Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
M2 SS7 chapter 4 H, I , Revision
Welcome ZM2C
STARTKLAAR?
Ga op je plek zitten
Doe je jas uit
Telefoon in het Zakkie
Oortjes uit
Boek en etui op tafel
Tas op de grond
1 / 55
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
55 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome ZM2C
STARTKLAAR?
Ga op je plek zitten
Doe je jas uit
Telefoon in het Zakkie
Oortjes uit
Boek en etui op tafel
Tas op de grond
Slide 1 - Tekstslide
PTO 2 - Week 6 - les 1
Today's mission:
Homework check: irregular verbs
Grammar: future tenses
present simple
to be going to
will
Slide 2 - Tekstslide
Exercise 30a - page 28
Slide 3 - Tekstslide
Exercise 30b - page 28
Slide 4 - Tekstslide
Exercise 39 - page 33
Slide 5 - Tekstslide
Homework Irregular verbs 76-90
to sing
to sleep
to speak
to steal
to sting
to sweep
to swim
Slide 6 - Tekstslide
Grammar 52 - page 42
Slide 7 - Tekstslide
Future tense: toekomstige tijd
Er zijn in het Engels
3 manieren
om iets over de toekomst te zeggen:
1. met
de present simple
2. met to be going to
3. met will/shall
Slide 8 - Tekstslide
Future tense: present simple
https://youtu.be/oVpSGxOa2r0
Slide 9 - Tekstslide
Future tense: present simple
De
present simple
wordt dus gebruikt voor de toekomst als:
1. iets volgens een
schema
verloopt
2. iets volgens een
rooster
verloopt
3. iets volgens een
dienstregeling
verloopt
4. iets volgens
vaste tijden
verloopt
Slide 10 - Tekstslide
Grammar 55c - page 44
Slide 11 - Tekstslide
Future tense: toekomstige tijd
Er zijn in het Engels
3 manieren
om iets over de toekomst te zeggen:
1. met de present simple
2. met
to be going to
3. met will/shall
Slide 12 - Tekstslide
Grammar 8B - page 43 - to be going to
https://youtu.be/mH0G09r38EQ?t=58
Slide 13 - Tekstslide
Future tense: to be going to
To be going to
wordt dus gebruikt voor de toekomst als:
(My mum
is going to buy
a new dress next week.)
Je iets van plan bent te gaan doen, je hebt het gepland.
Slide 14 - Tekstslide
Grammar 53a - page 42
Slide 15 - Tekstslide
Grammar 54c - page 44
Slide 16 - Tekstslide
Future tense: toekomstige tijd
Er zijn in het Engels
3 manieren
om iets over de toekomst te zeggen:
1. met de present simple
2. met to be going to
3. met
will/shall
Slide 17 - Tekstslide
Grammar 8B - page 43 - will & shall
https://youtu.be/4I1HCEq56h8
Slide 18 - Tekstslide
Grammar 8B - page 43 - will & shall
Will
wordt dus gebruikt voor de toekomst als:
(I
will
help you move next week.)
(I
will
buy you that game if you pass your test.)
(It'
ll
be dark this time tomorrow.)
Je iets aanbiedt of iets spontaan besluit.
Je iets belooft.
Je iets voorspelt.
Slide 19 - Tekstslide
Grammar 8B - page 43 - will & shall
(
Shall
we go to the dance?)
(
Shall
I give you a hand?)
Shall
gebruik je vooraan in vraagzinnen met
I
en
we
Slide 20 - Tekstslide
Will/shall
Slide 21 - Tekstslide
Grammar 54 - page 43
Slide 22 - Tekstslide
De drie future tenses zijn...
present simple future, to be going to & will
Wanneer gebruik je het present simple future?
- iets volgt een rooster/schema of dienstregeling.
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
- iemand is van plan om iets te doen, iets staat gepland.
Wanneer gebruik je 'will' (of 'shall')?
- om iets aan te bieden, iets te beloven, een spontaan besluit of een voorspelling te maken.
Slide 23 - Tekstslide
Kies de juiste future tense en vul de juiste vorm in.
Slide 24 - Tekstslide
Can you use future tenses?
Slide 25 - Tekstslide
Homework
Do:
-
Study:
Grammar 8, p. 51
Irregular verbs: 91-101
Slide 26 - Tekstslide
PTO 2 - Week 6 - les 2
Today's mission:
Homework check
vocabulary
Reading: A Chrismas Carol
Slide 27 - Tekstslide
Homework Irregular verbs 91-101
to take
to teach
to tell
to think
to throw
to win
to write
Slide 28 - Tekstslide
De drie future tenses zijn...
present simple future, to be going to & will
Wanneer gebruik je het present simple future?
