Vulkanen les 1 opdrachten

Vulkanen les 1 leerstof en opdrachten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Vulkanen les 1 leerstof en opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Dit ga je doen
  • Lees eerst de tekst goed door voor je aan de slag gaat met de opdrachten. De teksten staan op Witte dia's opdrachten op blauwe dia's je kun zo dus makkelijk de tekst terugvinden. 
  • Controleer je antwoord met door op toon uitleg te tikken, heb je iets niet begrepen of wil je extra uitleg? Stuur dan een chatbericht naar je docent in Teams.
  • Klaar? Begrippen leren, link staat op de laatste dia van deze lessonUp deze dia is groen. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerstof 1: Een vulkaanuitbarsting
Een vulkaanuitbarsting begint in de mantel. De hete stroop van vloeibaar, gesmolten gesteente in de mantel heet magma. De aardkorst is zwaar en drukt op het magma. De druk is zo groot dat het magma een weg naar buiten zoekt. Dat lukt bij smalle spleten in de aardkorst, de kraterpijpen. Door de kraterpijp stroomt het magma naar buiten naar de krater. Als magma buiten de aardkorst komt, krijgt het een andere naam: lava

Slide 3 - Tekstslide

Leerstof 1: Een vulkaanuitbarsting
De lava stroomt van de vulkaan af, koelt langzaam af en wordt hard. Er komt niet alleen lava uit een vulkaan. Bij een uitbarsting zie je ook grote aswolken boven de vulkaan. Daarbij komen as en giftige stoffen vrij en worden grote en kleine stenen in het rond geslingerd. Een uitbarsting kan in de omgeving veel slachtoffers en schade veroorzaken.

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 18 en sleep de woorden naar de juiste plek
krater
kraterpijp
lava
magma

Slide 5 - Sleepvraag

Zet in de juiste tijdsvolgorde, sleep de nummers naar de juiste plek. Geef de gebeurtenis die het eerste komt nummer 1.
Lava stroomt uit de krater.
Stenen worden rondgeslingerd en as dwarrelt neer op de aarde
De kraterpijp raakt gevuld met magma.
De druk in de mantel neemt toe.
1.
2.
3.
4.

Slide 6 - Sleepvraag

Vul het juiste woord in.
a. Verzamelplaats van magma diep onder de aardkorst

Slide 7 - Open vraag

Vul het juiste woord in
b. Een smalle doorgang waar magma onder druk naar buiten komt

Slide 8 - Open vraag

Vul het juiste woord in.
c. Magma zodra het buiten de vulkaan is

Slide 9 - Open vraag

vul de juiste woorden in
d. Drie verschillende soorten materiaal die als één grote wolk uit de vulkaan komen:

Slide 10 - Open vraag

Leerstof 2: Waar ontstaan vulkanen?
Niet overal op aarde komen vulkanen voor. De meeste vulkanen ontstaan op plaatsen waar aardplaten tegen elkaar of langs elkaar bewegen. Vulkanen komen dus net als aardbevingen voor in de buurt van breuken. Vulkanen liggen in twee gebieden: (tekst gaat verder op de volgende dia)

Slide 11 - Tekstslide

Leerstof 2: Waar ontstaan vulkanen?
1. Daar waar een zeeplaat in botsing komt met een landplaat. De zware zeeplaat schuift onder de lichtere landplaat, waardoor een diepe kloof, een trog, ontstaat. De druk in de mantel neemt daardoor toe en het magma zoekt een weg door de aardkorst. Het gevolg is een vulkaanuitbarsting. 

Slide 12 - Tekstslide

Leerstof 2: Waar ontstaan vulkanen?
2. Daar waar twee zeeplaten uit elkaar schuiven. Op de oceaanbodem ontstaat een geul tussen de platen. Magma stroomt door die geul omhoog. Het gesteente koelt snel af in het water en wordt hard. Zo ontstaat een nieuwe oceaanbodem als een soort berg: een rug. Zo'n rug kan zelfs boven het water uitkomen dan is er een nieuw eiland ontstaan. Een voorbeeld van zo'n eiland dat nog steeds groeit is IJsland.

Slide 13 - Tekstslide

Dit is een .....?
A
Rug
B
Trog

Slide 14 - Quizvraag

Dit is een .....?
A
Rug
B
Trog

Slide 15 - Quizvraag

Vulkanen komen voor bij twee soorten breuken. Welke twee?

Slide 16 - Open vraag

Kies het juiste woord.
Waar een zeeplaat botst met een landplaat, ontstaat een
A
rug
B
trog

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste woord
Waar twee zeeplaten uit elkaar schuiven, ontstaat een
A
rug
B
trog

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zin af. In Nederland zijn geen vulkanen, omdat

Slide 19 - Open vraag

Uitleg opdracht
Geef aan of de zinnen juist of onjuist zijn. Bekijk daarvoor goed de afbeelding die hier bij de vraag staat.

