Brugklas Grammatica 4 tt/vt ww

timer
10:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Je weet het verschil tussen tegenwoordige en verleden tijd.
Je weet wat een persoonsvorm is.
Je weet wat een voltooid deelwoord is.
Je weet wat het hele werkwoord is.

Slide 2 - Tekstslide

Geef drie voorbeelden van hele werkwoorden

Slide 3 - Woordweb

Wat is het verschil?

Wij lezen in ons boek.

Wij lazen in ons boek

Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik lees een boek.
Jij denkt na.
Wij lopen naar huis.
Hij schrijft een app.
Wie weet hiervan?
Ze is verliefd.
Verleden tijd
Ik las een boek.
Jij dacht na.
Wij liepen naar huis.
Hij schreef een app.
Wie wist hiervan?
Ze was verliefd.

Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordige of verleden tijd?

De computer staat op mijn bureau.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

De hond at een koekje.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 7 - Quizvraag

Kom jij ook op mijn verjaardag?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

De film begon vijf minuten later.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

Alle leerlingen gingen naar de gymzaal.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 10 - Quizvraag

In het pretpark lopen veel scholieren.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 11 - Quizvraag

De winkel opende de deuren wat later.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 12 - Quizvraag

Help jij me met mijn huiswerk?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 13 - Quizvraag

Verander de zinnen van tijd.
1. De computer staat op mijn bureau.
2. De hond at een koekje.
3. Kom jij ook op mijn verjaardag?
4. De film begon vijf minuten later.
5. Alle leerlingen gingen naar de gymzaal.
6. In het pretpark lopen veel scholieren.
7. De winkel opende de deuren wat later.
8. Help jij me met mijn huiswerk?

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoorden
Hele werkwoord

Persoonsvorm

Voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

Werkwoorden
Hele werkwoord:  Mimoun zal vanmiddag mijn broer bellen.

Persoonsvorm: Mimoun belt vanmiddag mijn broer.

Voltooid deelwoord: Mimoun heeft mijn broer gebeld.

Kijk op blz. 74/75 in je boek.

Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Een werkwoord kan drie verschillende vormen hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Waar of niet waar?
In onderstaande zin staat een voltooid deelwoord.

Wij hebben deze les veel geleerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Waar of niet waar?

In een zin staat nooit meer dan één werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
Lees op blz. 75 de theorie in het bovenste gele vak.
Maak opdracht 18, vraag 1.

Slide 20 - Tekstslide

Ik heb deze les actief meegedaan aan de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll