

slim stampen
- open je chromebook + log in via som
- ga naar leermiddelen en boek Engels
- je komt dan op welkom (naam) pagina
- in li-menu ch1 This is me aanklikken
- daarna in re-menu Snel Naar...
- iets naar beneden scrollen tot slim stampen

Slide 19 - Tekstslide