- iets volgt een rooster/schema of dienstregeling.
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
- iemand is van plan om iets te doen, iets staat gepland.
Wanneer gebruik je 'will' (of 'shall')?
- om iets aan te bieden, iets te beloven, een spontaan besluit of een voorspelling te maken.
Slide 29 - Tekstslide
Kies de juiste future tense en vul de juiste vorm in.
Slide 30 - Tekstslide
NUMO Engels
Vergeet de opdrachten van deze week niet te maken.
In de week na de kerstvakantie moet je 3 uur gewerkt hebben!
Slide 31 - Tekstslide
Reading 44 - page 37
Slide 32 - Tekstslide
Speaking & Stones 48a - page 39
Slide 33 - Tekstslide
Speaking & Stones 48b - page 39
Slide 34 - Tekstslide
Homework
Do:
-
Study:
Grammar 7, p. 51
Grammar 8, p. 51
Irregular verbs: 1-101
Slide 35 - Tekstslide
PTO 2 - Week 6 - les 3
Today's mission:
Homework check: irregular verbs
Grammar Revision chapter 4
Slide 36 - Tekstslide
Homework Irregular verbs 1-100
to tell
to split
to draw
to flee
to read
to hang
to bet
Slide 37 - Tekstslide
Plurals
Noun
Rule
Singular
Plural
Most nouns
add -s
umbrella
umbrella
s
ends in -s, -ss, -sh, -ch, -o, -x, -z
add -es
wat
ch
her
o
watch
es
hero
es
ends in -y
y - i + add -es
dictionar
y
dictionar
ies
ends in -f or -fe
f - v + add -es
knif
e
kni
ves
In English, you don't use
's
to make plurals:
Hobb
y's
= Dutch Hobb
ies
= English
Slide 38 - Tekstslide
Irregular forms
Nouns that do not change (both singular and plural):
Aircraft
Sheep
Fish
Singular
Man
Woman
Child
Person
Foot
Tooth
Plural
M
e
n
Wom
e
n
Child
ren
People
F
ee
t
T
ee
th
Slide 39 - Tekstslide
A
monkey's
B
monkies
C
monkie's
D
monkeys
Slide 40 - Quizvraag
A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies
Slide 41 - Quizvraag
Thief
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves
Slide 42 - Quizvraag
strawberry
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes
Slide 43 - Quizvraag
Wat is het meervoud van:
child
Slide 44 - Open vraag
Future: summary
1. Will + hele werkwoord
:
Iets aanbieden - beloftes - besluiten - aankondigen.
2. Am/are/is + going to + hele werkwoord
:
Iets van plan in de toekomst.
3.
Present simple
:
Tijdschema's
Slide 45 - Tekstslide
Je gebruikt Will + hele werkwoord bij:
A
tijden volgens een schema
B
een belofte
Slide 46 - Quizvraag
Je gebruikt de present simple bij:
( for example: leave - leaves)
A
Tijden volgens een schema
B
afspraken, tijd is al bepaald
Slide 47 - Quizvraag
If you already have made plans to visit London, which sentence is better?
A
I will travel to London this year.
B
I'm going to travel to London this year.
Slide 48 - Quizvraag
Sharon ____ her birthday next Saturday at 2 pm.
A
celebrates
B
is going to celebrate
C
will celebrate
Slide 49 - Quizvraag
The train ____ at 11:45.
A
leaves
B
is leaving
C
is going to leave
D
will leave
Slide 50 - Quizvraag
He sometimes ____ the bus to school.
A
takes
B
is taking
C
is going to take
D
will take
Slide 51 - Quizvraag
Look! Those girls ____ that busy highway.
A
cross
B
will cross
C
are going to cross
Slide 52 - Quizvraag
joinmyquiz.com
irregular verbs
Slide 53 - Tekstslide
joinmyquiz.com
plurals
Slide 54 - Tekstslide
Homework
Do:
-
Study:
SO:
Irregular verbs: 1-101
Grammar chapter 4
Slide 55 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M2 SS7 chapter 4 D, I & SO irregular verbs
Januari 2024
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 chapter 4 I
Augustus 2023
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 chapter 4 I
10 dagen geleden
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Present continuous as future
Februari 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HM2A SS7 chapter 4 I
December 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H2C SS7 chapter 4 I (recap)
10 dagen geleden
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2C SS7 chapter 4 I (recap)
Juni 2022
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Reading G & Grammar 8
1 maand geleden
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2