klas 2 "L'adjectif démonstratif"

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme:
- M.O. avec Class Dojo
- Grammaire "l'adjectif démonstratif"
- Oefeningen
- Samenvatting
- Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

welke aanwijzend
voornaamwoorden
ken je in het Nederlands?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

_____ livre (mn)
dat/dit boek
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quizvraag

______agenda (mn)
die/deze agenda
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 10 - Quizvraag

________ filles [vrouwelijk]
deze/die meisjes
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 11 - Quizvraag

__________ garçons
die/deze jongens
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 12 - Quizvraag

_____ acteur [mannelijk]
deze/die acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 13 - Quizvraag

_______ émission (v)
deze/die uitzending (op tv)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 14 - Quizvraag

______ journaux
deze/die kranten
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 15 - Quizvraag

_______ chanteuses
deze/die zangeressen
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 16 - Quizvraag

Je n'aime pas ... plat!
Ik houd niet van dat/dit gerecht.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 17 - Quizvraag

... frites sont froids!
Deze/die frietjes zijn koud!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 18 - Quizvraag

J'habite dans ..... maison (v.ev)
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 19 - Quizvraag

Tu aimes .... sport (m.ev)?
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 20 - Quizvraag

Je veux acheter une jupe.
Je vais acheter ...... jupe verte.
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 21 - Quizvraag

C'est un homme sympa.
Tu connais .... homme?
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 22 - Quizvraag

J'aime les chiens.
...... chiens sont de mon frère.
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 23 - Quizvraag

J'écoute une chanson.
...... chanson s'appelle "Regarde-moi"

Slide 24 - Open vraag

Il mange des légumes.
..... légumes sont délicieux.

Slide 25 - Open vraag

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 26 - Quizvraag

Welke aanwijzend vnw kun je niet vertalen door
CE in het Frans?
A
die/deze
B
dit/dat
C
alles kan door CE vertaal worden.

Slide 27 - Quizvraag

VRAI OU FAUX
Met een woord in het meervoud, moet je ook weten of het woord vrouwelijk of mannelijk is.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 28 - Quizvraag

samengevat!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide