Laatste lesje: HB!!

Laatste lesje: HB!!
Oude Rome: Sociaal en Cultuur
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Laatste lesje: HB!!
Oude Rome: Sociaal en Cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Over welk belangrijk rijk in de geschiedenis hebben wij het?

Slide 2 - Open vraag

Situeren in tijd

Slide 3 - Tekstslide

Welke historische periode bevinden we ons in?

Slide 4 - Open vraag

Situeren in ruimte 

Slide 5 - Tekstslide

Sociale domein

Slide 6 - Tekstslide

Waar heeft het sociaal domein bijvoorbeeld mee te maken?

Slide 7 - Open vraag

De Romeinse samenleving
Enkele begrippen: 

standenmaatschappij
patriarchale samenleving
pater familias







Slide 8 - Tekstslide

Romeinse rijk: sociale domein, samenvatting. 

Slide 9 - Tekstslide

Romeinse cultuur

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Romeinse cultuur
Religie

Slide 13 - Tekstslide

Van natuurgodsdienst naar antropomorfisme
De geschiedenis van de Romeinse religie begint als natuurgodsdienst. Net zoals de andere antieke culturen ging het om een kleinschalige stamreligie gebaseerd op de natuurkrachten die zij rondom zich waarnamen. 


 Naar het model van de oude Grieken kregen de Romeinse goden een menselijke vorm en kregen zij menselijke eigenschappen. Dat noemen we antropomorfisme.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Romeinse Goden
De Romeinen namen steeds meer over en pasten hun eigen goden en mythen aan de Griekse en Etruskische goden aan. 
Op die manier verkregen zij een uitgebreid pantheon aan goden. 
Hoe dat precies is gegaan is nog onzeker, aangezien er weinig schriftelijke bronnen bestaan over deze periode. 
Tijdens de veroveringen van het Romeinse Rijk werden op deze manier ook goden van andere culturen zoals de Egyptenaren geassimileerd
De Romeinen geloofden dus in een meergodendom en waren dus polytheïstisch

Slide 16 - Tekstslide

Verering
de goden gevreesd werden en dat men probeerde op een goed blaadje te staan bij de goden. Dit deed men door middel van verering, wat vaak resulteerde in specifieke cultussen. De verering gebeurde met altaars en rituelen, uitgevoerd door priesters, waarin vaak offers en geschenken werden aangebracht om de goden gunstig te stemmen.

Slide 17 - Tekstslide

Ken jij al Romeinse goden? Zo ja, welke?

Slide 18 - Open vraag

Apollo
A
God van de muziek, kunst en waarzeggerij
B
God van de Zee
C
God van het licht
D
Godin van het haardvuur

Slide 19 - Quizvraag

Mars
A
Godin van de jacht en de maan
B
Oppergod
C
God van de oorlog
D
God van het vuur en het smeden

Slide 20 - Quizvraag

Juno
A
godin van de opleidingen, wetenschap
B
Godin van het huwelijk en oppergodin
C
godin van de liefde en schoonheid
D
Godin van het haardvuur

Slide 21 - Quizvraag

Bacchus
A
god van wijn en dronkenschap
B
godin van de krijgskunst
C
godin van de oogst en aarde
D
god van het licht

Slide 22 - Quizvraag

Mercurius
A
god van handel en dieven en van de snelheid
B
god van de vruchtbaarheid
C
oppergod; heerst over de hemel
D
god van begin en einde openen en sluiten

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe cultus.
Romeinse cultussen waren vaak lokaal. Per provincie waren er dus soms andere cultussen actief. Door de grootte van het rijk en het contact met andere culturen werden er regelmatig nieuwe godheden geïntroduceerd. Die kregen soms een grote aanhang, waardoor nieuwe cultussen zich begonnen te vormen.

Slide 26 - Tekstslide

Nieuwe ontwikkelingen binnen cultussen
Een belangrijke ontwikkeling in de eerste eeuw v.C. en de eerste eeuw n.C. was de persoonlijkheidscultus waarin een persoon sterk geïdealiseerd werd. Na verloop van tijd werd die persoon steeds meer vergoddelijkt en was er sprake van de apotheose of keizercultus. Dat was de vergoddelijking van een keizer of leider. Er was dus sprake van een toe-eigening van goddelijke macht door stervelingen. Een bekend voorbeeld was Julius Caesar. Hij zou afstammen van Aeneas en zo ook van de godin Venus.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

En dan.... Deze gast

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Verspreiding Christendom 
Het christendom begon zich te ontwikkelen in de late 1ste eeuw v.C. door figuren zoals Johannes de Doper. Het is echter door de komst van Jezus Christus dat de leer veel publiekelijker verspreid geraakte.

Slide 31 - Tekstslide

Verspreiding Christendom 
Het christendom begon zich te ontwikkelen in de late 1ste eeuw v.C. door figuren zoals Johannes de Doper. Het is echter door de komst van Jezus Christus dat de leer veel publiekelijker verspreid geraakte.

Slide 32 - Tekstslide

Monotheïsme?

Slide 33 - Tekstslide

Romeinen en Christenen, geen vrienden
De christenen predikten vrede en gelijkheid van alle mensen, terwijl de Romeinen over het algemeen eerder oorlogsgezind waren en vasthielden aan een gelaagde samenleving. 
Keizer Nero zette de christenvervolging door en liet de christenen voor de leeuwen gooien of levend verbranden. Deze periode was zeeeeeer lang.

Slide 34 - Tekstslide

Godsdienstvrijheid
De vervolgingen hielden pas op toen keizer Constantijn de Grote opriep tot godsdienstvrijheid voor de christenen met het Edict van Milaan in 313. De godsdienst kon zich daarna vrij verspreiden en was al zeer aantrekkelijk gebleken voor een groot deel van de bevolking. Dit zette een exponentiële groei in gang waarna het in 380 uitgeroepen werd tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk met het Edict van Thessaloniki onder keizer Theodosius.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Nog een kort afsluitend quizje... 

Slide 37 - Tekstslide

De adel, politieke macht en religieuze macht lag bij de...
A
Plebejers
B
Patriciërs
C
Proletariërs
D
Gladiatoren

Slide 38 - Quizvraag

Proletariërs waren vrij.
A
Juist
B
Fout

Slide 39 - Quizvraag

In de bouwkunst maakten de Romeinen graag gebruik van...
A
Symmetrie
B
Zuilen
C
Koepels
D
Gewelven

Slide 40 - Quizvraag

De kunst van het overtuigend spreken. Over welk begrip hebben we het hier?
A
Historiografie
B
Fresco
C
Retorica
D
Mozaïek

Slide 41 - Quizvraag

De Romeinse religie is...
A
Revolutie
B
Evolutie

Slide 42 - Quizvraag

Wat betekent antropomorfisme?

Slide 43 - Open vraag

Wat betekent polytheïsme

Slide 44 - Open vraag

Waarom was het vereren van de Goden belangrijk?

Slide 45 - Open vraag

Het Christendom begon in...
A
2e eeuw v.C.
B
1e eeuw v.C.
C
1e eeuw n.C.
D
2e eeuw n.C.

Slide 46 - Quizvraag

Het Christendom is....
A
Poly...
B
Mono...

Slide 47 - Quizvraag

De eerste Christenen werden vervolgd.
A
Fout
B
Juist

Slide 48 - Quizvraag

In de 3e eeuw n.C. werd het Christendom de staatsgodsdienst.
A
Juist
B
Fout

Slide 49 - Quizvraag

Slide 50 - Tekstslide