Als je niet weet waar troggen en ruggen liggen mag je dit eerst opzoeken

Slide 20 - Tekstslide

Langs alle ruggen komen vulkanen voor
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

De meeste vulkanen komen voor bij troggen
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Vulkanen komen alleen voor bij ruggen en bij troggen
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Veel vulkanen liggen in Indonesië. Leg uit waarom juist hier vulkanen liggen. Gebruik in je antwoord de woorden rug en zeeplaten. (tip kijk goed naar de kaart op dia 20)

Slide 24 - Open vraag

Leerstof 3: Gunstige en ongunstige gevolgen

Vulkaanuitbarstingen zijn vaak in het nieuws. Het gaat dan vooral over de slachtoffers. Ook worden vaak huizen, natuur en landbouwgrond verwoest. Die ongunstige gevolgen van vulkaanuitbarstingen krijgen in het nieuws veel aandacht.

Slide 25 - Tekstslide

Welke ongunstige gevolgen van een vulkaanuitbarsting worden er genoemd in de tekst?

Slide 26 - Open vraag

Leerstof 3: Gunstige en ongunstige gevolgen
Maar er zijn ook gunstige gevolgen. Door de uitbarstingen ontstaat nieuw land. Hawaï en IJsland zijn helemaal gevormd door vulkanen. Boeren wonen graag bij een vulkaan. De as van vulkanen maakt de grond erg vruchtbaar. Daardoor groeien in een vulkanisch landschap de planten erg goed. Je vindt er dus goede landbouwgrond.

Slide 27 - Tekstslide

Leerstof 3: Gunstige en ongunstige gevolgen
Op IJsland gebruiken de mensen de warmte van vulkanen om elektriciteit op te wekken. Vulkanen zijn daar een natuurlijke bron van warmte. Ook komen in de buurt van vulkanen kostbare metalen en mineralen voor. De stenen in de buurt van een vulkaan kunnen mensen goed gebruiken als bouwmaterialen. Daarom kiezen veel mensen er toch voor om in de buurt van vulkanen te wonen.

Slide 28 - Tekstslide

Welke gunstige gevolgen van een vulkaanuitbarsting worden er genoemd in de tekst?

Slide 29 - Open vraag

Geef je mening. Maak de zin af.
Ik vind het onverstandig dat mensen in de buurt van vulkanen gaan wonen, omdat

Slide 30 - Open vraag

Geef je mening, maak de zin af.
Ik begrijp dat mensen in de buurt van vulkanen gaan wonen, omdat ...

Slide 31 - Open vraag

Leerstof 4: Soorten vulkanen
Niet alle vulkaanuitbarstingen zijn hetzelfde. In de omgeving van troggen vind je krachtige vulkaanuitbarstingen. In de omgeving van ruggen zijn uitbarstingen minder krachtig. Er is nog een verschil. Je hebt vulkanen die af en toe uitbarsten, dat noem je actieve vulkanen. Maar er zijn ook vulkanen die al heel lang niet meer gewerkt hebben, maar het wel weer zouden kunnen doen. Dat zijn slapende vulkanen. Als er geen verbinding meer is met de magmahaard, dan kan een vulkaan nooit meer uitbarsten. Dan is het een dode vulkaan. 

Slide 32 - Tekstslide

Leerstof 4: Soorten vulkanen
Als er geen verbinding meer is met de magmahaard, dan kan een vulkaan nooit meer uitbarsten. Dan is het een dode vulkaan. 

Slide 33 - Tekstslide

Actieve vulkaan
Slapende vulkaan
Dode vulkaan
Er is geen verbinding meer met de magmahaard. Deze vulkaan kan niet meer uitbarsten.
Deze vulkaan is al een tijd rustig, maar zou weer kunnen uitbarsten
Deze vulkaan barst geregeld uit.

Slide 34 - Sleepvraag

Afsluiting: Dit heb je geleerd
Onder de aardkorst stroomt magma: dit is heet , vloeibaar gesteente. Bij een breuk stroomt deze magma via een kraterpijp door de aardkorst naar de krater, we noemen het dan lava. Actieve vulkanen barsten af en toe uit, slapende vulkanen veel minder vaak, dode vulkanen zelfs helemaal niet meer. De meest krachtige vulkanen komen voor bij troggen. Bij ruggen komen ook vulkanen voor, maar deze zijn vaak minder krachtig. Mensen wonen graag bij vulkanen, omdat de grond er vruchtbaar is.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link